Opbouw naar rato a. De medewerker die een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in lid 2 genoemde vakantie, met inachtneming van het bepaalde in lid 3b.
Opbouw naar rato. De medewerker die een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in lid 2 genoemde vakantie, met inachtneming van het bepaalde in lid b van dit artikellid. Voor wat betreft de berekening van het aantal vakantiedagen is bepaald dat de opbouw van vakantie en vakantietoeslag plaatsvindt naar rato van de duur van het dienstverband. De medewerker dient bij het begin van de dienstbetrekking de werkgever te informeren hoeveel vakantierechten hij, met inachtneming van het bepaalde in lid 11, bij zijn vorige werkgever(s) opgebouwd, maar niet heeft opgenomen, zodat de werkgever weet op hoeveel vakantierechten zonder behoud van salaris de medewerker aanspraak kan maken.