Wettelijke kaders Voorbeeldclausules

Wettelijke kaders. Boventalligheid wordt vastgesteld met inachtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving. Ingeval van boventalligheid als gevolg van een vermindering van arbeidsplaatsen binnen een categorie uitwisselbare functies, betekent dit dat de boventalligheid wordt bepaald op basis van het afspiegelingsbeginsel.
Wettelijke kaders. Grondrecht op privacy
Wettelijke kaders. De WTO Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen gebruikt de OIE-standaarden als referentie voor diergezondheid, voedselveiligheid en zoönosen. De toepassing en het gebruik van deze standaarden is voor WTO-leden van belang om een veilige, internationale handel in dieren en hun producten te vergemakkelijken. Ter ondersteuning en behoud van de uniformiteit van standaarden en richtlijnen onder de leden hanteert de OIE twee Codes (Terrestrial Animal Health Code en Aquatic Animal Health Code) en twee Handleidingen (Manual of Diagnostic Tests and Vaccines for Terrestrial Animals en Manual of Diagnostics Test for Aquatic Animals). Naarmate nieuwe wetenschappelijke informatie bekend wordt, werkt OIE de internationale standaarden en richtlijnen bij. De OIE kan enkel wijzigingen en nieuwe standaarden aanvaarden tijdens de jaarlijkse vergadering van de Algemene Vergadering van de Assemblee. De Codes bevatten op - wetenschap gebaseerde – standaarden voor de rapportage van ziekten, preventie en controle, en beogen een veilige internationale handel in land- en waterdieren en hun producten te verzekeren. Bij een correcte toepassing van deze sanitaire maatregelen wordt de introductie en verspreiding, via dieren en hun producten, van middelen die voor dieren en/of mensen pathogeen zijn, voorkomen. De Handleidingen bevatten de internationale OIE- standaarden en richtlijnen over kwaliteitsmanagement in testlaboratoria, validatie-principes en kwaliteitscontrole van diagnostische waardebepalingen en diagnostische testmethodes voor specifieke ziekten, waaronder de in de Codes vermelde officiële testen. De OIE is zich ervan bewust dat in veel landen de veterinaire wetgeving verouderd of ontoereikend is om te kunnen voldoen aan huidige en toekomstige uitdagingen en maatschappelijke verwachtingen. De veterinaire diensten dienen te worden ondersteund door doeltreffende en moderne wetgeving. De OIE ziet voor de veterinaire diensten (Veterinary Services - VS) een belangrijke taak weggelegd op het gebied van markttoegang voor dieren en dierlijke producten, en voor volksgezondheids- en voedselveiligheidszaken. Deze VS zouden onafhankelijk en objectief moeten kunnen optreden, waarbij zij zich bij het opstellen van hun beleid en besluiten zoveel mogelijk moeten baseren op wetenschappelijke inzichten. De OIE heeft daarom een programma ontwikkeld om landen te ondersteunen in het verbeteren van de veterinaire infrastructuur. Dit zogenaamde “PVS Pathway” is een wereldwijd op...
Wettelijke kaders. Bij NL-PSY zijn de volgende wetten van toepassing: - Kwaliteitswet Zorginstellingen (KZI) - Wet Beroepsuitoefening Individuele Gezondheidszorg (BIG) - Wet Geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) - Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) Algemene leveringsvoorwaarden NL-PSY KvK nummer: 61048631 Versie 20230410 NL-PSY is een erkende specialistische GGZ instelling en valt daarmee onder het toezicht van de Inspectie voor de gezondheidszorg en jeugd (IGJ).
Wettelijke kaders a. Investeringen van woningcorporaties passen binnen de wettelijke kaders en kaders opgelegd door toezichthouders. b. De initiatieven die voortkomen uit deze Deal voldoen aan de relevante wettelijke kaders (onder andere in relatie tot mededinging en staatssteun).
Wettelijke kaders. Sinds 1 januari 2007 vallen de activiteiten van ons kantoor onder de Wet financieel toezicht (Wft). Deze wet stelt eisen aan onder andere de informatieverschaffing, deskundigheid, vakbekwaamheid en betrouwbaarheid van financiële dienstverleners. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) ziet namens de overheid toe op de naleving van de Wft. Xxxxxxx Geld voldoet aan de eisen die de wetgeving aan een financiële dienstverlener stelt en is geregistreerd ondernummer 12016528. Onder dit nummer bemiddelen wij in - en beheren wij financiële producten op het gebied van: - Schadeverzekeringen - Levensverzekeringen - Hypothecaire kredieten - Consumptieve kredieten - Betaal- en spaarrekeningen Het totale register van bevoegd financiële adviseurs kunt u raadplegen op xxx.xxx.xx. Daar treft u ook meer informatie over de AFM.
Wettelijke kaders. De primaire functie van de accountant is het als onafhankelijke deskundige uitvoeren van de accountantscontrole en het geven van een oordeel op grond van dit onderzoek als bedoeld in artikel 217 van de Provinciewet. Op grond van artikel 217 lid 1 van de Provinciewet hebben Provinciale Staten van Overijssel de Controleverordening vastgesteld (zie paragraaf 1.1). Jaarlijks wordt in de eerste maanden van het nieuwe boekjaar een provinciaal Audit Plan opgesteld. Dit plan wordt in samenspraak onder regie van het team Concerncontrol opgesteld en vervolgens door het College van Gedeputeerde Staten vastgesteld. Vanaf 2023 zal door het College conform wet- en regelgeving een rechtmatigheidsverantwoording worden afgegeven. De provinciale interne controles worden risicogericht uitgevoerd. Niet elk proces wordt elk jaar even uitgebreid beoordeeld. Afhankelijk van de uitkomst van de laatste rapportages, de recente ontwikkelingen en de omvang (in euro’s) van het proces wordt het risicoprofiel bepaald. Tweemaal per jaar wordt aan het College gerapporteerd over de processen. De rapportages worden ook aangeboden aan de Audit Commissie. Een aantal processen wordt vanuit risico-oogpunt elke periode beoordeeld. De accountant steunt gedurende de controleperiode op de uitgevoerde interne controlewerkzaamheden. In Bijlage J is een beschrijving opgenomen van hoe de Verbijzonderde Interne Controle bij Provincie Overijssel georganiseerd is. Daarnaast moet de controle uiteraard voldoen aan alle relevante geldende wet- en regelgeving, waaronder het ‘Besluit Accountantscontrole decentrale overheden’.
Wettelijke kaders. Aanbestedingswet de gewijzigde Aanbestedingswet 2012 implementeert sinds 1 juli 2016 de Europese Richtlijnen 2014/24/EU en 2014/25/EU (‘Aanbestedingsrichtlijnen’), Concessierichtlijnen 2014/23/EU en Richtlijn 2007/66/EU (‘Rechtsbeschermingsrichtlijn’). Deze wet biedt één kader voor overheids- en concessieopdrachten boven en – beperkt – onder de (Europese) drempelwaarden en de rechtsbescherming bij (Europese) aanbestedingen. Aanbestedingsreglement werken 2016 (ARW 2016): deze wet biedt een kader voor overheidsopdrachten boven en – beperkt – onder de Europese drempelwaarden en de rechtsbescherming bij aanbestedingen voor werken. Europese wet- en regelgeving Wet- en regelgeving op het gebied van aanbesteden is afkomstig van de Europese Unie. De ‘Aanbestedingsrichtlijnen’ en ‘Concessierichtlijn’ vormen momenteel de belangrijkste basis. De interpretatie van deze Aanbestedingsrichtlijnen en ‘Concessierichtlijn’ kan volgen uit Groenboeken, Interpretatieve Mededelingen etc. van de Europese Commissie. Burgerlijk Wetboek Het wettelijke kader voor overeenkomsten. Wet op de gemeenschappelijke regelingen Het wettelijke kader voor GR Bedrijvenschap Hoefweg. Gids Proportionaliteit De (herziene) Gids Proportionaliteit 2016 is in zijn geheel het richtsnoer dat is aangewezen in het Aanbestedingsbesluit en geeft handvatten voor redelijke toepassing van het proportionaliteitsbeginsel.
Wettelijke kaders. De liberalisatiegrens/ huurtoeslaggrens is € 879,66. • De maximale gemiddelde huursomstijging is CAO-loonontwikkeling -/- 0,5%. Dit percentage is 5,3%1. • Bij een netto huur tot € 300 is een huurverhoging toegestaan van maximaal € 25 (indien de huurder niet in aanmerking komt voor een inkomensafhankelijke huurverhoging). • Huishoudens die een laag inkomen hebben (onder € 52.753, respectievelijk € 61.046, zie tabel 1) mogen een huuraanpassing van maximaal CAO-loonontwikkeling krijgen. Dat is 5,8%. • De methodiek van de inkomensafhankelijke huurverhoging wijzigt niet. Afhankelijk van de huishoudgrootte en het inkomen mag de huur met maximaal € 50 of € 100 per maand omhoog. Zie tabel 1. Tabel 1: methodiek inkomensafhankelijke huurverhoging 2024 Middeninkomen Max. € 50 Hoog inkomen Max. € 100 Eenpersoonshuishoudens € 52.753 - € 62.191 > € 62.191 Meerpersoonshuishoudens > € 61.046 - € 82.921 > € 82.921
Wettelijke kaders. Boventalligheid wordt vastgesteld met inachtneming van de toepasselijke wet- en regelgeving. Ingeval van boventalligheid als gevolg van een vermindering van arbeidsplaatsen binnen een categorie uitwisselbare functies, betekent dit dat de boventalligheid wordt bepaald op basis van het afspiegelingsbeginsel. Bij de toepassing van het afspiegelingsbeginsel kan de IGMA ervoor kiezen het alternatief afspiegelingsbeginsel toe te passen. Toelichting alternatief afspiegelingsbeginsel Op grond van de Ontslagregeling is het mogelijk ten hoogste 10% van het totale aantal werknemers dat voor ontslag in aanmerking komt op basis van bovengemiddeld functioneren en/of bovengemiddelde ontwikkeling buiten beschouwing te laten. Werknemers kunnen buiten beschouwing worden gelaten, indien: 1. Aannemelijk is dat de werknemer bovengemiddeld functioneert dan wel naar verwachting in de toekomst zich bovengemiddeld zal ontwikkelen; 2. De werknemer periodiek is beoordeeld. In die beoordelingen moet bovendien steeds aangegeven zijn of de werknemer bovengemiddeld functioneert of zich naar verwachting in de toekomst bovengemiddeld zal ontwikkelen; 3. Alle werknemers kenbaar is gemaakt dat werknemers die bovengemiddeld functioneren of waarvan de verwachting is dat zij zich bovengemiddeld zullen gaan ontwikkelen, buiten beschouwing kunnen worden gelaten indien er moet worden afgespiegeld; 4. Alle werknemers dezelfde mogelijkheden zijn geboden om zich, al dan niet in de toekomst, te ontwikkelen tot een bovengemiddeld functionerende werknemer. Bovendien geldt dat het alternatief afspiegelingsbeginsel enkel is toegestaan, voor zover dat er niet toe leidt dat meer werknemers uit de leeftijdsgroepen “15 tot 25 jaar” en “55 jaar tot de AOW-leeftijd” voor ontslag in aanmerking worden gebracht dan het geval zou zijn bij toepassing van het “gewone” afspiegelingsbeginsel.