Minderjarigen De Reiziger die de reis boekt dient meerderjarig te zijn.
Benoeming Dienstverband van de werknemer en van de werknemer van een samenwerkingsbestuur.
Reisgenoot U bent verzekerd voor annuleringskosten als een reisgenoot een gebeurtenis is overkomen zoals beschreven in 2.3 tot en met 2.11. Maar alleen als uw reisgenoot een eigen annuleringsverzekering voor de reis heeft afgesloten én voor die gebeurtenis van zijn eigen verzekeraar een schadevergoeding heeft ont- vangen. De waarnemer van de reisgenoot is niet ver- zekerd. Een reisgenoot is een persoon met wie u samen een reis- of huurarrangement heeft geboekt. Deze persoon staat niet als verzekerde op uw polisblad ver- meld, maar wel op het boekings- of reserverings- formulier.
Arbeidsduurverkorting In het kader van de overeengekomen arbeidsduur voor de voltijdwerknemer in dagdienst, tweeploegendienst en drieploegendienst is de werktijd per werknemer/per afdeling in overleg met de Ondernemingsraad zodanig aangepast, dat de gemiddelde arbeidsduur 36 uur per week op jaarbasis bedraagt. Dit gemiddelde wordt verkregen door het toekennen van 24 adv-dagen (of 192 adv-uren) op jaarbasis, indien roostermatig 40 uur per week arbeid wordt verricht. 9.8.1 Deeltijdwerkers hebben geen aanspraak op adv, doch op een uurloon gebaseerd op een 36-urige werkweek. Voor zover het in overleg tussen werkgever en werknemer vast te stellen objectieve rechtvaardigingsgronden zijn. 9.8.2 Per afdeling worden de adv-dagen of -uren in onderling overleg ingeroosterd, c.q. opgenomen, waarvoor in principe alle dagen van de week beschikbaar zijn waarbij een kwalitatieve minimale bezetting leidraad is. Per kwartaal zal door de afdelingsleiding het adv-opnamepatroon worden geïnventariseerd teneinde cumulatie van adv-dagen/-uren te voorkomen. 9.8.3 De hier bedoelde vrijkomende uren zullen − met behoud van het overeengekomen maandinkomen − door de werknemer daadwerkelijk worden genoten, wat impliceert dat die dagen niet in enig bedrag in geld worden uitgekeerd, tenzij er sprake is van zgn. koopdagen. 9.8.4 Werknemer kan maximaal 12 adv-dagen laten uitbetalen. Werknemer heeft de keuze tussen: A – of een toeslag per maand op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). De werknemer geeft deze keuze aan het einde van het voorafgaande kalenderjaar door aan de werkgever. B – of het verkopen van niet opgenomen adv-dagen aan het einde van het kalenderjaar. De afrekening vindt plaats in januari daaraanvolgend op basis van 5,12% per adv-dag van het maandinkomen*). *) maandinkomen: maandsalaris plus eventuele ploegendiensttoeslag. 9.8.5 Indien de werknemer niet in staat is de aldus door de werkgever aangewezen vrijkomende uren te genieten, zullen deze uren vervallen, tenzij de werkgever de werknemer verplicht heeft op die uren werkzaam te zijn. 9.8.6 Indien de werknemer per kalendermaand meer dan 10 werkdagen onafgebroken arbeidsongeschikt is, worden 8 adv-uren afgeboekt. Bij een onafgebroken arbeidsongeschiktheid van meer dan 20 werkdagen binnen een kalendermaand, worden 2 adv-dagen (of 16 uren) afgeboekt.
Uitzendarbeid 1. Uitzendarbeid is mogelijk in geval van: a. vervanging wegens ziekte of buitengewoon verlof; b. activiteiten van kennelijk tijdelijke aard; x. xxxxxxxxx onvoorziene omstandigheden. 2. Uitzendkrachten worden door de werkgever voor wat betreft de toepassing van het taak- beleid en arbeids- en rusttijdenregeling op dezelfde wijze behandeld als de werknemers die onder deze cao vallen. 3. Voor uitzendkrachten die werkzaamheden voor de werkgever verrichten, geldt dat het desbetreffende uitzendbureau voor wat betreft het salaris, inclusief toelagen en onkostenvergoedingen overeenkomstige arbeidsvoorwaarden toekent als die welke worden toegekend aan de werknemers in gelijke of gelijkwaardige functies in dienst van de inlenende instelling. 4. De werkgever is op grond van deze cao verplicht het gestelde in het voorgaande lid te bedingen in de uitzendovereenkomst die met het uitzendbureau wordt gesloten. a. Het eerste tot en met het vierde lid zijn mede ook van toepassing op vakkrachten conform artikel 20 Abu cao (cao voor uitzendkrachten) dan wel op werknemers op grond van artikel 7:690 BW. b. Vakkrachten in de zin van de Abu cao en werknemers op grond van artikel 7:690 BW zijn degenen op wie de artikelen 3 (Bevoegdheid schoolonderwijs), 3a (Bevoegdheid onderwijsondersteunende werkzaamheden), 32 (Vereisten benoeming of tewerkstelling personeel) en 32a (Bekwaamheidseisen) van de Wet op het primair onderwijs dan wel de overeenkomstige artikelen 3, 3a respectievelijk 32 en 32a van de Wet op de expertisecentra van toepassing zijn.
Motorrijtuigen Niet gedekt is de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig, met inbegrip van al hetgeen daarmee met welk doel dan ook is verbonden, dat: ■ een verzekerde in eigendom heeft, bezit, houdt, bestuurt, gebruikt of laat gebruiken; ■ een niet-ondergeschikte gebruikt voor werkzaamheden ter uitoefening van het bedrijf van de verzekeringnemer. Deze uitsluiting geldt evenwel niet voor:
Huurdersbelang De kosten door verzekerde als huurder gemaakt ter verbetering of aanpassing van het gehuurde gebouw of de gehuurde ruimten.
Kortdurend zorgverlof De werknemer heeft recht op verlof voor de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van een persoon als bedoeld in het tweede lid.
Milieu-aantasting De uitstoot, lozing, doorsijpeling, loslating of ontsnapping van enige vloeibare, vaste of gasvormige stof, voor zover die een prikkelende of besmetting of bederf veroorzakende of een verontreinigende werking heeft in of op de bodem, de lucht, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang).
Teruggave 1. De bewaarde verhuisgoederen worden teruggegeven op het adres van de bewaarplaats, tenzij anders wordt overeengekomen. 2. De bewaarde verhuisgoederen worden teruggegeven aan de klant met inachtneming van artikel 14 lid 2. Als dit niet mogelijk is worden zij overhandigd aan degene die daartoe door de klant schriftelijk of elektronisch is gemachtigd. Als er geen gemachtigde is worden zij overhandigd aan degene die uit anderen hoofde dan de bewaarnemingsovereenkomst recht heeft op teruggave daarvan, tenzij daarop beslag is gelegd en uit de vervolging van dit beslag een verplichting tot afgifte aan de beslaglegger voortvloeit. 3. Bij tussentijdse teruggave van een deel van de in bewaring genomen verhuisgoederen, dient een door de bewaarnemer en de klant te ondertekenen lijst te worden opgesteld, waarop de teruggegeven goederen vermeld staan. De bewaarnemer kan van de klant een zekerheidsstelling verlangen voor de voldoening van het bewaarloon, wanneer de waarde van de nog niet teruggegeven goederen daartoe aanleiding geeft of overigens, wanneer hij gegronde redenen heeft te twijfelen aan tijdige betaling van het bewaarloon in de toekomst. 4. De bewaarnemingsovereenkomst eindigt door het overlijden van de klant, wanneer de klant onder curatele wordt gesteld, aan hem/haar surseance van betaling is verleend dan wel hij/zij in staat van faillissement komt te verkeren. Het bewaarloon is alsdan verschuldigd tot en met de maand volgende op de maand waarin betreffende gebeurtenis plaatsvond. De erfgenamen c.q. de curator of de bewindvoerder is/zijn verplicht de verhuisgoederen terug te nemen voor het einde van de periode waarover bewaarloon moet worden betaald. De artikelen 9 en 14 zijn van overeenkomstige toepassing.