Landschap Voorbeeldclausules

Landschap. 5.1.1 Landschapsplan Halderberge 2016 - 2025 1. Landschappelijke inpassing van de bedrijfsmatige activiteiten 2. Versterken van de EVZ Kibbelvaart.
Landschap. De realisatie van de wegaanpassingsmaatregelen rond het traject A27/A1 heeft effect op het landschap. Er zijn dan ook maatregelen nodig om de wegaanpassing in te passen in de omgeving.
Landschap. Het landschap wordt in eerste instantie gesitueerd in een ruime omgeving (macro-landschap). Vervolgens worden de voornaamste landschappelijke eenheden (relicten, ankerplaatsen, punt- en lijnrelicten) in de nabijheid van het bedrijf beschreven. Hierbij wordt eveneens aandacht besteed aan aanwezige monumenten, stads- en dorpsgezichten van cultuurhistorische waarde. De visuele waarnemingsapecten, waaronder het uitzicht van het bedrijf alsook de waarneming van het bedrijf vanuit de omgeving wordt mee opgenomen in de effectbeschrijving.
Landschap. In Zuid-Limburg staan een aantal kernkwaliteiten met betrekking tot Landschap centraal, het betreft: open en geslotenheid, reliëf, groene kwaliteit en ecologie. Deze kwaliteiten worden omschreven in het beeldkwaliteitsplan voor zover ze betrekking hebben op de omgeving van het plangebied van het Inpassingsplan. Vanaf het spoor zijn een aantal hoger gelegen groene ‘heuvels’ waarneembaar, zijnde het Aamsbos, Schaesberg en het Kisselsbos. In de gemeente Landgraaf is de beleving van reliëf en landelijkheid beter merkbaar door de dorpse opzet. Het Glas Mij-terrein vormt een waardevolle parkomgeving binnen het stedelijk gebied van Heerlen en is tevens een van de weinig open gebieden die reizigers ervaren die over het spoor reizen. Langs het spoor is veel groen aanwezig in de vorm van tuinen, bomen en struiken waar geen parallelle infrastructuur aanwezig is. Bovendien hebben ook de langsliggende infrastructuur en wijken een groene uitstraling. Dit draagt eveneens bij aan de geslotenheid van het landschap. Langs het plangebied zijn ook gronden aanwezig die onderdeel uitmaken van het Natuurnetwerk Nederland. Wat het reliëf betreft is er sprake van een geleidelijke verhoging van het landschap van Heerlen naar Landgraaf. Het spoor in de gemeente Heerlen is gelegen op maaiveld of verhoogd aangelegd en daarentegen in de gemeente Landgraaf is het spoor meer ingesneden. Voor de inpassingsvisie die onderdeel uitmaakt van het beeldkwaliteitsplan wordt een onderverdeling gemaakt in drie gebiedstypen. Deze zijn: het stedelijke gebied van Heerlen, de groene natuurgebieden en de dorpse en groene uitstraling van Landgraaf. Naar aanleiding hiervan zijn een vijftal gebieden aangewezen waarvoor een ontwerpopgave wordt geformuleerd. Deze gebieden worden in de volgende paragraaf kort omschreven.
Landschap. Paragraaf 2.5.1 Instructieregels landschap
Landschap. Plattegrond met de situering en omvang van het bedrijf en het terrein zijn uitgewerkt in de concept milieutekening die als losse bijlage is bijgevoegd. De gewenste uitbreiding vindt plaats in de nabijheid van reeds bestaande bebouwingen. Het bedrijf zal, waar nodig voorzien worden van een erfbeplanting die passend is voor het landschap. Door inplanting en daardoor inpassing van het bedrijf, hebben de alternatieven geen negatief effect op het landschapsgebied. Er is geen verschil in het VKA, Alternatief 1 of MMA met betrekking tot inpassing in het landschap. Bij alle alternatieven wordt dezelfde nieuwe stal gebouwd.
Landschap. Ten aanzien van beleid- en regelgeving op het vlak van landschappelijke inpassing is met name de Boswet van belang. De Boswet beoogd kortweg het behoud van bossen of de herplanting van bos dat gekapt wordt. Verder dient de landschappelij- ke inpassing van de N2 aansluitingen Meerenakkerweg/ Heistraat en Noord- Brabantlaan aan te sluiten op de inpassing van de A2/A67 Randweg Eindhoven. In het kader van de Boswet zullen bomen die gekapt worden voor het project N2 aansluitingen Meerenakkerweg/ Heistraat en Noord-Brabantlaan, worden gecom- penseerd. Over het plangebied verspreid gaat het hierbij over circa 35 - 70 bomen. Binnen de plangrenzen zijn herplantlocaties beschikbaar. De aansluitingen zijn onderdeel van de Westtangent-Zuid en maken daarmee on- derdeel uit van het deel dat bij de vernieuwing van de A2/A67 Randweg Eindhoven wordt aangeduid als 'Stadsboulevard'. Bij dit deel is tussen de weg en de aangren- zende bedrijven geen ruimte voor aanvullende inrichtingsmaatregelen. Bedrijven willen zoveel mogelijk een inpassing als zichtlocatie. Het voorgaande is beschreven in de Toelichting bij het Tracébesluit A2/A67 Randweg Eindhoven en de bijbehoren- de bijlage Landschaps- en compensatieplan Randweg Eindhoven [Zandvoort Orde- ning & Advies, 2001]. Het Landschaps- en compensatieplan is vervolgens uitgewerkt in het Inrichtingsplan Randweg Eindhoven [Royal Haskoning, maart 2005]. Hierbij zijn bouwstenen bepaald voor de verschillende delen van de Randweg. Voor de Stadsboulevard geldt bouwsteen C. Deze bouwsteen bevat geschoren hagen, bomen en heesters in los plantverband, waarbij de soortkeuze passend moet zijn bij een stedelijke, parkachtige inrichting. Het Landschaps- en compensatieplan Randweg Eindhoven is opgenomen als bijlage 6 bij deze Toelichting. In aanvulling op het inrichtingsplan van de Randweg biedt het tracé in visueel ruim- telijk opzicht kansen voor de nieuwe ontsluiting van bedrijventerrein De Hurk en voor een stedenbouwkundig hoogwaardige entree van Meerhoven. Het voorgaande is in het Tracébesluit N2 aansluitingen Meerenakkerweg/ Heistraat en Noord-Brabantlaan niet geconcretiseerd. De daadwerkelijke vormgeving van deze maatregelen zal in nader overleg met de gemeenten Eindhoven en Veldhoven wor- den uitgewerkt. Een maatregel die wel geconcretiseerd is in het Tracébesluit, betreft de inpassing van een afscherming langs de westelijke toerit van de aansluiting Mee- renakkerweg/ Heistraat. Deze wordt ingepast om visuele hinder vanaf de Peter Zuidlaa...
Landschap. Voornaamste gegevensbronnen:
Landschap. 13. De regio is in het landelijk gebied onvoldoende voorbereid op de effecten van klimaatverandering en de doorontwikkeling en transitie van de landbouw. 14. Door de ligging aan de kust en in de rivierendelta groeit de kans op wateroverlast, verdroging, verzilting en verzanding. Het Waterschap Hollandse Delta geeft in zijn Watervisie5 aan dat waterkwaliteit (verzilting) en waterkwantiteit (verdroging) al binnen 15 jaar de toekomstige ruimtelijke inrichting van de Regio stuurt. 15. Beschikbaarheid van zoetwater voor inwoners, landbouw en natuur is in de nabije toekomst geen vanzelfsprekendheid meer. 16. De biodiversiteit staat onder druk als gevolg van verschillende ontwikkelingen6. 17. De landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit van de Regio staat onder druk, mede door ruimtevragen vanuit de omliggende gebieden.
Landschap a. Verbetering van de balans tussen economie en de ecologie, in een gebied met veel agrarische bedrijvigheid, verstedelijking, een sterke toeristische sector én met waardevolle natuur en een karakteristiek landschap. b. Het blijven behouden en waar mogelijk versterken van de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteiten waar mogelijk versterkt dankzij verbetering van waterkwaliteit, waterbeschikbaarheid, waterveiligheid en de biodiversiteit. c. Het zoeken naar duurzame vormen van landbouw, visserij, natuurbeheer, recreatie en toerisme binnen de landschappelijke waarden. Waarbij recreatiegebieden worden versterkt ter bevordering van het welzijn van inwoners en bezoekers.