Keuze ventilatiesysteem Voorbeeldclausules

Keuze ventilatiesysteem. Het uitgangspunt is een systeem D - enkel ingeval specifieke omstandigheden (vb. herenhuis Bockstaellaan) kan mits uitdrukkelijke motivatie worden gekozen voor een systeem C. - De drukken in de hoofdkanalen worden constant gehouden, zodanig dat debietvariaties in het ene kanaal geen invloed hebben op de rest. - De afzuiging van het sanitair gebeurt met een afzonderlijke ventilator, tenzij een kruisstroomwarmte- wisselaar voor de warmteterugwinning wordt aangewend. - De verdeling van de lucht in het kanalenstelsel wordt bewerkstelligd met kleppen (irisventielen met meetpunten). - De luchtgroep wordt steeds uitgevoerd met een bypass om free cooling mogelijk te maken - Bij voorkeur wordt de nodige plaats voorzien om de luchtgroep binnen op te stellen, hierbij wordt ook rekening gehouden met de vereiste ruimte voor onderhoud en toegang voor vervanging. Indien het echter niet mogelijk is de luchtgroep binnen te plaatsen wordt deze op een verzinkt frame geplaatst. Voor de montage van dit frame worden er sokkels voorzien op het dak conform TV 244. De details van de bevestiging en van de afdichting worden in de ontwerpplannen opgenomen. - Bij buitenopstelling dient er verder nog bijzondere aandacht te gaan naar de de geluidsnormen volgens de milieuwetgeving - Houd rekening bij de keuze van het warmteterugwinningsysteem met de bijhorende problematiek van contaminatie van de verse lucht. - Bij de keuze voor een warmtewiel gelden volgende vereisten: o Onderhoudsvriendelijk inzonderheid voor de vervanging filters o correcte opstelling ventilatoren (ventilatoren na het warmtewiel) o een verschildrukbewaking met alarmmelding o spoelsectie o voorzie een meetverslag ter staving van de correcte afstelling van de onderdrukken in de verschillende secties van de luchtgroep o het besturingssysteem moet aan de gebruiker toelaten om op een eenvoudige wijze de by- pass over het warmterecuperatiesysteem te activeren - Eisen luchtbehandelingskasten: o doorbuiging/mechanische stabiliteit: D2 (binnenopstelling) D1 (buitenopstelling) o thermische isolatie: T3 (binnenopstelling) T2 (buitenopstelling) o koudebrugfactor: TB2 o luchtdichtheid: L3 - Filterklasse te onderzoeken i.f.v. de buitenluchtkwaliteit en de toepassing van het lokaal, maar min. ePM1 50% (voorheen F7). - Voor de maximale lekdebieten i.f.v. de filterklasse is de tabel 7 in de norm NBN EN 1886 (2007) van toepassing. - In elk lokaal, bestemd voor menselijke bezetting, wordt een CO2-sensor geplaatst. - steeds verwarmd met ...