Juridische context Voorbeeldclausules

Juridische context. Houd bij het formuleren van het beleid ten aanzien van tijd- en plaatsonafhankelijk werken rekening met zaken die al vastliggen in wet- en regelgeving. In ieder geval: - De ondernemingsraad kan conform de WOR, art. 25 en art. 27 adviesrecht of instemmingsrecht hebben op onderdelen van het beleid over tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Dit is afhankelijk van de inhoud van het gezamenlijk te formuleren beleid. Vaak gaat het om een belangrijke verandering in de organisatie van de werkzaamheden. - Zo is er sprake van adviesrecht als het tijd- en plaatsonafhankelijk werken belangrijke investeringen vergt of als er een technische voorziening ingevoerd moet worden (art. 25 lid 1 sub h en k WOR). - Er is instemmingsrecht als het beleid voor tijd- en plaatsonafhankelijk werken leidt tot aanpassingen van de werkplek doordat er flexplekken komen (art. 27 lid 1 sub d WOR). - Daarnaast heeft de ondernemingsraad op onderdelen instemmingsrecht inzake werktijden en bereikbaarheid (art. 27, lid1 b WOR), privacy/verwerking en bescherming persoonsgegevens (art. 27, lid 1 k WOR), een regeling of voorziening van waarneming of controle van aanwezigheid en prestaties (art. 27, lid 1 l WOR), arbeidsomstandigheden zoals een veilige en gezonde werkplek, werkdruk (art. 27, lid 1 d WOR), aanstellingsbeleid (art. 27, lid 1 e WOR), opleidingsbeleid (art. 27, lid 1 f WOR) en beoordeling (art. 27, lid 1 g WOR). Wellicht dat het formuleren van beleid voor tijd- en plaatsonafhankelijk deze onderwerpen raakt. Check dat met elkaar.
Juridische context. Ruimtelijke context Financiële context Demografische context De tijdsdimensie van de realisatiefase Een lijst van randvoorwaarden waarmee alle partijen rekening dienen te houden bij het verder definiëren en realiseren van het project vormt de output van dit deel. De door de Inrichtende Macht aangeleverde informatie onder Deel A, met inbegrip van de daar bijhorende bijlagen die onder Deel C worden bijgevoegd, wordt weliswaar te goeder trouw, doch slechts bij wijze van inlichting verstrekt. De Inrichtende Macht aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid met betrekking tot de aangeleverde informatie in dit kader, noch levert de Inrichtende Macht een garantieverklaring af met betrekking tot de volledigheid, relevantie en interpretatie van de informatie.
Juridische context. ProRail wordt inhoudelijk sterker gepositioneerd als een uitvoeringsinstantie die ten dienste staat van het algemeen belang. De voorliggende concessie benut daartoe de ruimte en mogelijkheden van de bestaande relevante wettelijke concessiekaders van de Spoorwegwet. ProRail blijft dus onverkort functioneren binnen de bestaande wettelijke kaders van de Spoorwegwet. In die wettelijke kaders wordt geen wijziging aangebracht, dus ook niet in de bestaande formele wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden van ProRail. Deze beheerconcessie staat niet op zichzelf en moet worden bezien binnen de context van de relevante Europese en nationale juridische kaders.
Juridische context. Corporaties worden door de Nederlandse wetgever niet beschouwd als aanbestedende diensten en zijn niet verplicht de Aanbestedingswet toe te passen. Wanneer corporaties maatschappelijk vastgoed ontwikkelen of onderhouden, moeten corporaties op grond van de Woningwet wel ‘aanbesteden’. De Woningwet stelt echter geen nadere eisen aan bijvoorbeeld de aanbestedingsprocedure: corporaties mogen dat zelf weten. Wel zijn corporaties verplicht de Aanbestedingswet te volgen wanneer zij bijvoorbeeld bij de realisatie van herstructureringsprojecten ook werkzaamheden aanbesteden in opdracht van de gemeente, voor zover dat op grond van de Woningwet überhaupt is toegestaan. Omdat de gemeente, indien zij zelf deze werken rechtstreeks zou aanbesteden, wel aanbesteding plichtig is onder de Aanbestedingswet, wordt deze verplichting in dit soort gevallen doorgelegd naar de corporatie. Ook staat het de corporatie vrij om de Aanbestedingswet vrijwillig van toepassing te verklaren op een aanbesteding. Hoe een corporatie ook omgaat met de Aanbestedingswet, deze wet bevat een aantal bruikbare principes die corporaties goed kunnen toepassen en waarmee zij hun voordeel kunnen doen. De leidraad beschrijft een aantal van deze principes. Corporaties zijn natuurlijk vrij om te bepalen of en in hoeverre ze hierbij aansluiten. Met dit inkoopbeleid haakt Krijtland Wonen zoveel mogelijk aan op de beginselen zoals opgenomen in de Aanbestedingswet 2012. Het betreft het non-discriminatiebeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het transparantie- beginsel en het proportionaliteitsbeginsel. De inkoopbehoefte van Krijtland Wonen heeft betrekking op het domein van: ▪ Het onderhoudsproces (reparatie-, mutatie- en contractonderhoud); ▪ Bouwkundige projecten (sloop, nieuwbouw, woningverbetering, groot- en planmatig onderhoud); ▪ Interne bedrijfsvoering (ICT, Facilities en HRM); ▪ Sociaal beheer (leefbaarheid en overlast); ▪ Huurproces (incasso); ▪ Service (groenonderhoud, schoonmaak en energie).
Juridische context 

Related to Juridische context

  • FUNCTIECONTEXT De functie draagt bij aan de missie van VMM om voor de huidige en toekomstige generaties in Vlaanderen: - proper, aantrekkelijk en voldoende water te waarborgen, - gezonde lucht te bewerkstelligen, - de klimaatadaptatie mee te sturen. De functie onderschrijft de visie van VMM als een oplossingsgerichte partner voor een klimaatbestendige leefomgeving. Je werkt binnen de recent opgerichte kern dienstencentrum en werkt nauw samen met de dienst circulaire en klimaatadaptieve samenleving.

  • Intellectuele eigendom en auteursrechten 1. Onverminderd het overigens in deze algemene voorwaarden bepaalde behoudt gebruiker zich de rechten en bevoegdheden voor die gebruiker toekomen op grond van de Auteurswet.

  • Accessoires Uitsluitend de volgende zaken gelden als accessoire: allesdrager, dakkoffer, brandblusapparaat, fietsdrager, gevarendriehoek, kinderzitje, matten, pechlamp, sleepkabel, stoelhoezen, trekhaak en verbanddoos.

  • Bij welke conflicten heeft u recht op juridische hulp? U heeft recht op juridische hulp als u deelneemt aan het verkeer en een conflict heeft doordat een van de volgende gebeurtenissen plaatsvindt.

  • Intellectuele eigendomsrechten 1. De gebruiker is en blijft de rechthebbende van alle intellectuele eigendomsrechten die rusten op, voortkomen uit, verband houden met en/of behoren tot de door de gebruiker in het kader van de overeenkomst geleverde of vervaardigde werken, zaken, documenten e.d., tenzij partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen. De uitoefening van deze rechten is, zowel tijdens als na afloop van de uitvoering van de overeenkomst, uitdrukkelijk en uitsluitend aan de gebruiker voorbehouden.

  • Rechten van intellectuele eigendom A.10.1 Alle rechten van intellectueel eigendom op alle in het kader van het Project ontwikkelde of ter beschikking gestelde Materialen berusten uitsluitend bij Opdrachtnemer of diens licentiegevers.

  • Vakantierechten Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. Iedere werknemer heeft per vakantiejaar recht op het volgende aantal verlofdagen: Leeftijd Aantal werkdagen verlofdagen seniorendagen totaal tot 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 25 0 25 tussen 10 jaar en 5 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd 25 9 34 vanaf 5 jaar voor de AOW- gerechtigde leeftijd 25 12 37 Een werknemer die gedurende het kalenderjaar de leeftijd bereikt waarop hij recht heeft op seniorendagen, heeft recht op deze dagen naar rato. Hierbij zal het aantal op hele dagen worden afgerond. De ingangsleeftijd van de seniorendagen loopt synchroon op met de AOW- gerechtigde leeftijd. Indien de AOW-leeftijd gedurende de looptijd van deze CAO wordt verhoogd, betekent dit dat de in dit artikel bedoelde leeftijd met dezelfde periode wordt verhoogd.