Mobiliteit en duurzame inzetbaarheid ondersteunend- en beheerspersoneel. Met ingang van het academisch jaar 2018/2019 is ‘een leven lang leren’-duurzame ontwikkeling van OBP-functies expliciet verankerd in de cao. Het is daarbij belangrijk dat werknemers in staat worden gesteld zelf ‘regie’ te kunnen pakken op hun eigen duurzame ontwikkeling. De werknemer verricht hiertoe jaarlijks gekozen activiteiten gericht op de professionele ontwikkeling en/of een loopbaanstap en wordt daarbij ondersteund door de leidinggevende/organisatie.
1. Iedere werknemer onderneemt jaarlijks in beginsel een aantal ontwikkelinitiatieven. De werknemer geeft aan welke ontwikkelinitiatieven hij wil ontwikkelen en bespreekt dit met de leidinggevende. Vervolgens wordt in overleg vastgelegd in welke (inhoudelijke) richting de werknemer zich wil ontwikkelen, welke route hiervoor wordt voorgesteld, het tijdpad en welke middelen nodig zijn om dit bereiken.
2. De werkgever faciliteert het ontwikkelproces bij het bepalen van de richting en bij de uitvoering. Dit betekent onder meer het schetsen van een toekomstscenario voor het eigen onderdeel en/of instelling, ondersteuning bij de opzet en uitvoering van de ontwikkelactiviteiten en het beschikbaar stellen van voldoende financiële middelen. De ontwikkelingsdagen, zoals bedoeld in artikel 6.10, kunnen hiervoor worden ingezet.
3. Het werken aan de eigen ontwikkeling is niet vrijblijvend, wordt normaal onderdeel van het functioneren en maakt deel uit van de beoordelingscriteria. De ontwikkelinitiatieven zijn een vast onderdeel van het jaargesprek en worden jaarlijks opnieuw vastgesteld en regelmatig besproken. Het behoort tot de taken van de leidinggevende om ontwikkelinitiatieven met zijn of haar werknemer te bespreken.
4. Indien de werknemer een andere functie gaat uitoefenen binnen de eigen universiteit blijft de salarisschaal behouden. Indien de werknemer doorgroeit naar een hogere functie, ontvangt hij de bij die functie behorende salarisschaal.