KOORDINATION Voorbeeldclausules

KOORDINATION. 1. Die Koordination im Hinblick auf die Festlegung des belgischen Standpunkts, sowohl allgemein als auch für jeden Punkt der Tagesordnung der Räte der Europäischen Union, wird im Rahmen der "Verwaltungsdirektion Europäische Angelegenheiten" de Ministeriums der Auswärtigen Angelegenheiten gewährleistet, die den Vorsitz und das Sekretariat der Versammlungen wahrnimmt. 2. Diese Koordination erfolgt vor jeder Tagung des Rates auf systematische und horizontale Weise, welcher auch immer der betroffene Zuständigkeitsbereich sein möge. Dazu werden zu allen Koordinationsversammlungen eingeladen: die Vertreter des Premierministers, der jeweiligen Vizepremierminister, des Ministers der Europäischen Angelegenheiten, der Vorsitzenden der Gemeinschafts- und Regionalregierungen, der Mitglieder der Gemeinschaffs- und Regionalregierungen, die auf Ebene der internationalen Beziehungen zuständig sind, und der Ständigen Vertretung bei den Europäischen Gemeinschaften sowie die Attachés der Gemeinschaften und Regionen. Die zuständigen föderalen, Gemeinschafts- und Regionalministerien sowie Vertreter der zuständigen föderalen, Gemeinschafts- und Regionalminister werden je nach der Tagesordnung der Versammlungen eingeladen. 3. Mit dem Vereinigten Kollegium der Gemeinsamen Gemeinschaftskommission wird ein getrenntes Zusammenarbeitsabkommen geschlossen über seine Beteiligung an den Koordinationsverfahren und an der Vorbereitung der belgischen Verhandlungsposition. 4. Von jeder Koordinationsversammlung wird ein Protokoll erstellt, auf dem die Namen der Teilnehmer erwähnt sind. Dieses Protokoll wird von Amtswegen allen Mitgliedern der Interministeriellen Konferenz für Außenpolitik übermittelt. 5. Der Verantwortliche des belgischen Sitzes im Ministerrat nimmt nur Stellung zu Angelegenheiten, die den Gegenstand einer vorherigen Koordination gemäß den Bestimmungen des vorliegenden Artikels gebildet haben.

Related to KOORDINATION

  • Beoordeling 1. Over de wijze waarop de werknemer zijn functie heeft uitgeoefend en over zijn gedragingen tijdens de uitoefening van die functie wordt periodiek een beoordeling opgemaakt. 2. De werkgever stelt regels vast voor beoordelingen. 3. De werknemer is verplicht de beoordeling voor gezien te ondertekenen.

  • De beoordeling Welke vraag moet de commissie beantwoorden? 3.1 Alhoewel het partijdebat zich met name heeft toegespitst op de externe registraties, vat de commissie de klacht van de consument ook zo op dat zij ook de vraag moet beantwoorden of de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument in de interne registers mocht registreren.1 Daarmee hangt ook samen de vraag of de verzekeraar de verschillende verzekeringen mocht beëindigen en daarvan melding mocht maken in de verschillende registers. 3.2 De commissie is van oordeel dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument ten onrechte in de verschillende registers heeft opgenomen. Dat betekent dat de verzekeraar de registraties uit de registers moet verwijderen. Het oordeel van de commissie zal hierna worden toegelicht. Eerst zal het juridisch kader worden geschetst waarna de zaak aan de hand van dit toetsingskader zal worden beoordeeld. 3.3 Omdat deze registraties grote gevolgen hebben voor consumenten, is de commissie van oordeel dat verzekeraars niet zonder goede reden persoonsgegevens mogen opnemen in de genoemde registers. Er worden dan ook terecht hoge eisen gesteld aan die reden(en). De eisen voor registratie in het Incidentenregister en het EVR zijn opgenomen in het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen 2021 (hierna: ‘het Protocol’, zie bijlage). 3.4 Artikel 5.2.1 van het Protocol bepaalt onder welke voorwaarden persoonsgegevens mogen worden opgenomen in het EVR. Vereist is dat er een zwaardere verdenking tegen de consument bestaat dan alleen maar een redelijk vermoeden van schuld aan de fraude, in die zin dat de te verwerken strafrechtelijke persoonsgegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Een strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene is niet vereist.2 Het uitgangspunt is dat de verzekeraar moet kunnen aantonen dat in voldoende mate vaststaat dat de gedraging van de consument de kwalificatie strafbaar feit kan dragen. Dit betekent dat alleen een verdenking van fraude niet genoeg is, hier moet ook enig bewijs voor zijn. De verzekeraar moet dus goede redenen hebben de gegevens te registreren en hij moet dat ook voldoende kunnen onderbouwen. Het is aan de verzekeraar te bewijzen dat hiervan sprake is. 1 Er is bij het invullen van het klachtformulier immers geen sprake van ‘het formuleren van een vordering’. Door het indienen van dat formulier wordt een klacht in volle omvang aan de Geschillencommissie voorgelegd, zie HR 17 november 1995, NJ 0000/000 (Xxxxx/Xxxxx) en art. 47 lid 2 onder h van het reglement. 2 Zie Hoge Raad 29 mei 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4720, overweging 4.4 (te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx).‌ 3.5 De verzekeraar stelt zich op het standpunt dat de consument hem opzettelijk heeft misleid door te proberen een dubbele uitkering te verkrijgen voor het verlies van één en dezelfde verlovingsring, terwijl hij daar geen recht op had. De consument heeft een uitvoerige verklaring gegeven, zoals weergegeven bij de nummers 2.5 t/m 2.12, voor de door de verzekeraar geconstateerde merkwaardigheden. De consument ontkent dat hij betrokken is geweest bij het indienen van de claim bij de reisverzekeraar. 3.6 De verzekeraar is er op basis van de aangevoerde argumenten niet in geslaagd de commissie ervan te overtuigen dat de consument heeft geprobeerd ter zake de verlovingsring een dubbele uitkering te krijgen. De commissie is van oordeel dat de verzekeraar onvoldoende naar voren heeft gebracht om vast te kunnen stellen dat de consument wist dat zijn verloofde al een claim bij de reisverzekeraar had ingediend. Evenmin is vast komen te staan dat de consument zelf de claim bij de reisverzekeraar heeft ingediend. In het licht van de consistente verklaringen van de consument, met name daar waar het gezamenlijke gebruik van de computer en de periode van ziekte en rouw betreft, acht de commissie niet in voldoende mate vaststaan dat de consument betrokken was bij of wetenschap had van de eerdere claim. De commissie neemt daarbij mee dat de consument ook ter zitting desgevraagd het een en ander op een consistente wijze heeft opgehelderd, niet is gebleken dat de consument tegenstrijdig heeft verklaard en niet valt uit te sluiten dat het is gegaan zoals de consument heeft verklaard. 3.7 Dat de consument in eerste instantie stellig heeft verklaard dat hij aan het sterfbed van zijn vader de verlovingsring had gezien, maakt het voorgaande niet anders. Gelet op de situatie waarin de consument zich destijds bevond, is het denkbaar dat hij ook daadwerkelijk in die veronderstelling verkeerde. De commissie kan zich voorts voorstellen dat de houding van de verzekeraar in deze kwestie voor de consument reden is geweest om zijn verloofde geen verklaring te laten afleggen. Niet weersproken is dat dit ook het advies is geweest van zijn rechtsbijstandsverzekeraar. Daarbij acht de commissie van belang dat de consument ter zitting heeft aangegeven bereid te zijn om erover na te denken zijn verloofde alsnog een verklaring te laten afleggen. 3.8 De verzekeraar stelt zich tot slot op het standpunt dat de consument bij e-mail van 14 januari 2022 heeft erkend dat hij heeft gefraudeerd. Gelet op de context waarin voornoemde e-mail door de consument is verstuurd, is de commissie echter van oordeel dat hierin geen erkenning van de consument besloten ligt. 3.9 De commissie is dan ook van oordeel dat niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd. Dit brengt mee dat niet is voldaan aan de vereisten die het Protocol stelt om tot registratie in het EVR over te gaan. De verzekeraar is dan ook onterecht overgegaan tot het registreren van de persoonsgegevens van de consument in het EVR en dient die registratie te verwijderen. 3.10 Vervolgens is de vraag aan de orde of de registratie in het Incidentenregister wel mag worden gehandhaafd. De commissie oordeelt dat ook de registratie in het Incidenten- register moet worden doorgehaald. Er is niet langer voldaan aan artikel 3.1.1 van het Protocol. Nu niet is vast komen te staan dat de consument heeft gefraudeerd, zijn de geregistreerde gegevens niet langer ter zake dienend. De registratie draagt niet langer bij aan het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen, en ook niet kan worden gezegd dat de registratie anderszins nog kan bijdragen aan de in artikel 4.1.1 Protocol omschreven doelen. 3.11 Op grond van artikel 4.2.3 van het Protocol worden de gegevens in het Incidenten- register uitgewisseld met functionarissen werkzaam bij de daartoe ingerichte coördinatiefuncties van het Verbond van Verzekeraars, te weten het fraudeloket. Dit is het CBV. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen dient de verzekeraar de melding van de incidentenregistratie aan het CBV in te trekken.

  • Training 1. Onder ‘ training ‘ wordt in het kader van deze algemene voorwaarden verstaan: alle trainingen, workshops en/ of andere bijeenkomsten die door Professional Organizer worden verzorgd. 2. Professional Organizer behoudt zich het recht voor inschrijvingen voor trainingen zonder opgave van redenen te weigeren. 3. Professional Organizer behoudt zich het recht voor in geval van onvoldoende inschrijvingen een training af te lasten dan wel deelnemersgroepen samen te voegen. Professional Organizer zal opdrachtgever in een voorkomend geval daarvan tijdig op de hoogte stellen. 4. Indien een training specifiek voor één opdrachtgever wordt verzorgd, kan Professional Organizer desgewenst het voor de training gebruikte materiaal (presentatie, lesmateriaal, enz.) aan (de or- ganisatie van) de opdrachtgever aanpassen. Het is opdrachtgever toegestaan hierin eenmaal wij- zigingen te laten aanbrengen door Professional Organizer. 5. Tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen zijn de door Professional Organizer voor trainingen gehanteerde tarieven exclusief omzetbelasting. Het door opdrachtgever aan Professional Organi- zer verschuldigde bedrag aan deelnamekosten is bij vooruitbetaling verschuldigd en dient voor aanvang van de training op de factuur aangegeven bankrekening van Professional Organizer te zijn bijgeschreven. Indien de betaling niet tijdig heeft plaatsgevonden, heeft Professional Organi- zer het recht deelname aan de training te weigeren.

  • Dekking U heeft aanspraak op rechtsbijstand wanneer u als particulier aan het maatschappelijk verkeer deelneemt en: a. iemand brengt u schade toe (‘pleegt een onrechtmatige daad tegenover u’) of dreigt dat te doen; b. u sluit een consumentenovereenkomst (bijvoorbeeld koop van meubilair, huur van een vakantiehuis, reparatie van een wasmachine) of een overeenkomst over dienstverlening (bijvoorbeeld een vakantie boeken)en de andere partij komt deze overeenkomst niet (goed) na; hieronder vallen zowel mondelinge als schriftelijke overeenkomsten en ook transacties die via internet worden afgesloten; c. u sluit een overeenkomst met betrekking tot uw woning, hoofdwoning of tweede woning voor eigen gebruik (koop, aanneming van werk, huur) en hieruit ontstaat een geschil; d. u krijgt een geschil over het burenrecht, bijvoorbeeld over bomen die dicht bij uw grond staan; e. u krijgt een geschil met de overheid, omdat deze een andere beslissing neemt dan u wenst; dekking bestaat voor de volgende beslissingen: - een bouwvergunning of een vergunning Wet Milieubeheer; - een besluit dat rechtstreeks het gebruik of de eigendom van uw woning aantast, zoals bijvoorbeeld een bestemmingsplan; - onteigening; - concrete beslissingen ten aanzien van uw persoon. f. u krijgt een geschil dat voortkomt uit het personen- en familierecht, bijvoorbeeld over adoptie of curatele, behalve als dat te maken heeft met een echtscheiding (zie verder onder 5, specifieke uitsluitingen); g. u wordt aangesproken op iets dat u als onbetaald bestuurder van een vereniging of stichting heeft gedaan of nagelaten; h. u krijgt een geschil over een erfenis; i. u wordt strafrechtelijk vervolgd; zie hiervoor ook artikel 2.5 van het algemene gedeelte van de verzekeringsvoorwaarden; j. u wordt verweten dat u tegenover iemand anders onrechtmatig heeft gehandeld. In dit geval kunt u onder de volgende voorwaarden aanspraak maken op rechtshulp: - u heeft een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren afgesloten; - de betreffende zaak valt niet onder de dekking van deze aansprakelijkheids- verzekering; - u stelt zich op het standpunt dat u geen verwijt te maken valt. Als aan deze voorwaarden is voldaan, verleent ARAG rechtsbijstand totdat er (eventueel) een procedure wordt gestart. De kosten van deze procedure worden alleen achteraf vergoed als de rechter uitspreekt dat u niet onrechtmatig heeft gehandeld.

  • Marketing Ook kan verzamelde informatie zoals genoemd in punt 3 (met uitzondering van punt 3.4) worden gebruikt om gebruikers te wijzen op voor hen interessante informatie. Verzamelde gegevens (nogmaals met uitzondering van gegevens afkomstig van punt 3.4) worden gebruikt om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen. Het gaat hierbij om informatie die tijdens het bezoek aan onze website of via andere wegen door de gebruiker aan de Therapeut wordt verstrekt. Deze gegevens kunnen gebruikt worden voor marketingdoeleinden en als geanonimiseerde statistische informatie voor klanten en zakelijke partners.

  • Monitoring Wijze van monitoren van de Individuele voorziening

  • Management Controleert personeel op diefstal Controleert personeelsaankopen Bespreekt dervingsaspecten met personeel Werft kandidaten voor vacatures Voert sollicitatiegesprekken Selecteert nieuwe medewerkers Stelt introductieprogramma op Introduceert nieuw personeel Voert functioneringsgesprekken Voert beoordelingsgesprekken Voert voortgangsgesprekken Stelt bezettingsplannen op Controleert urenplanning Verstrekt werkopdrachten aan het personeel Xxxxx werkbesprekingen en werkoverleg Begeleidt medewerkers bij uitvoering van werk Neemt maatregelen voor vervanging Stimuleert en motiveert het personeel Controleert klachtenafhandeling Stelt formatieplannen op voor de bezetting Ontvangt vertegenwoordigers Bepaalt de gewenste inkoopkwaliteiten Stelt verkoopplannen op Voert het ARBO-beleid uit Beoordeelt verkoopprijzen van concurrenten Voert milieuzorgsysteem uit Voert kwaliteitszorgsysteem uit Een AGF versmanager voert het beheer over een klein- of middelgroot onderdeel (vestiging) van een filiaalbedrijf. Hij/zij voert het ondernemingsbeleid uit, geeft leiding aan de medewerkers en voert ook verkooptaken uit. Haar/zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn voornamelijk tactisch, strategisch en operationeel van aard. De filiaalbeheerder moet ten minste beschikken over: • Representatief gedrag in de verkoopsituatie; • Behulpzaamheid en klantvriendelijkheid; • Pro-activiteit; • Inspirerend leiderschap; • Motovatie veilig en hygiënisch te werken op basis van HACCP en ARBO; • Zelfstandigheid om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren. En verder: • Openstaan voor nieuwe marktontwikkelingen en veranderend koopgedrag; • Openstaan voor het werken met nieuwe technieken en technologieën; • Toe kunnen passen van ICT mogelijkheden en e-commerce; • Tactisch kunnen optreden in onverwachte situaties; • Leiding geven aan andere medewerkers; • Coachen, motiveren en stimuleren van andere medewerkers; • Opleiden van andere medewerkers; • Opleidingsplannen kunnen maken; • Beleid kunnen vertalen in de praktische situatie; • Voorstellen kunnen doen ter verbetering van de bedrijfsvoering; • De verbeteringsvoorstellen kunnen implementeren; • Analyses en interpretaties kunnen maken van bedrijfsgegevens; • Marktanalyses kunnen maken; • Voorstellen kunnen doen ter verbetering van de winkelformule. Voor de leidinggevende functies wordt verondersteld dat de functionarissen die onder deze functiegroep vallen beschikken over alle competenties en in staat zijn alle taken en verantwoordelijkheden uit te voeren van de lagere functies. Deze worden dan ook niet meer opgenomen in het profiel van de functie filiaalbeheerder.

  • Planning 10.1 Partijen hebben ter verzekering van een goede voortgang van de werkzaamheden een Planning met bijbehorende toelichting vastgesteld, die bij de Overeenkomst is gevoegd als Bijlage 3, waarop is aangegeven binnen welke termijnen welke werkzaamheden door de daarbij aangegeven Partij dienen te worden verricht. De nakoming van de Planning heeft het karakter van een inspanningsverplichting, behoudens de in de Overeenkomst opgenomen resultaatsverplichtingen. Indien overschrijding van de in deze Planning opgenomen tijdstippen dreigt, zal de meest gerede partij de wederpartij daarvan tijdig op de hoogte stellen en zullen partijen overleggen over de alsdan te nemen maatregelen. Partijen kunnen in onderling overleg de planning aanpassen. 10.2 Naast bovengenoemde planning, waarbij slechts een inspanningsverplichting van toepassing is, geldt bij de volgende termijnen een resultaatsverplichting: 1. Binnen 6 maanden na feitelijke levering van de bouwkavel conform het gestelde in artikel 8.5 en 8.6 dient Wooncompagnie aan te vangen met de realisatie van het Bouwplan, danwel opdracht hebben verstrekt aan de aannemer voor de realisatie van het Bouwplan. Wooncompagnie dient daarbij in één gestaag tempo door te bouwen; 2. Binnen 24 maanden na feitelijke levering van de bouwkavel conform het gestelde in artikel 8.5 en 8.6 dient het Bouwplan in zijn geheel te zijn voltooid, conform de verleende omgevingsvergunning en deze overeenkomst. 10.3 Indien duidelijk is dat een termijn als bedoeld in artikel 10.2 niet wordt gehaald, dient de Wooncompagnie de gemeente daarvan onverwijld op de hoogte te stellen. Mogelijk afwijken van de bovengenoemde termijnen kan enkel om zwaarwegende redenen en met schriftelijke goedkeuring van de gemeente. Bij een overschrijding van een termijn met niet meer dan drie maanden zal de gemeente een dergelijke goedkeuring niet op onredelijk te achten gronden, die geen verband houden met het voldoende verzekerd zijn van de uiteindelijke realisatie van het Project, weigeren. Als zwaarwegende reden wordt in ieder geval beschouwd de situatie waarin de Wooncompagnie ondanks voldoende en concrete pogingen daartoe niet in staat is om derde-partijen contracteren die noodzakelijk zijn om het project fysiek uit te kunnen voeren (zoals (onder)aannemers, bouwers, etc.). 10.4 Mocht Wooncompagnie een of meer van de in dit artikel genoemde termijnen niet nakomen en de gemeente deze overschrijding niet heeft goedgekeurd, dan kan de gemeente onmiddellijk tot ontbinding van de Overeenkomst overgaan, verdere medewerking aan het Project weigeren en/of het voor het Project vastgestelde bestemmingsplan herzien en/of de voor het Project verleende omgevingsvergunning intrekken, een en ander onverlet het recht van de gemeente op betaling van de kosten als bedoeld in artikel 9.10. Wooncompagnie verklaart dat hij in dat geval geen verzoek om schadevergoeding, in welke vorm dan ook (zoals bijvoorbeeld een verzoek om tegemoetkoming in schade als bedoeld in artikel 6.1 Wro) in zal dienen bij de gemeente.

  • PARLEMENT Het Verdrag behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goed- keuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Verdrag xxx xxxxxx gebonden.

  • Operationele doelstelling 1.1 - Optimaal begrotingsbeleid en transparante informatievoorziening. Een belangrijk onderdeel van het financieel beheer is het begrotingsbeleid. Het begrotingsbeleid richt zich op het bereiken van een houdbaar pad van de financiën en het op termijn (kunnen) aflossen van de schuld. Het doel van het begrotingsbeleid is om minimaal een begrotingseven- wicht te realiseren of, nog beter, tot een begrotingsoverschot te komen. De directie FBA draagt zorg voor een transparante informatievoorziening over de begrotingsvoorberei- ding, de -uitvoering en de -verantwoording. De beslissingen inzake het begrotingsbeleid en de uitvoering ervan worden op een professionele en onderbouwde manier voorbereid en ondersteund. Dit ter facilite- ring van de budgettaire besluitvorming van het College en om het College en de Raad van de VGC te informeren over de uitkomsten van deze besluitvorming via de begrotingen (ex-ante) en de jaarrekening (ex post). • Methodes en processen ontwikkelen of aanpassen om de beslissingen inzake de oriëntaties van het begrotingsbeleid te ondersteunen en de vertaling ervan in officiële documenten te verzorgen; • Methodes en gestandaardiseerde rapporteringsvormen ontwikkelen of aanpassen voor het op- volgen van de uitvoering van de begroting;