Landschapsplan Voorbeeldclausules

Landschapsplan. Het landschapsplan (bijlage 6 bij deze Toelichting) geeft integraal vorm aan maatregelen voor natuur, landschap, water en geluid. Dit gebeurt vanuit een samenhangende landschapsvisie, bestaande uit: • Het Routeontwerp Panoramaroute A27 en de Quickscan Routeontwerp A1: deze zijn het meest recent en leidend voor het landschapsplan. Daarnaast is gebruik gemaakt van de ontwerpvisie Landschapsplan A27 Stichtse Brug – Merwedekanaal, RWS directie Utrecht, 2002 en de ontwerpvisie Landschapsplan A1 Laren-Hoevelaken, RWS directie Utrecht 2002. De visie maakt gebruik van basisprofielen, namelijk ‘weg in het bos’, ‘weg in de wei’ en ‘weg in bebouwing’. Deze worden gebruikt om de karakteristiek van de landschappelijke deelgebieden te benadrukken: • Vecht & Plassengebied: de A27 tussen aansluiting Utrecht-Noord en Hollandsche Rading heeft het basisprofiel ‘weg in de wei’, • Utrechtse Heuvelrug: de A27 tussen Hollandsche Rading en knooppunt Eemnes heeft het basisprofiel ‘weg in het bos’. • Eemvallei: de A1 heeft het basisprofiel ‘weg in de wei’. De maatregelen vanuit landschap zijn op te delen in wettelijke maatregelen (zie 7.1.5) en aanvullende maatregelen (zie 7.1.6).
Landschapsplan. Voor het project is een landschapsplan opgesteld om te zorgen dat de aanpassingen aan de huidige Maaslijn met zoveel mogelijk respect voor het bestaande landschap worden ingepast. Het volledige landschapsplan is opgenomen in Bijlage 2 van deze toelichting. Voor de effecten op landschappelijke kwaliteiten wordt tevens verwezen naar hoofdstuk 3.3 (proviniciaal beleid) van deze toelichting. In het landschapsplan is beoordeeld op welke wijze het project een mogelijk effect heeft op: - Landschappelijke structuur; - Landschappelijke en cultuurhistorische waarden - Ruimtelijke opbouw van het landschap. De twee meest ingrijpende maatregelen die samenhangen met de opwaardering van de Maaslijn zijn, ten aanzien van de landschappelijke/ ruimtelijke structuur, de elektrificatie en de aanleg van het dubbelspoor. De aanleg van het dubbelspoor kan bijna overal gebeuren op het bestaande baanlichaam dat bij de aanleg van de lijn ooit voor dubbelspoor was voorbereid. Daar waar de ruime meer beperkt is, zal de verbreding beperkt zijn tot hooguit enkele meters. In deze zone is vaak beplanting aanwezig. “Rijpe” bermbeplantingen hoeven niet allemaal te worden opgeofferd. De aanpassingen aan het spoor hebben nauwelijks gevolgen voor de waterstructuur. Op lokaal niveau worden wel sloten aangepast maar dit heeft geen effect op de (water)structuur. De effecten op de structuur van het landschap zijn negatief door de aantasting van beplantingen die onderdeel zijn van de landschappelijke structuur en door de komst van de bovenleiding. De bovenleiding maakt de spoorlijn, vooral in open gebieden, meer zichtbaar waardoor de openheid (onderdeel van de structuur) aangetast wordt. Dit is ongeveer op een kwart van de Maaslijn het geval, bijvoorbeeld ten zuiden van Boxmeer, en op een aantal lijngedeelten tussen Venlo en Roermond in de bundel van A73 en de spoorlijn. In deze gebieden is het niet gewenst op de spoorlijn zelf met bijvoorbeeld beplantingen als structuurlijn meer te benadrukken. Dit zou het contrast tussen de verschillende gebieden en het verschil in landschappelijke structuren langs de Maaslijn verminderen. In de bundel van A73 en de spoorlijn zou het de afwisseling in beleving niet ten goede komen. Waar door extra ruimtebeslag de beplantingen direct langs de spoorlijn verdwijnen, is er aantasting van beplantingstructuren. Op veel plekken is aan een of twee zijden beplantingaanwezig en zal daardoor de nieuwe bovenleiding (paal en draad) minder invloed op de structuur hebben dan i...
Landschapsplan. Met betrekking tot voorliggende planontwikkeling is een landschapsplan opgesteld (zie bijlage 2). Dit vloeit voort uit het feit dat sprake is van toepassing van het Limburgs Kwaliteitsmenu (BOM+ principe). Uitsnede landschapsplan Het landschapsplan voorziet zowel in een landschappelijke inpassing als tegenprestatie. De inpassing bestaat uit het aanleggen van hoogstam fruitboomgaarden. Qua tegenprestatie wordt een meidoornhaag met een lengte van 1.040 meter om het landbouwperceel van initiatiefnemer aangelegd in plaats van de geplande extra hoogstamfruitbomen om daarmee de openheid van en de doorkijk naar het landschap vanaf de Keerestraat te behouden. Tevens wordt als tegenprestatie de agrarische bouwkavel op het adres Keerestraat ong. wegbestemd. Die te vervallen bouwkavel heeft een oppervlakte van circa 1,5 hectare. De aanleg en instandhouding van de landschappelijke inpassing en tegenprestatie wordt privaatrechtelijk vastgelegd tussen maatschap Van Hoven-Huijnen en de gemeente Eijsden-Margraten. Daarnaast is dit ook vastgelegd in de regels van onderhavig wijzigingsplan middels een voorwaardelijke bepaling. Daarmee is realisatie en duurzame instandhouding van het landschapsplan en de tegenprestatie gewaarborgd. Uitsnede landschappelijk inpassingsplan met tegenprestatie
Landschapsplan. Bij de definitieve oplevering van de aanlegwerkzaamheden op het gevangenisterrein verbindt de federale staat zich ertoe de stad Brussel een landschapsplan te bezorgen dat alle groen gearceerde zones op het bijgevoegde plan omvat, met inbegrip van het toekomstige park (zie hieronder). Artikel 2: “Belvedere”-park

Related to Landschapsplan

  • Onderwerp en opdracht Verwerkersovereenkomst 1. Deze Verwerkersovereenkomst is van toepassing op de Verwerking van Persoonsgegevens in het kader van de uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. 2. De Onderwijsinstelling geeft Verwerker conform artikel 28 AVG opdracht en Instructies om Persoonsgegevens te verwerken namens de Onderwijsinstelling. De Instructies van de Onderwijsinstelling kunnen onder meer nader omschreven zijn in deze Verwerkersovereenkomst en de Product- en Dienstenovereenkomst. 3. De bepalingen uit de Verwerkersovereenkomst gelden voor alle Verwerkingen zoals opgenomen in Bijlage 1, die plaatsvinden ter uitvoering van de Product- en Dienstenovereenkomst. Verwerker brengt Onderwijsinstelling onverwijld op de hoogte indien Verwerker reden heeft om aan te nemen dat Verwerker niet langer aan de Verwerkersovereenkomst kan voldoen.

  • Risicobeperking a. Indien concrete omstandigheden of ontwikkelingen, zoals aard en omvang van het schadeverloop, verzekeraar tot het oordeel brengen dat toekomstige schade kan worden voorkomen of beperkt door het nemen van risicobeperkende maatregelen door verzekeringnemer, heeft verzekeraar het recht het nemen van deze maatregelen voor te schrijven. b. Verzekeringnemer is verplicht om in redelijkheid zorg te dragen voor en/of bij te dragen aan het nemen van de door verzekeraar aangegeven maatregelen.

  • Uw medewerkersbestand actueel houden Het is belangrijk dat we altijd de meest actuele informatie over uw medewerkers hebben. In hoofdstuk 5 van de algemene voorwaarden leest u welke wijzigingen in uw medewerkersbestand u aan ons doorgeeft. In dit hoofdstuk leest u welke medewerkers niet (direct) verzekerd kunnen worden. Ook beschrijven we wat de gevolgen zijn als u wijzigingen of andere informatie niet (op tijd) aan ons doorgeeft. 5.1 Wanneer is een medewerker niet (direct) meeverzekerd?

  • Toepasselijke wetgeving De overeenkomst is onderworpen aan de Belgische wetgeving betreffende individuele levens- en aan- vullende verzekeringen in het algemeen en betreffende Riziv-overeenkomsten die beantwoorden aan de wettelijke voorwaarden van een sociale overeenkomst ‘vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen’ in het bijzonder. Mocht de aangeslotene buiten België gevestigd zijn, dan wordt, indien de wet het zo toe- laat, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht betreffende indivi- duele levens- en aanvullende verzekeringen.

  • Onderwerp van deze Verwerkersovereenkomst 3.1 Verwerker verwerkt de door of via Verwerkingsverantwoordelijke ter beschikking gestelde Persoonsgegevens uitsluitend in opdracht van Verwerkingsverantwoordelijke voor de uitvoering van de Hoofdovereenkomst en uitsluitend overeenkomstig schriftelijke instructies van Verwerkingsverantwoordelijke, tenzij een op Verwerker van toepassing zijnde Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke wettelijke bepaling hem tot verwerking verplicht. In dat geval zal Verwerker Verwerkingsverantwoordelijke, voorafgaand aan de verwerking, daarvan zonder onredelijke vertraging in kennis stellen, tenzij die wetgeving deze kennisgeving om gewichtige redenen van algemeen belang verbiedt. 3.2 De door Verwerker uit te voeren verwerkingen staan beschreven in tabel 1 van Bijlage 1.

  • Deeltijdwerk 1. Ter verhoging van de arbeidsparticipatie zal ernaar worden gestreefd om het aantal werknemers in de onderneming uit deeltijdwerkers te bevorderen. Van deeltijdwerk is sprake als in de arbeidsovereenkomst minder dan de normale wekelijkse arbeidsduur is overeengekomen. Het streven is erop gericht een arbeidscontract aan te gaan voor minimaal acht uur per week, doch in ieder geval minimaal 28 uur per maand. 2. Deeltijdverzoeken worden positief benaderd en waar mogelijk gehonoreerd. Op voorhand worden geen functies uitgesloten van deeltijdarbeid. Bij vacant komende functies, dan wel nieuwe functies, wordt stelselmatig beoordeeld of vervulling in deeltijd mogelijk is. Invoering van deeltijd mag in beginsel op zichzelf niet leiden tot vermindering van de formatie. 3. Er is gelijke behandeling tussen deeltijdwerkers en voltijdwerkers. De bepalingen betreffende toekenning van overwerkvergoeding zijn op werknemers met een deeltijddienstverband slechts van toepassing, voor zover het overwerk wordt verricht buiten de normaal voor het bedrijf geldende arbeidsduur. Indien binnen de normale dagelijkse arbeidsduur door een deeltijdwerknemer langer wordt gewerkt dan de overeengekomen arbeidsduur dan dient het uursalaris te worden verhoogd met de andere vaste inkomenselementen zoals de vakantietoeslag en de opbouw van vakantierechten. 4. In beginsel wordt een verzoek van een werknemer om zijn of haar arbeidsduur aan te passen gehonoreerd, tenzij dit op grond van bedrijfsbelang niet van de werkgever kan worden gevergd. De besluitvorming vindt als regel binnen een maand plaats. Indien werknemers met een arbeidsovereenkomst minder dan de normale arbeidsduur regelmatig de voor hen geldende arbeidsduur overschrijden, kan, in onderling overleg, het arbeidscontract worden aangepast. Werknemers met een deeltijdovereenkomst kunnen desgewenst en met instemming van hun werkgever bij vacatures met voorrang hun arbeidsuren uitbreiden. 5. Onder arbeid in deeltijd wordt niet verstaan arbeid verricht door op- en afroepkrachten.

  • Deelnemerschap 2.1 Deelnemer in de zin van deze overgangsregeling is de (gewezen) werknemer die a) vóór 1 januari 1996 een tijdelijk partnerpensioen heeft opgebouwd uit hoofde van het pensioenreglement van het inmiddels geliquideerde Pensioenfonds Campagne, welk reglement in 2003 is overgenomen door het Fonds; en b) een ex-partner heeft. 2.2 Het deelnemerschap vangt aan op 1 april 2016. 2.3 Het deelnemerschap eindigt: a) op de datum van overlijden van de (gewezen) deelnemer; b) op de pensioendatum.

  • Nederlandse Herverzekeringmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT): Een door het Verbond van Verzekeraars opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.

  • Beperking uitkeringsverplichting De uitkeringsverplichting van verzekeraar is beperkt indien sprake is van schade die verband houdt met het terrorismerisico overeenkomstig de Clausule terrorismedekking, zoals vermeld in Hoofdstuk Terrorisme.

  • Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT) Een door het Verbond van Verzekeraars opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.