Overgangsbepaling VUT, prepensioen en Levensloop Voorbeeldclausules

Overgangsbepaling VUT, prepensioen en Levensloop. 20.8.1. Naar aanleiding van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie levensloopregeling (Wet VPL) zijn per 1 januari 2006 (met fiscale goedkeuring) de volgende afspraken gemaakt:
Overgangsbepaling VUT, prepensioen en Levensloop. 20.13.1.Naar aanleiding van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT/prepensioen en introductie Levensloopregeling (Wet VPL) zijn per 1 januari 2006 (met fiscale goedkeuring) de volgende afspraken gemaakt: a. Medewerkers in dienst op 31 december 2005 en geboren na 1 januari 1950: - de deelneming aan de prepensioenregeling is per 1 januari 2006 beëindigd; - de voorwaardelijke garantieregeling van de werkgever voor medewerkers in dienst getreden voor 1 april 1999 komt te vervallen; - de medewerkers komen in aanmerking voor een individuele beschikbare premie die door de werkgever in het pensioenfonds wordt gestort; - de werkgeversbijdrage in de Levensloopregeling als bedoeld in artikel 7.7 wordt voor de medewerkers in dienst getreden voor 1 april 1999 met een voorheen geldende uittredingsleeftijd van 61 jaar verhoogd tot 3% van het pensioengevend salaris. b. De individuele beschikbare premie is voor u zodanig vastgesteld dat deze samen met (de projectie van) het tot 1 januari 2006 opgebouwde saldo in de prepensioenregeling, de werkgeversbijdrage in de Levensloopregeling en de voorheen geldende deelnemerspremie in de prepensioenregeling – gegeven een aantal veronderstellingen – voldoende is ter financiering van de voorheen geldende individuele uittredingssituatie. De individuele beschikbare premie is verschuldigd over de toekomstige diensttijd tot de voorheen geldende individuele uittredingsleeftijd met een maximum van 15 jaar. 20.13.2.Voor de in 21.13.1. onder b genoemde medewerkers geboren tot 1 januari 1960 die op 31 december 2005 in aanmerking kwamen voor een volledige garantieregeling, zal bij uittreden op de voorheen geldende uittredingsleeftijd het vanaf 1 januari 2006 werkelijk behaalde rendement worden getoetst. Het werkelijk behaalde rendement zal voor de werkgeversbijdrage in de Levensloopregeling en de voorheen geldende deelnemerspremie in de prepensioenregeling worden gebaseerd op de aan de Levensloopregeling gekoppelde ‘lifecycle funds’ en voor de individuele beschikbare premie op de beleggingsstaffel van het Vopak-pensioenfonds. Mocht het werkelijk behaalde rendement in belangrijke mate afwijken van het bij de projectie gehanteerde rendement, dan zullen de gevolgen van deze afwijking op de uittredingssituatie tot 65 jaar nader worden geëvalueerd. In de evaluatie zullen alleen medewerkers worden betrokken die de werkgeversbijdrage in de Levensloopregeling en de voorheen geldende deelnemerspremie in de prepensioenregeling volledig in de Levensloo...