Internationaal vervoer Voorbeeldclausules

Internationaal vervoer. 1. Winst uit de exploitatie van schepen, luchtvaartuigen of spoor- of wegvoertuigen in internationaal verkeer is slechts belastbaar in de overeenkomstsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
Internationaal vervoer. § 1 Winst die een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat behaalt uit de exploitatie van schepen, luchtvaartuigen of spoor- of wegvoertuigen in internationaal verkeer is slechts in die Staat belastbaar.
Internationaal vervoer. Het dwingenrechterlijk verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) en aanvullend daarop deze transportvoorwaarden en de AVC 2002.
Internationaal vervoer. Op al het internationaal vervoer is het CMR-verdrag van toepassing, laatste versie.
Internationaal vervoer. Op al het internationaal vervoer is het CMR-verdrag van toepassing. Deze zijn te downloaden via xxx.xxxxxx-xxxxx.xx/xxxxxxxx-xxxxxxxxxxx.
Internationaal vervoer. Voor de overeenkomsten van internationaal wegtransport omvat de dekking de contractuele aansprakelijkheid zoals bepaald in het Verdrag betreffende de Overeenkomst tot Internationaal Vervoer van Goederen over de Weg (C.M.R.) gesloten op 19 mei 1956 te Genève en gebeurlijke amendementen hierop en dit onder de verzekeringsvoorwaarden zoals hernomen onder artikel 1. Voor de overeenkomsten van nationaal wegtransport binnen de grenzen van het Koninkrijk België omvat de dekking de contractuele aansprakelijkheid voor de rechtstreekse materiële schade aan de vervoerde goederen zoals bepaald in de Wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg en gebeurlijke amendementen, of zoals overeengekomen in contractuele bepalingen die hiervan afwijken en dit onder de verzekeringsvoorwaarden zoals hernomen onder artikel 1. De vergoeding voor vertraging in de aflevering van de vervoerde goederen is echter gedekt, doch blijft beperkt tot de vrachtprijs. Met “Cabotage” wordt een vervoer over de weg bedoeld, waarbij de laad- en losplaats zich bevinden buiten de landsgrenzen van België maar binnen de grenzen van één van de overige landen van het voorziene geldigheidsgebied. Ingeval van cabotage over de weg is, op straffe van nietigheid van de verzekering, het gebruik van een CMR vrachtbrief verplicht. Bovendien wordt bevestigd dat ook in geval van cabotage de verzekerde waarde vastgesteld is overeenkomstig artikel 14. De vergoeding voor vertraging in de aflevering van de vervoerde goederen is echter gedekt, doch blijft beperkt tot de vrachtprijs.
Internationaal vervoer. 1. Voordelen uit de exploitatie van schepen, boten die dienen voor het vervoer in de binnenwateren of luchtvaartuigen in internationaal verkeer zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
Internationaal vervoer. Op al het internationaal vervoer is het CMR-verdrag van toepassing.
Internationaal vervoer. Op al het internationaal vervoer is het CMR-verdrag van toepassing. laatste versie. Op alle Expeditie werkzaamheden zijn de FENEX voorwaarden van toepassing, laatste versie.
Internationaal vervoer. In het OESO-modelverdrag van 2010 wordt in artikel 8 aangegeven welke norm gehanteerd kan worden in een eventueel verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing op het punt van het internationaal vervoer. In het commentaar, dat bijgevoegd is bij het OESO-modelverdrag, wordt echter aangegeven dat de OESO de invulling van dit artikel over laat aan de uitkomst van de bilaterale onderhandelingen tussen de landen. Hiermee wordt door de OESO beoogd om de invulling van dit artikel af te laten hangen van de context waarin Malta en Curaçao het internationaal vervoer willen bevorderen. Op basis van het eerste lid van dit artikel is de winst behaald met de exploitatie van schepen en luchtvaartuigen in internationaal verkeer ter belastingheffing toegewezen aan de verdragsluitende partij waar de werkelijke leiding van de onderneming zich bevindt. In overeenstemming met het OESO-commentaar bij het OESO-modelverdrag van 2010 geldt het regime voor scheep- en luchtvaartwinst op grond van het tweede lid ook voor winst die door de hiervoor bedoelde onderneming wordt verkregen uit de verhuur van schepen en luchtvaartuigen. Op grond van het derde lid geldt het regime verder ook voor winst die door de onderneming wordt verkregen uit het 7 xxxx://xxx.xxxx.xxx/xxx/xxxxxxxx/00000000.xxx. gebruik, het onderhoud of de verhuur van containers voor het vervoer van goederen (daaronder begrepen opleggers, aken en aanverwante apparatuur voor het vervoer van containers). Het vierde lid betreft de winst ingeval van een pool of joint venture of soortgelijke samenwerking. Het bepaalde in de leden 1 en 3 is ook van toepassing op voordelen uit de deelneming in een pool, een gemeenschappelijke onderneming of een internationaal opererend agentschap. In het vijfde lid wordt bepaald in welke staat een scheepvaartonderneming is gevestigd: in het geval de plaats van de werkelijke leiding zich aan boord van een schip bevindt, wordt de plaats van werkelijke leiding geacht te zijn gelegen in de verdragsluitende staat waar de thuishaven van het schip is gelegen, of, indien er geen thuishaven is, in de verdragsluitende staat waarvan de exploitant van het schip inwoner is.