Opzegtermijn werknemer. De opzegtermijn die de werknemer in acht moet nemen, is afhankelijk van de periode die de werknemer onafgebroken in dienst is: Tot en met 12 jaar 1 maand Vanaf aanvang 13de jaar of meer 2 maanden
Opzegtermijn werknemer. Voor de werknemer geldt de wettelijke opzegtermijn van één maand, als bedoeld in artikel 7:672 van het Burgerlijk Wetboek.
Opzegtermijn werknemer. De door de werknemer in acht te nemen wettelijke termijn van opzegging bedraagt één maand.
Opzegtermijn werknemer. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt de opzegtermijn zoals vermeld in de CAO-Vleeswarenindustrie in acht genomen. In overleg kan hier van worden afgeweken.
Opzegtermijn werknemer. De opzegtermijn voor de werknemer (zowel voor maand-; week- als quincenaloners) bedraagt m.i.v. 1-8-2000 één maand. Deze termijn kan bij schriftelijke overeenkomst worden verkort of verlengd. De opzegtermijn voor de werknemer mag echter niet tot langer dan zes maanden worden verlengd. Doel Vereenvoudigen van de ontslagregels. Wettekst: Artikelen 1615i ,1615e en 1615 fa BW.
Opzegtermijn werknemer. De opzegtermijn voor de werknemer (zowel voor maand; week- als quincena loners) bedraagt m.i.v. 1-8-2000 een maand. Deze termijn kan bij schriftelijke overeenkomst worden verkort of verlengd. De opzegtermijn voor de werknemer mag echter niet tot langer dan zes maanden worden verlengd. Vereenvoudigen van de ontslagregels.
Opzegtermijn werknemer. Wanneer bij beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd een opzegtermijn in acht genomen moet worden, bedraagt deze voor de werknemer één maand. Uitzondering geldt voor werknemers die op 1 januari 1999 45 jaar of ouder waren. Voor deze werknemers gelden de bepalingen uit artikel 7:672 BW.