Common use of Lagere indeling Clause in Contracts

Lagere indeling. Een medewerker kan door diverse omstandigheden worden overgeplaatst naar een lagere functie. Met ingang van de afgesproken ingangsdatum ontvangt de medewerker, afhankelijk van de omstandigheid, het volgende salaris: - Eigen toedoen, keuze of onbekwaamheid Als de overplaatsing van een medewerker veroorzaakt wordt door eigen toedoen, keuze of door onbekwaamheid van deze medewerker, dan wordt de loonsverlaging als volgt berekend: tussen het loon bij 1-functiejaren in de oude en in de nieuwe indeling, en deel dit door twee. Het oorspronkelijke feitelijk salaris wordt verlaagd met de uitkomst hiervan of zoveel meer als nodig om het eerstvolgende, lagere bedrag in de nieuwe loonschaal te bereiken. - Jonger dan 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd en een lagere functie als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker door bedrijfsomstandigheden moet worden overgeplaatst naar een andere functie, indeling in een functie in de eigen loongroep niet mogelijk is en hij zodoende wordt overgeplaatst naar een lagere functie, dan geldt het volgende: de medewerker wordt zo ingedeeld dat zijn nieuwe loon zo dicht mogelijk in de buurt komt van zijn oorspronkelijke feitelijk salaris. Een mogelijkheid hiertoe is het toekennen van extra functiejaren. Als er desondanks een verschil blijft, dan wordt dit verschil omgezet in een toeslag die de medewerker zes maanden lang ontvangt. - Meer dan twee functiegroepen lager als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker jonger dan 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd meer dan één loongroep lager wordt ingedeeld, dan geldt dat deze medewerker niet meer dan één loongroep lager kan worden geplaatst per twaalf maanden. Als hij om dezelfde reden meer dan één keer wordt overgeplaatst, dan worden de verplaatsingen als één geheel gezien. - Ouder dan 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd en een lagere functie als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker ouder dan 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd door bedrijfsomstandigheden moet worden overgeplaatst naar een andere functie en indeling in een functie in de eigen loongroep niet mogelijk is, dan geldt het volgende: de medewerker wordt overgeplaatst naar een lagere functie en behoudt tot aan zijn pensioen het functieloon van voor de overplaatsing. Eveneens is er geen sprake van afbouw.

Lagere indeling. Een medewerker kan door diverse omstandigheden worden overgeplaatst naar een lagere functie. Met ingang van de afgesproken ingangsdatum ontvangt de medewerker, afhankelijk van de omstandigheid, het volgende salaris: - Eigen toedoen, keuze of onbekwaamheid Als de overplaatsing van een medewerker veroorzaakt wordt door eigen toedoen, keuze of door onbekwaamheid van deze medewerker, dan wordt de loonsverlaging als volgt berekend: tussen het loon bij 1-functiejaren in de oude en in de nieuwe indeling, en deel dit door twee. Het oorspronkelijke feitelijk salaris wordt verlaagd met de uitkomst hiervan of zoveel meer als nodig om het eerstvolgende, lagere bedrag in de nieuwe loonschaal te bereiken. - Jonger dan 10 55 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd en een lagere functie als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker door bedrijfsomstandigheden moet worden overgeplaatst naar een andere functie, indeling in een functie in de eigen loongroep niet mogelijk is en hij zodoende wordt overgeplaatst naar een lagere functie, dan geldt het volgende: de medewerker wordt zo ingedeeld dat zijn nieuwe loon zo dicht mogelijk in de buurt komt van zijn oorspronkelijke feitelijk salaris. Een mogelijkheid hiertoe is het toekennen van extra functiejaren. Als er desondanks een verschil blijft, dan wordt dit verschil omgezet in een toeslag die de medewerker zes maanden lang ontvangt. - Meer dan twee functiegroepen lager als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker jonger dan 10 55 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd meer dan één loongroep lager wordt ingedeeld, dan geldt dat deze medewerker niet meer dan één loongroep lager kan worden geplaatst per twaalf maanden. Als hij om dezelfde reden meer dan één keer wordt overgeplaatst, dan worden de verplaatsingen als één geheel gezien. - Ouder dan 10 55 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd of ouder en een lagere functie als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker van 55 jaar of ouder dan 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd door bedrijfsomstandigheden moet worden overgeplaatst naar een andere functie en indeling in een functie in de eigen loongroep niet mogelijk is, dan geldt het volgende: de medewerker wordt overgeplaatst naar een lagere functie en behoudt tot aan zijn pensioen het functieloon van voor de overplaatsing. Eveneens is er geen sprake van afbouw.

Lagere indeling. Een medewerker kan door diverse omstandigheden worden overgeplaatst naar een lagere functie. Met ingang van de afgesproken ingangsdatum ontvangt de medewerker, afhankelijk van de omstandigheid, het volgende salaris: 30 - Eigen toedoen, keuze of onbekwaamheid Mijn functiebeloning en toeslagen Mijn functiebeloning en toeslagen - 31 Als de overplaatsing van een medewerker veroorzaakt wordt door eigen toedoen, keuze of door onbekwaamheid van deze medewerker, dan wordt de loonsverlaging als volgt berekend: neem het verschil tussen het loon bij 1-functiejaren in de oude en in de nieuwe indeling, indeling en deel dit door twee. De loonsverlaging is minimaal de uitkomst hiervan. Het totaal van het oorspronkelijke feitelijk salaris en de loonsverlaging wordt verder verlaagd met de uitkomst hiervan of zoveel meer als nodig om het eerstvolgende, lagere bedrag in de nieuwe loonschaal te bereiken. - Jonger dan 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd en een lagere functie als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker door bedrijfsomstandigheden moet worden overgeplaatst naar een andere functie, indeling in een functie in de eigen loongroep niet mogelijk is en hij zodoende wordt overgeplaatst naar een lagere functie, dan geldt het volgende: de medewerker wordt zo ingedeeld dat zijn nieuwe loon zo dicht mogelijk in de buurt komt van zijn oorspronkelijke feitelijk salarisloon. Een mogelijkheid hiertoe is het toekennen van extra functiejaren. Als er desondanks een verschil blijft, dan wordt dit verschil omgezet in een toeslag die de medewerker zes 6 maanden lang ontvangt. - Meer dan twee functiegroepen lager als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker jonger dan 10 55 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd meer dan één loongroep lager wordt ingedeeld, dan geldt dat deze medewerker niet meer dan één loongroep lager kan worden geplaatst per twaalf 12 maanden. Als hij om dezelfde reden meer dan één keer wordt overgeplaatst, dan worden de verplaatsingen als één geheel gezien. - Ouder dan 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd en een lagere functie als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker van 55 jaar of ouder dan 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd door bedrijfsomstandigheden moet worden overgeplaatst naar een andere functie en indeling in een functie in de eigen loongroep niet mogelijk is, dan geldt het volgende: de medewerker wordt overgeplaatst naar een lagere functie en behoudt tot aan zijn pensioen het functieloon van voor de overplaatsing. Eveneens is er geen sprake van afbouw.

Lagere indeling. Een medewerker kan door diverse omstandigheden worden overgeplaatst naar een lagere functie. Met ingang van de afgesproken ingangsdatum ontvangt de medewerker, afhankelijk van de omstandigheid, het volgende salaris: - Eigen toedoen, keuze of onbekwaamheid Als de overplaatsing van een medewerker veroorzaakt wordt door eigen toedoen, keuze of door onbekwaamheid van deze medewerker, dan wordt de loonsverlaging als volgt berekend: neem het verschil tussen het loon bij 1-functiejaren in de oude en in de nieuwe indeling, indeling en deel dit door twee. Het oorspronkelijke feitelijk feitelijke salaris wordt verlaagd met de uitkomst hiervan of zoveel meer als nodig om het eerstvolgende, eerstvolgende lagere bedrag in de nieuwe loonschaal te bereiken. - Jonger dan 10 55 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd en een lagere functie als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker door bedrijfsomstandigheden moet worden overgeplaatst naar een andere functie, indeling in een functie in de eigen loongroep niet mogelijk is en hij zodoende wordt overgeplaatst naar een lagere functie, functie dan geldt het volgende: de De medewerker wordt zo ingedeeld dat zijn nieuwe loon zo dicht mogelijk in de buurt komt van zijn oorspronkelijke feitelijk salaris. Een mogelijkheid hiertoe is het toekennen van extra functiejaren. Als er desondanks een verschil blijft, dan wordt dit verschil omgezet in een toeslag die de medewerker zes maanden lang ontvangt. - Meer dan twee functiegroepen lager als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker jonger dan 10 55 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd meer dan één loongroep lager wordt ingedeeld, dan geldt dat deze medewerker niet meer dan één loongroep lager kan worden geplaatst per twaalf maanden. Als hij om dezelfde reden meer dan één keer wordt overgeplaatst, dan worden de verplaatsingen als één geheel gezien. - Ouder dan 10 55 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd of ouder en een lagere functie als gevolg van bedrijfsomstandigheden Als een medewerker van 55 jaar of ouder dan 10 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd door bedrijfsomstandigheden moet worden overgeplaatst naar een andere functie en indeling in een functie in de eigen loongroep niet mogelijk is, is dan geldt het volgende: de De medewerker wordt overgeplaatst naar een lagere functie en behoudt tot aan zijn pensioen het functieloon van voor de overplaatsing. Eveneens is er geen sprake van afbouw.