Gemeenten. In 2022 is er geen substantieel verschil in het gemiddelde bruto uurloon van werknemers bij gemeenten en dat van vergelijkbare werknemers in andere sectoren. Gemeenten kennen wel een lager uurloon ten opzichte van alleen werknemers in de private sectoren, maar daar staat een ruimere invulling van secundaire arbeidsvoorwaarden tegenover. De sector gemeenten omvat alle gemeenteambtenaren die onder de cao voor de gemeenten vallen, in totaal ongeveer 148 duizend werknemers. Dat is exclusief werknemers bij de brandweer. Het aantal werknemers dat overblijft in de onderzoekspopulatie die wordt gebruikt voor de loonvergelijking is na afbakening en verwijdering van waarnemingen met onbekende achtergrondkenmerken gelijk aan ruim 143 duizend. De onderzoekspopulatie is afgebakend op grond van een cao-indicator in de registratiegegevens van het CBS en is beperkt tot reguliere werknemers zoals beschreven in Hoofdstuk 2. In de onderzoekspopulatie is 72 procent van de werknemers bij gemeenten hoogopgeleid, 78 procent heeft een vast contract, 47 procent heeft een dienstverband van minder dan 30 uur per week (de reguliere voltijd werkweek bij gemeenten is 36 uur) en 34 procent is 50 jaar of ouder.
Gemeenten. Gemeenten hebben diverse taken ten aanzien van het onderwijs. Gemeenten zijn verant- woordelijk voor de huisvesting (beschikbaarheid en deels onderhoud) van de scholen in hun ge- meente.17 Hiervoor krijgen zij middelen via het gemeentefonds (onderdeel van de algemene uitke- ring). Ook voert de gemeente het toezicht op de leerplicht uit, is zij verantwoordelijk voor leerlin- genvervoer, het gemeentelijk onderwijs achterstandenbeleid en de voorschoolse educatie.
Gemeenten. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het verstrekken van de juiste voorziening aan klanten die met een gemeentelijke indicatie gebruik maken van het collectief vraagafhankelijk vervoer.
Gemeenten. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, handelend als bestuursorgaan, vertegenwoordigd door xxxxxxx X. xxx der Horst;
Gemeenten a. Gemeenten geven invulling aan de afspraken uit dit Regioakkoord en aan het eigen bod.
b. Gemeenten Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk, Vlaardingen, Nissewaard, Hellevoetsluis, Maassluis en Krimpen aan den IJssel verwijzen voor het gewenste detailniveau naar het bod en naar de RIGO-analyse van het bod. Dit gewenste detailniveau is niet direct uit de biedingen te destilleren.
c. Gemeenten spreken elkaar aan op ieders individuele verantwoordelijkheid en op de gezamenlijke verantwoordelijkheid. Over een eventuele afwijking van de afspraken wordt bestuurlijk verantwoording afgelegd.
d. Gemeenten zijn individueel verantwoordelijk voor de uitvoering van de afspraken in samenspraak met alle relevante partijen, zoals de corporaties en, waar mogelijk, de particuliere sector c.q. marktpartijen.
e. Gemeenten zijn individueel verantwoordelijk voor het elkaar, binnen het samenwerkingsverband, tijdig informeren, betrekken en ondersteunen ter nakoming van de afspraken in dit Regioakkoord.
f. De individuele gemeenten dragen zorg voor verankering van dit akkoord in het lokale dan wel subregionale woonbeleid en de lokale prestatieafspraken. Dit laatste in samenspraak met de ondertekenaars van de prestatieafspraken.
Gemeenten. De Ronde Venen, Montfoort, Oudewater, Woerden Én Gemeente Stichtse Vecht (alleen voor het product Ernstige Dyslexie (ED))
Gemeenten. Voorliggend inpassingsplan betreft een provinciaal ruimtelijk plan. Bij het opstellen van dit inpassingsplan is echter ook het gemeentelijk beleid betrokken. In deze paragraaf worden de structuurvisies van de betrokken gemeenten betrokken. In paragraaf 1.8zijn de geldende bestemmingsplannen voor het plangebied van dit inpassingsplan in kaart gebracht, gelegen binnen de gemeenten Boxmeer en Cuijk. Op 12 december 2013 heeft de gemeenteraad van Boxmeer de Structuurvisie Boxmeer 2030 vastgesteld. De structuurvisie Xxxxxxx 0000 geeft het toekomstgerichte functioneel, ruimtelijke ontwikkelingskader aan voor het gehele grondgebied van de gemeente Boxmeer. Een spoorlijn zorgt voor een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding met Nijmegen en Venlo-Roermond. De stations zijn voor Boxmeer belangrijk in verband met de ontsluiting middels het openbaar vervoer richting Venlo en Nijmegen van het dagelijkse leven. Opwaardering van de Maaslijn wordt niet voorzien in deze structuurvisie. De raad van de gemeente Cuijk heeft op 25 september 2017 de Structuurvisie Cuijk “De Koers van Cuijk” vastgesteld. De gemeente Cuijk zet onder andere in op het uitbouwen van haar positie als een economisch sterke gemeente in het hart van de regio. Bereikbaarheid is essentieel voor een goed draaiende economie. De sterke groei van de Maaslijn tussen Roermond/Venlo en Nijmegen is mede te danken aan de zeer korte verbinding tussen het Land van Cuijk met Nijmegen en haar werkgelegenheids- en onderwijslocaties. Daarnaast heeft de Maaslijn als feeder voor de wijdere regio nog veel potentie (Venray/Veghel/Uden). Gestreefd moet worden naar dubbelsporigheid en elektrificatie als duurzame oplossing voor de toekomst. De Maasspoorlijn vormt een belangrijke schakel in het netwerk van railverbindingen. Station Cuijk is op de lijn Nijmegen-Roermond een strategisch aankomst- en vertrekpunt.
Gemeenten. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, handelend als bestuursorgaan, namens deze … Molenwaard (o.v.b.) Apeldoorn (o.v.b.) Almere Drechtsteden ?? Eindhoven ? Lelystad ?? Nijmegen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag .. en nog een aantal gemeenten
a tot en met d hier na te noemen: opdrachtgevers
Gemeenten. De gemeente Vlaardingen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Jeugd en Onderwijs, J.J. Silos-Knaap, De gemeente Schiedam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Jeugd en Onderwijs, Zorg en Welzijn, X. xxx Xxxxx, De gemeente Maassluis, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Onderwijs en Jeugd, F.A. Voskamp, verder afzonderlijk aangeduid als ‘Gemeente’ en gezamenlijk als ‘Gemeenten’,
Gemeenten. IMV Noord Holland: Versterken ketensamenwerking tussen het zorg- en het veiligheidsdomein