Opvolging Voorbeeldclausules

Opvolging. Bij werkhervatting wordt er door de leidinggevende een functioneringsgesprek gehouden met het personeelslid over de weerslag van het incident en het functioneren op de werksituatie. Er wordt een functioneringsverslag opgesteld als aanknopingspunt, voor het geval het probleem zich later opnieuw voordoet. Er is een verjaringstermijn van 6 maanden, daarna worden de feiten uit het personeelsdossier gewist.
Opvolging. Tijdens de gehele periode wordt een persoonlijk dossier bijgehouden door de leidinggevende over alle volgende gevallen van disfunctioneren, regelovertreding, ziekteverzuim, enz. Op grond hiervan kunnen veranderingen in het functioneringsgedrag worden vastgesteld. Er worden regelmatig opvolgingsgesprekken gevoerd waarbij dit functioneren en de eventuele verbeteringen worden besproken. In het belang van het personeelslid moet hierbij heel consequent worden opgetreden. Zo moet men controleren of de gemaakte afspraken worden nagekomen en dienen er voortdurend nieuwe afspraken gemaakt te worden. Ook dient men na te gaan of het personeelslid zich inzet om zijn probleem op te lossen en of er verbetering in het functioneren merkbaar is. Als het personeelslid echter geen inspanningen levert om zijn/of haar prestaties te verbeteren, zullen er sancties genomen worden. Hiervan wordt het personeelslid schriftelijk op de hoogte gebracht. Heeft het personeelslid een veiligheidsfunctie of komt hij in direct contact met burgers, dan moet hij bij het eerste gesprek al doorverwezen worden naar de arbeidsgeneeskundige dienst. De leidinggevende brengt de arbeidsgeneeskundige dienst op de hoogte, die het personeelslid zal uitnodigen voor een onderzoek. De arbeidsgeneesheer zal voor wat betreft de wijze van hulpverlening, de behandeling of de achterliggende problemen enkel die zaken die niet behoren tot het beroepsgeheim doorgeven aan de werkgever.
Opvolging. De onderneming dient de oorzaakanalyse en genomen correcties en/of corrigerende maatregel(en) op het tekortkomingenformulier te registreren en binnen de overeengekomen termijn aan EBN Certification toe te sturen, teneinde te kunnen aantonen dat aan de eisen uit de van toepassing zijnde norm wordt voldaan. Op aangeven van de lead auditor kan een organisatie bewijsmateriaal toesturen aan EBN Certification, waarna de beoordeling door de lead auditor gebeurt op basis van de ontvangen documentatie. Indien de lead auditor bepaald dat het ontvangen bewijs onvoldoende is, kan hij hiervoor een speciale audit eisen. De genomen maatregelen zullen dan op locatie van de klant worden beoordeeld op de afhandeling en implementatie. Als de onderneming niet in staat is binnen het overeengekomen tijdsbestek relevante bewijsstukken te overleggen, behoudt EBN Certification zich het recht voor het certificatietraject stop te zetten, of het certificaat te schorsen en/of het certificaat in te trekken. Indien een speciale audit op een tekortkoming uitgevoerd dient te worden, zal deze audit moeten plaatsvinden binnen maximaal 12 weken na de datum waarop de tekortkoming is vastgesteld. Na overschrijding van de gestelde periode wordt het certificatietraject gestopt bij een initiële of hercertificatie audit of wordt de organisatie geschorst bij een controle audit. Bij een (her)certificatie audit betekent dit dat het dossier gesloten zal worden. Een complete nieuwe certificatie-audit dient vervolgens binnen de onderneming te worden uitgevoerd. Bij hercertificatie geldt dat alle tekortkomingen dienen te zijn afgehandeld, alvorens een nieuw certificaat met een nieuwe looptijd van 3 jaar kan worden afgegeven.
Opvolging. Gepaste begeleiding en opvolging moeten ervoor zorgen dat de medewerker binnen een redelijke termijn (2 à 3 jaar, met een max. van 3 jaar) zijn functie terug volwaardig zal invullen. Hiervoor moet op de afgesproken tijdstippen een opvolgingsgesprek worden gehouden en een verslag worden opgesteld. Dit opvolgingsgesprek gebeurt tussen de leidinggevende en de medewerker, eventueel bijgestaan door zijn syndicale afvaardiging. In onderling overleg tussen de rechtstreekse chef (N+1) en de medewerker (N), en met het akkoord van het afdelingshoofd (N+2), kan deze procedure, zelfs na elk opvolgingsgesprek, dan afgesloten worden. De personeelsdienst zal hierover ingelicht worden en er dan voor zorgen dat alle documenten die hierop betrekking hebben uit het persoonlijk dossier van de medewerker verwijderd worden. Indien er ondanks alles duidelijke tekortkomingen blijven bestaan, zullen andere maatregelen noodzakelijk zijn, en dienen sancties of eventueel ontslag overwogen te worden.
Opvolging. Dit akkoord zal minstens om de twee jaar opgevolgd worden door het Comité voor Sociale Dialoog voor de Administraties van de Centrale Regeringen, in het bijzonder wat betreft de toepassing van artikel 2 en artikel 6.
Opvolging. 10.1. Bij het ontvangen van informatie over het overlijden van de Cliënt, zal de Bank gebruik maken van de blokkeringsprocedure, d.w.z. de toegang van de Cliënt tot de Self-Service en de Depositorekening blokkeren, overeenkomstig de Algemene Voorwaarden van de Bank, en andere maatregelen nemen indien zij dit noodzakelijk acht totdat zij verdere instructies ontvangt van de Cliënt, indien van toepassing, of van de rechtsopvolger(s) van de Cliënt.
Opvolging. De richtlijnen in deze policy hebben betrekking op ICT-middelen en andere communicatiemiddelen die steeds aan evolutie onderhevig zijn. Deze policy kan daarom in de toekomst aangevuld of aangepast worden. Om de twee jaar of telkens als de situatie het vereist, komt een commissie samen bestaande uit de verantwoordelijke netwerkbeheerder, directeur Onderwijs en Studentenbeleid, het diensthoofd IT en de algemeen directeur met als doel om de policy en het beveiligingsbeleid te toetsen en aan te passen aan de nieuwe situatie en aan de bestaande wetgeving. Het nieuwe voorstel wordt opnieuw ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Bestuur, na advies van de Studentenraad. De Hogeschool PXL behoudt zich het recht voor op ieder ogenblik dit beleid aan te passen. Wijzigingen worden meegedeeld aan alle rechtmatige gebruikers.
Opvolging. De opdracht wordt opgevolgd door de aanspreekpersoon van het team Stedenbeleid (Agentschap voor Binnenlands Bestuur) en een stuurgroep. De stuurgroep bestaat uit: • een vertegenwoordiger van het team Stedenbeleid (aanspreekpersoon). • een vertegenwoordiger van de opdrachtnemer. • een vertegenwoordiger van het departement Mobiliteit en Openbare Werken. • een vertegenwoordiger van de Vlaams minister van Steden. • een vertegenwoordiger van de Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken. • een vertegenwoordiger van het Steunpunt Goederen en Personenvervoer. • een vertegenwoordiger van het Kenniscentrum Vlaamse Steden en Gemeenten.
Opvolging. §1. Conform artikel 33 van het kaderdecreet zal het agentschap instaan voor de uitbouw en de goede werking van de vereiste interne controlesystemen. Hieronder wordt een samenstel van maatregelen verstaan dat vervat moet zitten in de verschillende processen van de organisatie en dat ontworpen is om redelijke zekerheid te verschaffen over: • het effectief nastreven van de opgelegde doelstellingen en de uitvoering en opvolging van beslissingen; • de naleving van regelgeving en procedures; • de nauwkeurigheid, juistheid, volledigheid, tijdigheid en bruikbaarheid van de financiële en beheersinformatie; • de efficiëntie van de operaties en het effectief inzetten van de middelen; • de bescherming van de activa en de voorkoming van fraude.