Inleiding en doel van de Mijnbouwregeling Voorbeeldclausules

Inleiding en doel van de Mijnbouwregeling. Met de inwerkingtreding van de Mijnbouwwet (Kamerstukken II 1998/99, 26 219, nr. 1-3) (hierna: Wet) zal de gehele tot dan toe bestaande mijnwetgeving komen te vervallen. Het gaat hier om 14 (onderling sterk verschillende) wetten, die steeds afzonderlijk deelgebieden van de mijnbouw betreffen. De op deze wetten gebaseerde algemene maatregelen van bestuur, ministeriële regelingen en concessies lopen in de vele tientallen: reden om door middel van een algehele herziening het bestaande complex aan mijnbouwwet- en regelgeving te stroomlijnen, te ver- eenvoudigen en te moderniseren. In het Mijnbouwbesluit (hierna: Besluit) en de Mijnbouwregeling (hierna: Regeling) zijn de hoofdelementen van de Wet uitgewerkt. Dit betreft zowel de mijnbouw in strikte zin, zoals het verkennen, opsporen, winnen en opslaan van (delf)stoffen en aard- warmte, als aanvullende elementen bijvoorbeeld werkplannen, verwijde- ringsplannen voor mijnbouwwerken die zijn geplaatst in of op zee (mijn- bouwinstallaties) en meetplannen. Het Besluit beoogt, in aansluiting op de Wet, één overzichtelijk en helder kader te bieden voor een verantwoor- de en doelmatige mijnbouw. De Regeling bevat voornamelijk voorschriften van technische aard. De Regeling vervangt tientallen Nadere regelen en door het Staatstoezicht op de mijnen uitgevaardigde Aanschrijvingen alsmede Richtlijnen en beoogt, net als de Wet en het Besluit, één overzichtelijk en helder kader te bieden voor bedrijven en burgers. Hierbij heeft een forse sane- ring plaatsgevonden: verouderde voorschriften zijn aangepast of geschrapt en doublures in voorschrif- ten zijn vervallen. In de Regeling wordt uitvoering gege- ven aan onder meer de artikelen 11, vierde en vijfde lid, 14, 32, 40, zesde lid, 63 en 122 van de Wet en de arti- kelen 4, vierde lid, 7, eerste lid, 12, tweede lid, 23, tweede lid, 51, zesde lid, 52, achtste lid, 53, derde lid, 73, 77, 80, tweede en vierde lid, 81, derde lid, 82, vierde lid, 83, derde lid, 93, derde lid, en 114, tweede lid, van het Besluit. De Regeling zal op hetzelfde tijdstip in werking treden als de Wet en het Besluit, te weten 1 januari 2003.