Ondergrond Voorbeeldclausules

Ondergrond. Vorstvrij Beveiligd Opmerkingen over voertuig (bijv. schade): Opmerkingen over stalling:
Ondergrond a. Indien door ons een ondergrond wordt gestort van beton dient deze wederpartij ervoor zorg te dragen dat deze betonvloer, alvorens de systeemvloer daarop door ons wordt aangebracht, niet wordt verontreinigd met olie, vet, kalk, rubbersporen en dergelijke, ten gevolge waarvan de hechting van de systeemvloer aan de betonvloer nadelig zou kunnen worden beïnvloed. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van het niet hechten van de door ons aangebrachte systeemvloer aan de betonvloer welke is veroorzaakt door verontreinigingen als voormeld.
Ondergrond. De ondergrond voor aanvang van de werkzaamheden ter goedkeuring en onder de verantwoordelijkheid van het applicatiebedrijf.
Ondergrond. Als de kunststofvloer moet worden aangebracht op een cementgebonden ondergrond dan dient deze ondergrond aan de volgende eisen te voldoen:
Ondergrond. Eerst en vooral moet de ‘bouwgrond’ technisch bebouwbaar zijn. De diepte van het grondwater speelt hierbij een enorm belangrijke rol. Ook de draagkracht van de ondergrond is van enorm belang, zodat de zware bedrijfshalconstructies en machines gedragen kunnen worden (Avondstondt, 2003). De toekomstige bebouwer van de industriegrond moet steeds zien of het perceel niet te fel onder het straatniveau ligt, of onderaan een berg. Dit vergroot de kans op overstromingen, met alle gevolgen van dien. Dankzij een verbetering van de (bouw)technieken is het belang van deze factor sterk gedaald.
Ondergrond. Vorstvrij
Ondergrond. 21.1 Opdrachtgever draagt het volledige risico voor de gesteldheid, geschiktheid van de ondergrond en voor het risico van beschadiging, verlies of tenietgaan van de ondergrond en van al hetgeen zich erop, -onder, -boven, -in of -naast bevindt, in verband met de prestaties van PBI. Eventuele door PBI ter uitvoering van de opdracht uitgevoerde metingen zullen nimmer tot een overgang van risico kunnen leiden van Opdrachtgever naar PBI voor de in dit artikel vermelde gesteldheid en geschiktheid van de ondergrond.
Ondergrond. De huurder dient te zorgen dat het terrein waarop het springkussen geplaatst dient te worden vroegtijdig beschikbaar is en met een auto met aanhanger en steekwagen bereikbaar is. Tevens dient de huurder te controleren of de locatie groot genoeg is om het springkussen te kunnen plaatsen. De ondergrond moet vlak zijn en vrij van eventuele delen die het springkussen kunnen beschadigen. Bij voorkeur is de ondergrond gras in verband met val veiligheid. Het springkussen mag ook geplaatst worden op tegels, stenen, asfalt, beton of een ander soortgelijke harde ondergrond. De verhuurder zal er dan voor zorgen dat er valmatten meegeleverd worden en geplaatst worden rond de in en uitgangen van het springkussen. Belangrijk is dan wel om de gebruikers te informeren op val veiligheid bij dit soort harde ondergronden. Staat het springkussen buiten op een harde ondergrond dan draagt de verhuurder zorg voor alternatieve grondbevestiging middels waterzakken. Deze voorzorgsmaatregelen zijn wettelijk verplicht! Voor deze extra maatregelen op een harde ondergrond, zullen standaard extra kosten in rekening worden gebracht door de verhuurder aan de huurder. Tarieven zijn terug te vinden op de website xxx.xxxx0xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx. Bij een zachte ondergrond, zoals bijvoorbeeld gras, dan wordt het springkussen middels haringen bevestigd aan de ondergrond. Extra valbescherming is in deze wettelijk niet verplicht. Het is in geen geval toegestaan het springkussen op een ondergrond van grind, zand, houtsnippers of soort gelijk losse ondergronden te plaatsen.
Ondergrond. Een groot deel van Nederland heeft een minder draagkrachtige ondergrond, waardoor rekening moet worden gehouden met zettingen. Voor wegen dient rekening te worden gehouden met drie soorten zettingen: ■ achtergrondzetting, zetting die het gevolg is van eerder aangebrachte ophogingen (bijvoorbeeld bedrijfs- terreinen, uitbreidingen van gemeenten); ■ zetting gedurende de aanlegfase van de weg; ■ de restzetting, de zetting na een gebruiksperiode van 30 jaar na oplevering. Bij zettingprognoses wordt veelal een marge van 30 % gehanteerd. De eis aan de (rest)zetting in het program- ma van eisen dient reëel te zijn en te zijn afgestemd op de functie van de weg en de lokale omstandigheden. Voor de HSL wordt bijvoorbeeld uitgegaan van een restzetting ≤ 0,03 m voor de periode tot 30 jaar na opleve- ring. De gemeente Rotterdam hanteert een eis voor woonstraten van maximaal 0,20 m in 20 jaar in verband met de veiligheid van huisaansluitingen van nutsbedrijven. In het Programma van Eisen dient de eis voor de restzetting te worden opgenomen. Eisen voor zettingsverschil- len zijn in principe opgenomen in de eisen voor langs- en dwarsvlakheid van het wegoppervlak.
Ondergrond. 6.1 De wederpartij dient ervoor te zorgen dat de bestaande ondergrond, in welke vorm dan ook, alvorens het door ons aan te brengen coatingsysteem, niet is/wordt verontreinigd met olie, vet, kalk, rubbersporen, siliconen en dergelijke, ten gevolge waarvan de hechting van onze systeemcoating aan de ondergrond nadelig zouden kunnen worden beïnvloed. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van het niet hechten van de door ons aangebrachte systeemvloer aan de ondergrond in welke vorm dan ook, welke is veroorzaakt door verontreinigingen als voormeld.