Indexatiebeleid Voorbeeldclausules

Indexatiebeleid. In dit hoofdstuk worden de maatstaven indexering (toeslagverlening) weergegeven en wordt ingegaan op besluitvorming en voorwaarden waaronder indexatie plaatsvindt. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd.
Indexatiebeleid. 1. Met de invoering van de Pensioenwet heeft de wetgever ervoor gekozen het woord “indexatie” te wijzigen in “toeslagverlening”. Het Rabobank Pensioenfonds heeft ervoor gekozen om “indexatie” te handhaven en te blijven gebruiken in onder meer de communicatie met de deelnemers. 2. Op de Pensioenrechten en Pensioenaanspraken wordt jaarlijks indexatie verleend volgens de in artikel 17.2 van het Pensioenreglement bepaalde maatstaf. Het Bestuur van Rabobank Pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks of en in hoeverre Pensioenrechten en Pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke indexatie is geen bestemmingsreserve gevormd. De indexatie wordt uit de vrije reserves gefinancierd. Op het Pensioenkapitaal wordt geen indexatie verleend. 3. Het Bestuur van Rabobank Pensioenfonds zal – voor zover de vermogenspositie van Rabobank Pensioenfonds dat naar het oordeel van het Bestuur van Rabobank Pensioenfonds toelaat – per 1 juli van elk jaar op grond van het in artikel 17.1van het Pensioenreglement bepaalde de navolgende Pensioenrechten en Pensioenaanspraken aanpassen: - voor de deelnemer: de verkregen Pensioenaanspraken op ouderdoms-, partner- en (verlengd) wezenpensioen op basis van pensioenreglement 2014; - voor de deelnemer: de geadministreerde verzekerde Pensioenaanspraken op partner- en wezenpensioen die zijn toegekend over de deelnemingsjaren vanaf 1 januari 2023; - voor de (gewezen) deelnemer die heeft gekozen voor de inkoop van een stabiel pensioen vanaf 58 jaar (conform artikel 4.3 van het Pensioenreglement) de ingekochte Pensioenaanspraken op stabiel ouderdomspensioen en partnerpensioen vanaf de pensioendatum; - voor de Pensioengerechtigde: het ingegane ouderdomspensioen alsmede de meeverzekerde Pensioenaanspraken op (tijdelijk) partner- en wezenpensioen, het ingegane (tijdelijke) partnerpensioen, het ingegane (verlengd) wezenpensioen en het ingegane arbeidsongeschiktheidspensioen. Het tijdelijk partnerpensioen kan door indexatie nooit meer gaan bedragen dan het maximumbedrag dat de partner aan premies AOW verschuldigd kan zijn. Het bedrag aan AOW-overbrugging als bedoeld in artikel 16.4 van het Pensioenreglement kan nooit meer gaan bedragen dan het AOW-bedrag als bedoeld in artikel 18d lid 3 van de Wet op de loonbelasting 1964; - voor de Gewezen deelnemer voor wie het ouderdomspensioen nog niet is ingegaan: de premievrije aanspraken op ouderdoms-, partner- en (verlengd) wezenpensioen op basis van pensioenreglement 2014; - voor de gewezen partn...
Indexatiebeleid 

Related to Indexatiebeleid

  • Indexatie Bij iedere algehele verhoging van de functielonen worden de volgende van de in dit hoofdstuk genoemde toelagen en toeslagen dienovereenkomstig aangepast: • het uurloon waarover de toelage voor onregelmatige arbeid wordt berekend (artikel 33, lid 2 en artikel 33A, lid 2); • toelage voor gebroken diensten (artikel 34 in verband met bijlage 22); • consignatietoelage (artikel 38); • maximum bedrag voor de berekening van de afbouwtoelage (artikel 39, lid 1); • diplomatoeslagen (artikel 42); • instructietoelage (artikel 21, lid 2); • minimum vakantiebijslag (artikel 62, lid 2); • de premiefranchise werknemerspremie (artikel 18, lid 5a).

  • Kwaliteitseisen Kennis van Arbo-Informatieblad 3 – Asbest; • Kennis van het Arbeidsomstandighedenbesluit artikel 4.10a en artikel 4.52; • Kennis van de bijzondere omstandigheden (containment) waaronder asbestwerkzaamheden worden verricht; • Toepassing en beperkingen van gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. • Controle gegevens werknemer en invullen PAGO+ of specifieke vragenlijst; • Lengte, gewicht en BMI; • Op indicatie bedrijfsarts: ECG in rust (wel altijd voorafgaand aan een maximale fietstest); • Longfunctie (spirometrie, 3x goede blaascurve); • Indien nodig: inspanningstest (maximale fietstest) in samenwerking met de bedrijfsarts; • Administratieve afwerking. • Anamnese op basis van PAGO+ vragenlijst van Volandis en/of specifieke vragen: o De algemene fysieke conditie en het uithoudingsvermogen; o Luchtweg- en longaandoeningen; o Roken, heden en verleden; o Klachten gerelateerd aan de persoonlijke beschermingsmiddelen; o Arbeidsanamnese: blootstelling aan asbest? • Beoordeling van alle resultaten; • Lichamelijk onderzoek (op geleide van werkzaamheden, anamnese en biometrie) met specifieke aandacht voor de luchtwegen en longen, en het houdings- en bewegingsapparaat; • Aandacht en beoordeling veilig kunnen werken met de persoonlijke beschermingsmiddelen: haardracht, gezichtsbeharing, bril; • Indien nodig: uitvoering inspanningsonderzoek (maximale fietstest, eis VO2-max gelijk of hoger dan 40 ml O2/kg/minuut bij fysiek zwaar werk in een beschermend pak met adembescherming); • Diagnose(n) en beroepsziekten registreren, zo nodig melden aan het NCvB; • Uitleg en advies, afstemmen vervolgbeleid; • Aanvullen bedrijfsgeneeskundig dossier; • Bewijs van deelname of advies aan werkgever (oordeel bedrijfsarts) bespreken, met toestemming naar werkgever verzenden; • Zo nodig preventiezorg vervolgactiviteiten (laten) plannen. Op indicatie van de bedrijfsarts: • X-thorax, (grote röntgenfoto's van de borstkas, zowel AP als links en rechts lateraal). Bijvoorbeeld wanneer uit het routineonderzoek aanwijzingen komen voor een mogelijke beginnende longaandoening. Aandacht vragen voor de extra lange bewaartermijn van de medische informatie. • in overleg met een op dit thema deskundige longarts nadere diagnostiek.

  • ALGEMENE VERKOOPSVOORWAARDEN Toepassingsgebied Artikel 1. Deze verkoopsvoorwaarden zijn van toepassing op alle online verkopen op xxxxxx.xx van onroerende goederen – vrijwillige, gerechtelijke en vrijwillige onder gerechtelijke vorm - waartoe wordt overgegaan in België.

  • Molest, atoomkernreacties, kaping en verbeurd- verklaring Wij vergoeden geen kosten en verlenen geen hulp bij schade die ontstaat door molest, atoomkernreacties, het bijwonen van een kaping en verbeurdverklaring. Een verbeurdverklaring is het in beslag nemen van voorwerpen door een overheid of andere instantie.

  • Maatregelen 1. Wanneer de aanvullingsgerechtigde zich niet aan de verplichtingen als bedoeld in het aanvullingsreglement houdt, kan de Stichting PAWW een al dan niet tijdelijke korting op de aanvullingsuitkering toepassen als Stichting PAWW door het handelen van de aanvullingsgerechtigde schade lijdt. De Stichting PAWW behoeft niet aan te tonen dat zij de schade in de omvang als door haar gevorderd ook daadwerkelijk heeft geleden. De Stichting PAWW kan de aanvullingsuitkering blijvend geheel weigeren als zij in een redelijk belang is geschaad. 2. De Stichting PAWW kan een korting op de aanvullingsuitkering van 5% gedurende één maand toepassen, indien de aanvullingsgerechtigde: - zijn aanvraag te laat indient; - niet of te laat zijn vakantie doorgeeft; - niet voldoet aan een eerste verzoek van de Stichting PAWW tot het verstrekken van informatie, mits in dat verzoek een uiterste termijn is opgenomen waarbinnen de aanvullingsgerechtigde de verzochte informatie moet hebben verstrekt, en de aanvullingsgerechtigde niet binnen die termijn aan dit verzoek heeft voldaan. 3. De Stichting PAWW kan een korting van 10% gedurende twee maanden toepassen op de aanvullingsuitkering, indien de aanvullingsgerechtigde na een tweede rappel in gebreke blijft met het verstrekken van door de Stichting PAWW gevraagde informatie. 4. De Stichting PAWW kan een korting van 25% gedurende drie maanden toepassen op de aanvullingsuitkering, wanneer de aanvullingsgerechtigde; - in onvoldoende mate solliciteert als bedoeld in artikel 19 van het aanvullingsreglement; - eisen stelt waardoor hij het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid belemmert, als bedoeld in artikel 19 van het aanvullingsreglement. 5. De Stichting PAWW kan de aanvullingsuitkering blijvend geheel weigeren, wanneer de aanvullingsgerechtigde de Stichting PAWW in ernstige mate benadeelt, door: - een aanbod tot algemeen geaccepteerde werk te weigeren; - geen algemeen geaccepteerd werk te behouden. 6. Wanneer het niet behouden of niet verkrijgen van passend werk niet in overwegende mate aan de aanvullingsgerechtigde kan worden verweten, dan kan de Stichting PAWW gedurende drie maanden een korting op de aanvullingsuitkering toepassen van 25%. 7. Wanneer de aanvullingsgerechtigde in het geheel geen verwijt treft bij de overtredingen als bedoeld in de leden 2 tot en met 6, dan zal geen korting worden toegepast. 8. Wanneer aan de aanvullingsgerechtigde een maatregel is opgelegd en de aanvullingsgerechtigde dezelfde verplichting tijdens de looptijd van de aanvullingsuitkering opnieuw overtreedt, dan kan de Stichting PAWW de maatregel, zowel voor wat betreft het kortingspercentage van de uitkering als de duur van de maatregel, met 50% verhogen. 9. Als een aanvullingsgerechtigde tegelijkertijd meerdere verplichtingen uit hoofde van het aanvullingsreglement niet nakomt en het niet nakomen voortkomt uit één oorzaak, wordt slechts de maatregel met de meest vergaande consequenties opgelegd. 10. Wanneer sprake is van fraude, valsheid in geschrifte of enig ander misdrijf als vermeld in het Wetboek van Strafrecht, dan kan de Stichting PAWW daarvan aangifte doen. 11. De Stichting PAWW zal aan de aanvullingsgerechtigde schriftelijk en gemotiveerd een beslissing sturen van het feit dat een maatregel, zoals bedoeld in dit artikel, aan de aanvullingsgerechtigde wordt opgelegd, waarbij in ieder geval vermeld zal worden waarom deze maatregel wordt opgelegd en wat de hoogte en duur van de maatregel is.

  • Prijsindexering 1. De bij het aangaan van de overeenkomst overeengekomen prijzen en uurlonen zijn gebaseerd op het op dat moment gehanteerde prijspeil. Dienstverlener heeft het recht de aan opdrachtgever te berekenen vergoedingen jaarlijks per 1 januari aan te passen. 2. Aangepaste prijzen, tarieven en uurlonen worden zo spoedig mogelijk medegedeeld aan opdrachtgever.

  • Thuisblijven De werknemer dient thuis te blijven tot het moment dat door of namens de werkgever contact is opgenomen (telefonisch, dan wel d.m.v. een bezoek), echter maximaal gedurende vijf dagen. De werknemer mag alleen van huis gaan voor een bezoek aan een arts of om zijn werkzaamheden te hervatten. Na het eerste controlebezoek, of na vijf dagen, dient de werknemer gedurende drie weken ’s morgens tot 10.00 uur en ’s middags tussen 12.00 en 14.30 uur thuis te zijn, tenzij de bedrijfsarts toestemming geeft om van huis te gaan. De werknemer dient er rekening mee te houden dat namens de werkgever contact kan worden opgenomen door een door hem ingeschakelde Arbodienstverlener. Dit contact kan bestaan uit een uitnodiging op het spreekuur te verschijnen, dan wel uit een bezoek van of telefonisch gesprek met de bedrijfsarts/ bedrijfsverpleegkundige.

  • Kwalitatieve verplichting De in de uitgifteovereenkomst aangewezen artikelen blijven rusten op het registergoed en zullen van rechtswege overgaan op degene(n) die het goed onder bijzondere titel zal/zullen verkrijgen, waarbij tevens wordt bepaald dat mede gebonden zullen zijn degenen die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen. Aangezien van deze overeenkomst tussen partijen een notariële akte wordt opgemaakt die daarna zal worden ingeschreven in de openbare registers, is voldaan aan de eis van artikel 6:252 lid 2 BW.".

  • Huishoudelijk reglement 1. De vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen ter regeling van de volgende onderwerpen: a. het gebruik, het beheer en het onderhoud van de gemeenschappelijke gedeelten en de gemeenschappelijke zaken; b. het gebruik, het beheer en het onderhoud van privé gedeelten; c. de orde van de vergadering; d. de instructie aan het bestuur; e. de werkwijze, de taak en de bevoegdheid van de raad van commissarissen en commissies; f. het behandelen van klachten; g. regels ter voorkoming van onredelijke hinder; h. een afwijkende kostenverdeling als bedoeld in artikel 52 negende lid; i. al hetgeen overigens naar het oordeel van de vergadering regeling behoeft, alles voor zover dit niet reeds in het reglement is geregeld. 2. De regels als bedoeld in artikel 5:128 van het Burgerlijk Wetboek moeten in het huishoudelijk reglement worden opgenomen en daarvan deel uitmaken. 3. Bepalingen in het huishoudelijk reglement die in strijd zijn met de wet of het reglement worden voor niet geschreven gehouden. 4. Het huishoudelijk reglement kan door de vergadering slechts worden vastgesteld, gewijzigd en aangevuld bij een besluit genomen met een meerderheid als bedoeld in artikel 52 vijfde lid. Kan op grond van het in de vorige zin bepaalde geen geldig besluit worden genomen, dan zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven. Artikel 52 zesde lid is van overeenkomstige toepassing. 5. Het in het vorige lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot verlening van ontheffing van het in het huishoudelijk reglement bepaalde. 6. Het bestuur is verplicht het huishoudelijk reglement en de wijzigingen daarvan te publiceren in de openbare registers.

  • Gezondheid Toestand van volledig lichamelijk en geestelijk welzijn die niet uitsluitend bestaat uit de afwezigheid van ziekte of een gebrek.