Inrichtingskosten Voorbeeldclausules

Inrichtingskosten. In hoofdstuk 5 is voor elk RodS-project aangegeven welke partijen binnen de regio, voor een daarbij nader aangegeven bedrag voor zover dit thans bekend is, een financiële bijdrage dienen te leveren aan de regionale cofinanciering van het door de projectverantwoordelijke uit te voeren project. De totale regionale cofinanciering, zoals bedoeld in artikel 4.1.2, is thans begroot op in totaal € 650.000,-. De Provincie is bereid voor een bedrag van eveneens € 650.000,- een bijdrage te leveren aan de in het kader van de uitvoering van het regionale programma te maken inrichtingskosten. De Provincie zal voornoemde financiële bijdrage leveren onder de voorwaarde dat duidelijk is op welke wijze de regionale cofinanciering over de verschillende RodS-projecten verdeeld gaat worden, als ook dat voldoende zekerheid is verkregen dat de partijen die aan de regionale cofinanciering dienen bij te dragen, daartoe ook daadwerkelijk zullen overgaan. De regio Holland Rijnland neemt het initiatief voornoemde duidelijkheid en zekerheid tijdig, uiterlijk voor 31 december 2006, te verkrijgen. De regio Holland Rijnland dient daartoe tijdig een voorstel in bij de betrokken partijen, te weten de regio Holland Rijnland, de Provincie en de betrokken gemeente(n), over de wijze waarop voormelde duidelijkheid en zekerheid op een adequate wijze schriftelijk kan worden vastgelegd.
Inrichtingskosten. In aanvulling op de door het Rijk, ingevolge het bepaalde in artikel 3.10 van deze overeenkomst, voor uitvoering van het regionale programma te betalen inrichtingskosten zal de Provincie voor een bedrag van in totaal € 200.000,- bijdragen aan een deel van de meerkosten van de inrichting en de kosten van kwaliteitsverbetering inzake de projecten Goudse regio en Groene Zoom. De Provincie zal dit bedrag ter beschikking stellen onder de voorwaarde dat, uiterlijk 1 januari 2008, de provincie met de gemeenten Waddinxveen, Gouda, Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel, overeenstemming is bereikt over de wijze waarop het bedrag van € 200.000,- over de beide projecten zal worden verdeeld, alsmede over de hoogte van de financiële bijdrage die de projectverantwoordelijke van elk van genoemde projecten zal leveren.
Inrichtingskosten. 1. De bruto vergoeding van inrichtingskosten bedraagt: a. 12% van het jaarsalaris op de dag van de verhuizing, alsmede een bedrag van f 150,– voor elk tot het gezin behorend mede- verhuizend en ten laste van de werknemer komend kind, indien de werknemer een eigen huishouding voert – op de dag dat de verplichting tot verhuizing ontstaat, dan wel – op de dag van de verhuizing in de gevallen genoemd in arti- kel 1 lid 6, a, b en c. De procentuele vergoeding bedraagt niet meer dan 12% van het jaarsalaris, corresponderend met volgnummer 70 van de inpassingstabel doch niet minder dan 12% van het jaarsalaris, corresponderend met volgnummer 21 van de inpassingstabel. b. indien de werknemer voor indiensttreding gedurende vijf jaar niet in dienst was van een werkgever, bedoeld in artikel 2 van deze CAO, bedraagt het percentage – in afwijking van het ge- stelde onder a – 6. c. De werkelijk gemaakte kosten tot maximaal 4% van het jaarsa- laris op de dag van de verhuizing alsmede een bedrag van f 150,– voor elk tot het gezin behorend medeverhuizend en ten laste van de werknemer komend kind, indien de werknemer geen eigen huishouding voert, of deze niet naar de nieuwe woning wordt overgebracht, danwel één kamer met gebruikelijke meubilering en stoffering bewoont. 2. Indien de verplaatsing van de werknemer naar het oordeel van de werkgever van tijdelijke aard is, bestaat slechts aanspraak op vergoe- ding van de reiskosten van de werknemer zelf en van transportkos- ten van de bagage en vergoeding voor de werkelijk gemaakte inrichtingskosten overeenkomstig lid 1c. 3. Onder eigen huishouding voeren wordt verstaan: het bewonen van woonruimte van ten minste 2 vertrekken met eigen meubilair, stof- fering en keukenuitrusting. 4. Voor de berekening van de vergoeding wordt het jaarsalaris gesteld op 12 maal het maandsalaris c.q. 13 maal het periodesalaris, plus de vakantietoeslag. 5. Desgevraagd kan de werknemer een voorschot worden verleend.

Related to Inrichtingskosten

  • Opruimingskosten De kosten voor het afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen van de verzekerde gevaarsobjecten, die niet reeds in de in artikel 9.1.1 bedoelde vaststelling zijn begrepen en die het noodzakelijk gevolg zijn van een onder deze verzekering gedekte schade.

  • Verblijfskosten Indien er sprake is van een overnachting in opdracht van de werkgever, worden de verblijfskosten, inclusief maaltijden, door de werkgever vergoed.

  • Verblijfkosten 1. De chauffeur internationaal ontvangt per buitenlandse reis een bedrag aan verblijfskosten per 24 aaneengesloten uren. De netto vergoeding bedraagt € 45,12 per 24 aaneengesloten uren. De onderweg gemaakte verblijfskosten bestaande uit maaltijden, overige consumpties en sanitaire vergoedingen worden vergoed. 2. De overige chauffeurs ontvangen een vergoeding voor verblijfkosten op basis van de werkelijk gemaakte kosten.

  • Verhuiskosten 1 De werknemer die in dienst treedt voor onbepaalde tijd voor de omvang van een halve normbetrekking of meer heeft gedurende twee jaar eenmalig aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten ter grootte van 12% van zijn jaarsalaris tot een maximum van € 7750 indien en voor zover de werknemer bij indienst- treding op een reisafstand van meer dan 25 kilometer van de stand- plaats woont en verhuist waardoor de afstand ten minste 60% minder wordt. De vergoedingen betreffen daadwerkelijk gemaakte kosten; de werknemer dient derhalve bonnen te overleggen. 2 Voor de toepassing van het begrip standplaats in het eerste lid geldt dat in geval de werknemer op meerdere standplaatsen van de hogeschool werkzaam is, de standplaats waar de werknemer woont dan wel in welke richting de werknemer de eerste keer na indiensttreding verhuist, als de standplaats als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt aangemerkt. Op basis van die standplaats heeft de werknemer recht op een verhuisvergoeding conform lid 1 van dit artikel. 3 Als zich een grote wijziging in de verdeling van de werkzaamheden over verschillende standplaatsen voordoet en de werknemer richting de standplaats gaat wonen waar hij voor het grootste deel van zijn betrekking werkzaam is, kan opnieuw aanspraak op een verhuis- kostenvergoeding worden gemaakt conform lid 1 van dit artikel, gedurende twee jaar nadat de genoemde wijziging in de verdeling van de werkzaamheden inging, tenzij de redelijkheid zich daar tegen verzet. 4 Indien de werknemer in dienst treedt voor bepaalde tijd of voor de omvang van minder dan een halve normbetrekking kunnen werkgever en werknemer overeenkomen dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is, met dien verstande dat de periode gedurende welke een werknemer recht heeft op een verhuiskosten- vergoeding nooit langer kan zijn dan in totaal twee jaar te rekenen vanaf het moment van het ontstaan van het recht op de vergoeding. 5 De werkgever kan de werknemer verplichten tot terugbetaling van een evenredig deel van de tegemoetkoming indien de werknemer binnen twee jaar na verhuizing de arbeidsovereenkomst opzegt.

  • Kosten Alle kosten en rechten aan deze akte verbonden, zijn begrepen in de aanneemsom.

  • Kostenverhogende omstandigheden 27.1. Kostenverhogende omstandigheden zijn omstandigheden, die de kosten van het Werk verhogen en van dien aard zijn, dat bij het tot stand komen van de Overeenkomst geen rekening werd gehouden met de kans dat zij zich zouden voordoen. Deze kostenverhogende omstandigheden kunnen de Opdrachtgever niet worden toegerekend, zodat het risico dat deze omstandigheden zich voordoen geheel bij de Opdrachtnemer wordt gelegd en de dekking daarvan geacht wordt te zijn begrepen in de prijsvorming van Opdrachtnemer, tenzij er sprake is van een overeengekomen kostenpost, waarvan na het sluiten van de Overeenkomst de kostprijs in de markt aantoonbaar aan de hand van de van toepasselijke bdb-index met meer dan 10 procent is gestegen, in welk geval datgene wat boven de 10 procent uitkomt voor vergoeding aan de Opdrachtnemer in aanmerking komt. 27.2. De aanspraak op de in het vorige lid aangegeven aanvullende vergoeding geldt slechts indien de Opdrachtnemer aan de Opdrachtgever zo spoedig mogelijk voor de noodzaak van een prijsverhoging heeft gewaarschuwd, opdat deze tijdig hetzij gebruik kan maken van het hem in artikel 36 toegekende recht, hetzij een voorstel kan doen tot beperking of vereenvoudiging van het Werk.

  • Herstelkosten Is in het geval van schade aan inboedel, huurdersbelang en lijfsieraden herstel mogelijk, dan is de schade gelijk aan de herstelkosten, eventueel vermeerderd met een door de schade veroorzaakte en door de reparatie niet opgeheven waardevermindering. De schade zal echter nimmer meer bedragen dan het verschil tussen de waarde van het beschadigde onmiddellijk vóór de gebeurtenis en de restantwaarde daarvan onmiddellijk na de gebeurtenis.

  • Ziektekosten a. Aan de werknemer wordt de mogelijkheid geboden van deelname aan een ziektekostenverzekering (ONVZ of IZZ, uitgevoerd door CZ of VGZ) overeenkomstig de regeling opgenomen in bijlage 8. b. De werknemer die van één van de mogelijkheden opgenomen in bijlage 8 gebruik maakt, heeft recht op een bijdrage van de werkgever in de premie van de aanvullende ziektekostenverzekering met een maximum van €120,- bruto per jaar, ongeacht de omvang van het dienstverband. c. De werknemer die meerdere arbeidsovereenkomsten heeft met meerdere werkgevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao, ontvangt van ieder van deze werkgevers de vergoeding naar rato van het des- betreffende dienstverband, met dien verstande dat het bedrag van €120,- bruto per jaar wordt uitbetaald door de gezamenlijke werkgevers.

  • Reiskosten 1 Op hogeschoolniveau wordt invulling gegeven aan de reiskosten- regeling. Onderdeel hiervan kan zijn een openbaar-vervoerplan wat met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad overeengekomen kan worden. Indien er een aanvullende regeling wordt afgesproken in het lokale cao-overleg geldt bij strijdigheid hetgeen in het lokale cao-overleg is afgesproken. 2 De werkgever kan een fiscale salderingsregeling treffen voor dienstreizen en woon/werkverkeer. 3 Het beleid ter zake van het openbaar-vervoerplan wordt jaarlijks verantwoord in het sociaal jaarverslag.

  • Bereddingskosten Kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – (een verzekerde aansprakelijk zou zijn en) de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.