Vakantie en vakantietoeslag Voorbeeldclausules

Vakantie en vakantietoeslag. Lid 1 Vakantiedagen worden opgebouwd in de periode van 1 januari tot en met 31 december. Vakantiegeld wordt berekend over de periode 1 juni tot en met 31 mei. Lid 2 Fulltime werknemers die gedurende het gehele vakantiejaar in dienst zijn van werkgever hebben recht op 172.8 vakantie-uren met behoud van loon. Voorbeeld inzake berekening vakantie-uren: Werkgever A heeft de volgende werknemers in dienst: Werknemer X op basis van een arbeidsovereenkomst voor 38 uur per week; Werknemer Y op basis van een arbeidsovereenkomst voor 36 uur per week; Werknemer Z op basis van een arbeidsovereenkomst voor 19 uur per week. X heeft recht op 38/36 x 172.8 vakantie-uren = 182.4 vakantie-uren;
Vakantie en vakantietoeslag. Vakantie 25 Art. 18 Vakantietoeslag 26
Vakantie en vakantietoeslag vakantiejaar
Vakantie en vakantietoeslag. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. 2. De werknemer met een voltijds arbeidsovereenkomst heeft per jaar recht op 25 vakantiedagen of een equivalent daarvan op basis van deze arbeidsovereenkomst. De werknemer met een deeltijd- arbeidsovereenkomst heeft recht op een aantal vakantiedagen of een equivalent daarvan naar rato van de omvang van zijn arbeidsovereenkomst en over het gemiddelde aantal gewerkte meeruren. 3. De werknemer die bij aanvang van het vakantiejaar de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, heeft per jaar recht op 28 vakantiedagen. 4. De werknemer heeft aanspraak op een vakantietoeslag ten bedrage van 8,25% van het ten laste van de werkgever komende feitelijk loon (exclusief toeslagen en/of overwerk) alsmede van de uitkeringen waarop hij, tijdens de dienstbetrekking krachtens de Ziektewet hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg en de Werkloosheidswet, aanspraak op een uitkering heeft. Het bepaalde in artikel 16 Lid 2 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is van toepassing. De werknemer met een deeltijdarbeidsovereenkomst heeft recht op bovengenoemde vakantietoe- slag naar rato van de omvang van zijn arbeidsovereenkomst en over het gemiddelde aantal gewerkte meeruren. 5. Werknemers vanaf de leeftijd van 50 jaar hebben op jaarbasis recht op een aantal extra uren vakantie als percentage van het overeenkomstige Artikel 14 Lid 2 a. bedoelde aantal arbeidsuren. Afronding vindt plaats op twee decimalen. Het betreft: i. 0,4% bij 50 jaar ii. 0,8% bij 55 jaar iii. 1,2% bij 58 jaar en iv. 2,0% bij 60 jaar 6. De tijdstippen van vakantie en de duur van de aaneengesloten periode(s) worden tijdig van tevoren in overleg tussen werkgever en werknemer vastgesteld. 7. Als de werknemer bij de beëindiging van de dienstbetrekking meer of minder vakantiedagen heeft genoten dan hem op grond van de bepalingen van deze cao toekomen, verrekenen de werkgever en de werknemer het eventueel te veel of te weinig genoten deel op basis van het loon over deze vakantiedagen. Schadevergoeding ter vervanging van niet of niet op de juiste wijze verleende vakantie is niet toegestaan zolang de dienstbetrekking duurt, met uitzondering van de bovenwette- lijke vakantiedagen.
Vakantie en vakantietoeslag. 1. 25 vakantiedagen per jaar Fulltime werknemers (vijf dagen en 38 uur per week) hebben recht op 182,4 vakantie-uren per jaar, wat overeen komt met 24 vakantie- dagen. Met ingang van 1 januari 2001 wordt dit vakantierecht ver- hoogd naar 190 uur per jaar. Voor deeltijders en werknemers die gedurende het jaar in dienst zijn getreden, gelden de vakantierechten naar evenredigheid. Tijdens de vakantiedagen wordt het loon normaal doorbetaald. 2. Extra vakantiedagen Fulltimers krijgen een extra vakantiedag (7,6 uur), als zij zich gedu- rende het hele kalenderjaar niet een maal ziek melden bij de werk- gever. Oudere werknemers hebben ook extra vakantierechten, te weten 7,6 uur (één dag) bij 50 jaar en ouder, 15,2 uur (twee dagen) bij 55 jaar en ouder en 22,8 uur (drie dagen) bij 60 jaar en ouder. 3. Ziek tijdens vakantie Wie ziek is tijdens vakantie en dit correct meldt, boekt over deze ziektedagen geen vakantierechten af.
Vakantie en vakantietoeslag. 3.1.1 Aantal vakantiedagen Tabel 3.1.1: Aantal vakantiedagen per jaar standaard aantal dagen extra dagen (bovenwettelijk)
Vakantie en vakantietoeslag. 1. Het vakantiejaar loopt van 1 juli van een kalenderjaar tot en met 30 juni van het daaropvolgende jaar. 2. De werknemer die een vol vakantiejaar in dienst is, heeft recht op 24 vakantiedagen met behoud van het loon. 3. Van deze vakantiedagen worden er minstens 15 aaneengesloten opgenomen. De werknemer en werkgever kunnen in overleg er voor kiezen deze aaneengesloten periode te veranderen in twee perioden van twee weken plus één week. Het tijdstip van de vakantieperiode wordt in overleg met de werkgever vastgesteld. De werkgever kan de aaneengesloten vakantieperiode maximeren op 20 dagen. De overige vakantiedagen zijn snipperdagen. a. De werkgever heeft de bevoegdheid om een collectieve bedrijfsvakantie vast te stellen in overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Indien een collectieve bedrijfsvakantie wordt bepaald, geschiedt deze bepaling minstens 6 maanden van tevoren. De collectieve bedrijfsvakantie geldt voor alle werknemers, tenzij anders bepaald. b. Wanneer in de onderneming een collectieve vakantie geldt, is de werkgever verplicht aan de werknemer die op grond van de duur van zijn dienstverband geen recht heeft op de volle vakantietijd, het inkomen door te betalen over de dagen waarop deze in verband met de duur van zijn dienstverband geen recht heeft, tenzij de betreffende werknemer op grond van zijn dienstverband bij een andere werkgever deze vakantierechten heeft meegekregen. Hetzelfde geldt voor collectief vastgestelde snipperdagen. Deze dagen kunnen gecompenseerd worden met nog te verkrijgen toekomstige vakantierechten. 5. Het recht op vakantiedagen voor hen die op 30 juni geen vol jaar in dienst zijn, wordt opgebouwd naar evenredigheid van de duur van het dienstverband. Per gewerkte maand wordt dit als volgt berekend: 1/12 × 24 dagen. Evenredig wordt het recht verminderd voor die werknemers met wie het dienstverband tijdens het lopende vakantiejaar is beëindigd. 6. Een vordering tot toekenning van vakantie verjaart vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin het recht op vakantie werd opgebouwd (art. 7:642 BW) Van de wettelijke verjaringstermijn kan niet ten nadele van de werknemer worden afgeweken (art. 7:645 BW). Ook niet bij CAO. 7. Onder snipperdagen zijn begrepen alle bijzondere vrije dagen, met uitzondering van de in de artikelen 12 en 14 genoemde feestdagen en bijzondere verzuimdagen. 8. Indien de werknemer tijdens de aaneengesloten vakantie arbeidsongeschikt wordt, zal hij het resterende deel van de...
Vakantie en vakantietoeslag. De werknemer heeft recht op 80 uur vakantie per jaar (dit zijn 5 werkweken van 16 uur) per kalenderjaar met behoud van salaris. De vakantiedagen kunnen worden opgenomen in overleg met de werkgever. De werknemer heeft in ieder geval recht op een aansluitende periode van twee weken vakantie. De werknemer heeft recht op een vakantietoeslag van 8 % van het op jaarbasis berekende brutosalaris. De vakantietoeslag wordt berekend over de periode die ligt tussen 1 mei en 30 april van het achterliggende jaar. De vakantietoeslag wordt een keer per jaar uitbetaald in de maand mei. Bij tussentijdse aanvang of beëindiging van het dienstverband wordt de vakantietoeslag berekend naar rato van het aantal maanden dat de werknemer in dienst is.
Vakantie en vakantietoeslag. Vakantie 25 Art. 19 Vakantietoeslag 26