Vervroegde uittreding Voorbeeldclausules

Vervroegde uittreding. De bepaling van artikel 32A met bijbehorend reglement Vrijwillig Vervroegd Uittreden m.i.v. 1- 1-2006 (Aanvullingsregeling, Bijlage V bij deze CAO), welke regeling wordt uitgevoerd door de Stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden Tijdschriftjournalisten, heeft een geldingsduur van 1 juli 2009 t/m 31 maart 2011. CAO-partijen hebben de intentie de regeling na 31 maart 2011 voort te zetten.
Vervroegde uittreding. 1. De medewerker die geboren is vóór 1 januari 1950 en op wie Pensioenregeling A van toepassing is kan deelnemen aan de regeling Vervroegde Uittreding (VUT). 2. Deelname is alleen mogelijk indien de medewerker in 2005 schriftelijk kenbaar heeft gemaakt dat hij, ingaande de datum waarop hij de leeftijd van 60½ jaar bereikt (dan wel de datum waarop hij 40 dienstjaren heeft volgemaakt indien die datum eerder ligt dan de leeftijd van 60½ jaar), met volledige VUT gaat óf de keuze heeft gemaakt met deeltijd-VUT te gaan, uitgaande van de uitkeringswaarde van volledige VUT op de leeftijd van 60½ jaar, én van de onderneming een schriftelijke bevestiging van zijn keus heeft gekregen. De medewerker die in 2005 heeft kenbaar gemaakt niet deel te nemen aan de VUT, is uitgesloten van deelname aan de VUT-regeling. 3. De voorwaarden voor deelname aan de VUT zijn vastgelegd in een reglement dat in hoofdstuk 13 van deze cao is opgenomen.
Vervroegde uittreding. Bijlage XIII Verzuimbegeleiding Artikel 29a Volwassen werknemers, Definitie Artikel 2 lid g
Vervroegde uittreding. De bepaling van artikel 19A met bijbehorend reglement Vrijwillig Vervroegd Uittreden m.i.v. 1-1-2006 (Bijlage VI-A bij deze cao), welke regeling wordt uitgevoerd door de Stichting
Vervroegde uittreding. Het dienstverband eindigt op de dag direct voorafgaand aan de ingangsdatum van deelname aan de regeling Vervroegde Uittreding door de medewerker.
Vervroegde uittreding. In een maatschappij die steeds hogere eisen aan werknemers stelt, waar wer- ken topsport dreigt te worden, is aandacht voor de werknemers die de aan- sluiting dreigen te missen van groot belang. Werknemers die herstellende zijn van een ziekte en tijd nodig hebben om het oude ritme weer op te pak- ken en ook oudere werknemers met verouderde kennis en vaardigheden zijn kwetsbaar. Bij reorganisaties dreigen zij als eerste de slag te missen met als gevolg dat een beroep wordt gedaan op een uitkering. Behalve het persoon- lijke nadeel is dit ook voor de maatschappij als geheel ongewenst. Ook de financiële aantrekkelijkheid van vervroegd uittreden, is voor veel werkne- mers een reden om vóór de pensioengerechtigde leeftijd te stoppen met wer- ken.
Vervroegde uittreding. 1. Aan de werknemer geboren voor 1949 wordt op diens verzoek ontslag verleend met recht op een uitkering overeenkomstig Uitvoeringsregeling P van de CAO 2007-2008, indien hij op de datum van zijn ontslag 60 jaar of ouder is en direct voorafgaand aan de datum van het ontslag een ononderbroken diensttijd heeft van ten minste 10 jaren. 2. Het bepaalde in het voorgaande lid is niet van toepassing op de werknemer die als deelnemer in het Pensioenfonds Zorg en Welzijn gebruik kan (gaan) maken van de Overbruggingsregeling van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn.
Vervroegde uittreding. 1. Aan de werknemer geboren voor 1949 wordt op diens verzoek ontslag verleend met recht op een uitkering overeenkomstig Uitvoeringsregeling P van de CAO 2007-2008, indien hij op de datum van zijn ontslag 60 jaar of ouder is en direct voorafgaand aan de datum van het ontslag een ononderbroken diensttijd heeft van ten minste 10 jaren20. 2. In afwijking van artikel 4 Uitvoeringsregeling P van de CAO 2007-2008 bedraagt de uitkering voor de werknemer geboren in:
Vervroegde uittreding. 3.3 2.5.1.j en bijlage 9.4 Overlijden van de werknemer 3.4 en 3.1.1.h 2.6 en 2.5.1.h Overname personeel bij aanbesteding 3.5 11.4 Algemene verplichtingen van de werkgever Algemene verplichtingen werkgever 4.1 vervallen Geheimhouding 4.2 1.6.4 Aansprakelijkheid voor schade 4.3 1.6.2 Pensioenvoorziening 4.4 10.1 en 10.2 Gedragscode 4.5 1.6.3 Bevorderen arbeidsdeelname vrouwen, minderheden en gedeeltelijk arbeidsgeschikten 4.6 1.6.3