Seniorenmaatregelen Voorbeeldclausules

Seniorenmaatregelen. Artikel 5:1 56-jarigenregeling (vervallen)
Seniorenmaatregelen. [vervallen]
Seniorenmaatregelen. 1 De seniorenarbeidsduur van de ambtenaar van 56 jaar en ouder, die a een ononderbroken diensttijd heeft van ten minste tien jaren die direct voorafgaat aan de ingangsdatum van de vermindering van de werktijd, waarbij een onderbreking van twee maanden of minder niet als een onderbreking wordt aangemerkt; en b geen betrekking vervult waarvan voor de vervulling een leeftijdsgrens is bepaald; wordt, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet, op zijn verzoek met een vijfde deel teruggebracht met behoud van de formele arbeidsduur onder doorbetaling van 90% van de bezoldiging. Er dient minimaal een arbeidsduur van 7,2 uur per week te resteren. 2 Onder diensttijd als bedoeld in het vorige lid wordt verstaan de diensttijd als omschreven in artikel 2, tweede lid, onder de punten a tot en met c, van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering. 3 Bij de vaststelling van de feitelijke arbeidsduur per week wordt uitgegaan van de met een vijfde teruggebrachte seniorenarbeidsduur. 1 De werknemer in de zin van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering heeft recht op een uitkering krachtens het bepaalde in artikel 18, eerste lid, onderdeel a van dat reglement, met ingang van de dag waarop hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. De uitkering wordt betaald met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop het recht op de uitkering ontstaat. De pré- VUT-uitkering wordt beëindigd met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de werknemer de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt. Voor de duur van de periode van de pré-VUT blijven de bepalingen van het reglement vrijwillig vervroegde uittreding van kracht zoals die regeling laatstelijk luidde voor 1 april 1997. 2 De uitkering, bedoeld in het eerste lid, bedraagt 75 % van het inkomen zoals omschreven in artikel 1, onderdeel v, van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering, met dien verstande dat het uitkeringspercentage voor de ambtenaar, die wordt bezoldigd volgens de salarisschalen 1 en 2, 80% van evengenoemde bezoldiging bedraagt. 3 Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing op de ambtenaar wiens verzoek, bedoeld in artikel 5:1, eerste lid, is ingewilligd. 1 Met inachtneming van het gestelde in het tweede lid, wordt de seniorenarbeidsduur van de ambtenaar van 60 jaar en ouder, die a een aanstelling heeft van tenminste 14,4 uur per week, en; b een ononderbroken diensttijd heeft van tenminste tien jaren die direct voorafgaat aan de ingangsdatum van...
Seniorenmaatregelen. Vervallen hoofdstuk Hoofdstuk 5 is vervallen.
Seniorenmaatregelen. Vervallen