Overgangsregeling. De werknemer die de leeftijd van 52 jaar of ouder heeft bereikt en vanaf 1 augustus 2009 zonder onderbreking in dienst is bij een bestuur van een door de minister van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur. Het overgangsrecht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.2. lid 3. b. De werknemer in de leeftijdsgroep van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Leeftijdscategorie 56 jaar en ouder a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur. b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.2. lid 3, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht 3. In afwijking van de percentages zoals genoemd in artikel 7.4. lid 1 en 2, geldt voor de werknemer in de functiecategorie OOP met schaal 1 tot en met 8 een eigen bijdrage van 40%. Bovendien geldt dat indien deze werknemer op 31 juli 2014 reeds de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt de eigen bijdrage 20% bedraagt.
Appears in 3 contracts
Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Voortgezet Onderwijs, Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Voortgezet Onderwijs
Overgangsregeling. De werknemer die de leeftijd van 52 jaar of ouder heeft bereikt en vanaf 1 augustus 2009 zonder onderbreking in dienst is bij een bestuur van een door de minister van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur. Het overgangsrecht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.2. 7.4 lid 3.2 onder a.
b. De werknemer in de leeftijdsgroep van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Leeftijdscategorie 56 jaar en ouder
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur.
b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid
lid a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.2. 7.4 lid 32 onder a, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht
3. In afwijking van de percentages zoals genoemd in artikel 7.47.6. lid 1 en 2, geldt voor de werknemer in de functiecategorie OOP met schaal 1 tot en met 8 een eigen bijdrage van 40%. Bovendien geldt dat indien deze werknemer op 31 juli 2014 reeds de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt de eigen bijdrage 20% bedraagt.
4. Het verlof voor de leraar van 170 respectievelijk 340 klokuren per jaar gedurende de looptijd van deze cao leidt tot een verlaging van de maximale lessentaak met 3 respectievelijk 6 lesuren van 50 minuten, dan wel een equivalent daarvan.
5. De werknemer wordt in staat gesteld het verlof zoals bedoeld in artikel 7.6. lid 1 en 2 op een herkenbare wijze op te nemen in de vorm van een vrij dagdeel (170 klokuren) dan wel van een vrije dag (340 klokuren).
6. De omvang van het verlof kan in enig jaar nooit minder zijn dan het verlof in het daaraan voorafgaande jaar, bij gelijkblijvende betrekkingsomvang.
7. De werknemer die in enig schooljaar verlof als bedoeld in deze overgangsregeling opneemt, heeft in dat schooljaar niet de mogelijkheid tot het opbouwen van spaarverlof.
8. Reeds opgebouwd BAPO-spaarverlof wordt gerespecteerd. Het BAPO-spaarverlof wordt opgenomen onder dezelfde voorwaarden als het is opgebouwd. Bij het opnemen van het BAPO-spaarverlof is het maximum van 340 uur, als bedoeld in artikel 7.4. lid 7, niet van toepassing.
9. Alle aan het salaris gerelateerde aanspraken blijven berekend op basis van het salaris dat de werknemer zou hebben genoten wanneer hij geen gebruik zou hebben gemaakt van de regeling. Alle overige arbeidsvoorwaarden (behoudens 50 uur van het basisbudget uit dit hoofdstuk) worden aan werknemer toegekend op basis van (het aantal uren van) de werktijdfactor minus de omvang van het totale verlof.
10. Ziekte of lang buitengewoon verlof van de werknemer schort het verlof zoals bedoeld in artikel 7.6. lid 1 en 2 niet op.
11. Bij ziekte tijdens het opnemen van het verlof als bedoeld in artikel 7.6. lid 1 en 2 bedraagt het salaris gedurende de eerste 12 maanden van het ziekteverlof 100% van het oorspronkelijke salaris verminderd met de eigen bijdrage. Na deze periode bedraagt het salaris 70% van het oorspronkelijke salaris, zonder vermindering met de eigen bijdrage.
Appears in 3 contracts
Samples: Collective Labor Agreement for Secondary Education, Collective Labor Agreement for Secondary Education, Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Voortgezet Onderwijs
Overgangsregeling. De werknemer die de leeftijd van 52 jaar of ouder heeft bereikt en vanaf 1 augustus 2009 zonder onderbreking in dienst is bij een bestuur van een door de minister van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur. Het overgangsrecht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.2. 7.4 lid 3.2 onder a.
b. De werknemer in de leeftijdsgroep van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Leeftijdscategorie 56 jaar en ouder
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur.
b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid
lid a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.2. 7.4 lid 32 onder a, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht
3. In afwijking van de percentages zoals genoemd in artikel 7.47.6. lid 1 en 2, geldt voor de werknemer in de functiecategorie OOP met schaal 1 tot en met 8 een eigen bijdrage van 40%. Bovendien geldt dat indien deze werknemer op 31 juli 2014 reeds de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt de eigen bijdrage 20% bedraagt.
4. Het verlof voor de leraar van 170 respectievelijk 340 klokuren per jaar gedurende de looptijd van deze cao leidt tot een verlaging van de maximale lessentaak met 3 respectievelijk 6 lesuren van 50 minuten, dan wel een equivalent daarvan.
5. De werknemer wordt in staat gesteld het verlof zoals bedoeld in artikel 7.6. lid 1 en 2 op een herkenbare wijze op te nemen in de vorm van een vrij dagdeel (170 klokuren) dan wel van een vrije dag (340 klokuren).
6. De omvang van het verlof kan in enig jaar nooit minder zijn dan het verlof in het daaraan voorafgaande jaar, bij gelijkblijvende betrekkingsomvang.
7. De werknemer die in enig schooljaar verlof als bedoeld in deze overgangsregeling opneemt, heeft in dat schooljaar niet de mogelijkheid tot het opbouwen van spaarverlof.
8. Reeds opgebouwd BAPO-spaarverlof wordt gerespecteerd. Het BAPO-spaarverlof wordt opgenomen onder dezelfde voorwaarden als het is opgebouwd. Bij het opnemen van het BAPO-spaarverlof is het maximum van 340 uur, als bedoeld in artikel 7.6. lid 7, niet van toepassing.
9. Alle aan het salaris gerelateerde aanspraken blijven berekend op basis van het salaris dat de werknemer zou hebben genoten wanneer hij geen gebruik zou hebben gemaakt van de regeling. Alle overige arbeidsvoorwaarden (behoudens 50 uur van het basisbudget uit dit hoofdstuk) worden aan werknemer toegekend op basis van (het aantal uren van) de werktijdfactor minus de omvang van het totale verlof.
10. Ziekte of lang buitengewoon verlof van de werknemer schort het verlof zoals bedoeld in artikel 7.6. lid 1 en 2 niet op.
11. Bij ziekte tijdens het opnemen van het verlof als bedoeld in artikel 7.6. lid 1 en 2 bedraagt het salaris gedurende de eerste 12 maanden van het ziekteverlof 100% van het oorspronkelijke salaris verminderd met de eigen bijdrage. Na deze periode bedraagt het salaris 70% van het oorspronkelijke salaris, zonder vermindering met de eigen bijdrage.
Appears in 3 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Voortgezet Onderwijs, Collective Labor Agreement for Secondary Education, Collective Labor Agreement (Cao)
Overgangsregeling. De werknemer die de leeftijd van 52 jaar of ouder heeft bereikt en vanaf 1 augustus 2009 zonder onderbreking in dienst is bij een bestuur van een door de minister van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur. Het overgangsrecht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.2. lid 3.
b. De werknemer in de leeftijdsgroep van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Leeftijdscategorie 56 jaar en ouder
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur.
b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid
a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.2. lid 3, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht
3. In afwijking van de percentages zoals genoemd in artikel 7.47.6. lid 1 en 2, geldt voor de werknemer in de functiecategorie OOP met schaal 1 tot en met 8 een eigen bijdrage van 40%. Bovendien geldt dat indien deze werknemer op 31 juli 2014 reeds de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt de eigen bijdrage 20% bedraagt.
Appears in 2 contracts
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Voortgezet Onderwijs, Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Voortgezet Onderwijs
Overgangsregeling. De werknemer die de leeftijd van 52 jaar of ouder heeft bereikt en vanaf 1 augustus 2009 zonder onderbreking in dienst is bij een bestuur van een door de minister van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur. Het overgangsrecht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.2. lid 3.
b. De werknemer in de leeftijdsgroep van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Leeftijdscategorie 56 jaar en ouder
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur.
b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid
a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.2. lid 3, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht
3. In afwijking van de percentages zoals genoemd in artikel 7.4. lid 1 en 2, geldt voor de werknemer in de functiecategorie OOP met schaal 1 tot en met 8 een eigen bijdrage van 40%. Bovendien geldt dat indien deze werknemer op 31 juli 2014 reeds de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt de eigen bijdrage 20% bedraagt.
4. Het verlof voor de leraar van 170 respectievelijk 340 klokuren per jaar gedurende de looptijd van deze cao leidt tot een verlaging van de maximale lessentaak met 3 respectievelijk 6 lesuren van 50 minuten, dan wel een equivalent daarvan.
5. De werknemer wordt in staat gesteld het verlof zoals bedoeld in artikel 7.4. lid 1 en 2 op een herkenbare wijze op te nemen in de vorm van een vrij dagdeel (170 klokuren) dan wel van een vrije dag (340 klokuren).
6. De omvang van het verlof kan in enig jaar nooit minder zijn dan het verlof in het daaraan voorafgaande jaar, bij gelijkblijvende betrekkingsomvang.
7. De werknemer die in enig schooljaar verlof als bedoeld in deze overgangsregeling opneemt, heeft in dat schooljaar niet de mogelijkheid tot het opbouwen van spaarverlof.
8. Reeds opgebouwd BAPO-spaarverlof wordt gerespecteerd. Het BAPO-spaarverlof wordt opgenomen onder dezelfde voorwaarden als het is opgebouwd. Bij het opnemen van het BAPO-spaarverlof is het maximum van 340 uur, als bedoeld in artikel 7.2. lid 8, niet van toepassing.
9. Alle aan het salaris gerelateerde aanspraken blijven berekend op basis van het salaris dat de werknemer zou hebben genoten wanneer hij geen gebruik zou hebben gemaakt van de regeling. Alle overige arbeidsvoorwaarden (behoudens het verlof uit dit hoofdstuk) worden aan werknemer toegekend op basis van (het aantal uren van) de werktijdfactor minus de omvang van het totale verlof.
10. Ziekte of lang buitengewoon verlof van de werknemer schort het verlof zoals bedoeld in artikel 7.4. lid 1 en 2 niet op.
11. Bij ziekte tijdens het opnemen van het verlof als bedoeld in artikel 7.4. lid 1 en 2 bedraagt het salaris gedurende de eerste 12 maanden van het ziekteverlof 100% van het oorspronkelijke salaris verminderd met de eigen bijdrage. Na deze periode bedraagt het salaris 70% van het oorspronkelijke salaris, zonder vermindering met de eigen bijdrage.
Appears in 1 contract
Samples: Collectieve Arbeidsovereenkomst Voor Het Voortgezet Onderwijs
Overgangsregeling. De werknemer die de leeftijd van 52 jaar of ouder heeft bereikt en vanaf 1 augustus 2009 zonder onderbreking in dienst is bij een bestuur van een door de minister van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken gebruik maken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 vijf jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 vijftig uur. Het overgangsrecht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.2. 7.2 lid 3.
b. De werknemer in de leeftijdsgroep van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 vijf jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. 7.1 lid 1. Leeftijdscategorie 56 jaar en ouder
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst dienstverband het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 vijftig uur.
b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 vijf jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid
lid a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget zoals bedoeld in artikel 7.1. 7.1 lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt gebruik maakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.2. 7.2 lid 3, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht
3. In afwijking van de percentages zoals genoemd in artikel 7.4. 7.4 lid 1 en 2, geldt voor de werknemer in de functiecategorie OOP met schaal 1 tot en met 8 een eigen bijdrage van 40%. Bovendien geldt dat indien deze werknemer op 31 juli 2014 reeds de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt de eigen bijdrage 20% bedraagt.
4. Het verlof voor de leraar van 170 respectievelijk 340 klokuren per jaar gedurende de looptijd van deze cao leidt tot een verlaging van de maximale lessentaak met drie respectievelijk zes lesuren van vijftig minuten, dan wel een equivalent daarvan.
5. De werknemer wordt in staat gesteld het verlof zoals bedoeld in artikel 7.4 lid 1 en 2 op een herkenbare wijze op te nemen in de vorm van een vrij dagdeel (170 klokuren) dan wel van een vrije dag (340 klokuren).
6. De omvang van het verlof kan in enig jaar nooit minder zijn dan het verlof in het daaraan voorafgaande jaar, bij gelijkblijvende betrekkingsomvang.
7. De werknemer die in enig schooljaar verlof als bedoeld in deze overgangsregeling opneemt, heeft in dat schooljaar niet de mogelijkheid tot het opbouwen van spaarverlof.
8. Reeds opgebouwd BAPO-spaarverlof wordt gerespecteerd. Het BAPO-spaarverlof wordt opgenomen onder dezelfde voorwaarden als het is opgebouwd. Bij het opnemen van het BAPO-spaarverlof is het maximum van 340 uur, als bedoeld in artikel 7.2 lid 8, niet van toepassing.
9. Alle aan het salaris gerelateerde aanspraken blijven berekend op basis van het salaris dat de werknemer zou hebben genoten wanneer hij geen gebruik zou hebben gemaakt van de regeling.
10. Ziekte of lang buitengewoon verlof van de werknemer schort het verlof zoals bedoeld in artikel 7.4 lid 1 en 2 niet op.
11. Bij ziekte tijdens het opnemen van het verlof als bedoeld in artikel 7.4 lid 1 en 2 bedraagt het salaris gedurende de eerste twaalf maanden van het ziekteverlof 100% van het oorspronkelijke salaris verminderd met de eigen bijdrage. Na deze periode bedraagt het salaris 70% van het oorspronkelijke salaris, zonder vermindering met de eigen bijdrage.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Overgangsregeling. 1. Voor werknemers, die op 1 december 2005 een arbeidsover- eenkomst hebben binnen de particuliere ambulancesector èn geboren zijn in de periode tussen 1 januari 1950 tot 1 januari 1960, hebben recht op een overgangsregeling.
2. In het kader van de overgangsregeling hebben werknemers recht op vervroegde uittreding tussen 60- en 61-jarige leeftijd volgens een glijdende schaal: - voor werknemers, geboren in de jaren 1950 tot en met 1954, is dit 60 jaar; - voor werknemers, geboren in 1955, is dit 60 jaar en 2 maanden; - voor werknemers, geboren in 1956, is dit 60 jaar en 4 maanden; - voor werknemers, geboren in 1957, is dit 60 jaar en 6 maanden; - voor werknemers, geboren in 1958, is dit 60 jaar en 8 maanden; - voor werknemers, geboren in 1959, is dit 60 jaar en 10 maanden. Genoemde uittreedleeftijden zijn gemiddelde richtleeftijden.
3. De hoogte van de uitkering is in de CAO 2005-2008 overeengekomen op basis van de regeling zoals deze van toepassing was van het Pensioenfonds voor het Vervoer over de weg en is afhankelijk van het aantal dienstjaren en de gemiddelde arbeidsduur. Werkgevers zullen op basis van beschikbare premies een aanvulling in de pensioenopbouw storten, waarbij vervroegde uittreding mogelijk wordt tussen 60- en 61-jarige volgens de glijdende schaal.
4. In aanvulling op deze regeling is op 2 december 2008 een voorziening met VWS overeengekomen.
a. De bijdrage van het ministerie bestaat uit een jaarlijkse toekenning van een bedrag per werknemer aan de werkgever teneinde een uitkeringsniveau voor de uitkering als genoemd in lid 3, te garanderen op 75% van het gemiddelde bruto salaris, vermeerderd met vakantiegeld, eindejaarsuitkering en onregelmatig- heidstoeslag, berekend over de laatste twee jaar voor uittreding.
b. Werknemers dienen voor deze aanvulling op het moment van uittreding minimaal 10 jaar in dienst te zijn van de particuliere ambulancezorg.
c. Het ministerie vergoedt de loonkosten voortvloeiend uit seniorenverlof voor de werknemers die vallen onder de leeftijd overgangsregeling voor twee jaar voorafgaand aan de uittreding met een maximum van 52 432 uur per jaar of ouder heeft bereikt en gedurende maximaal 2 jaar, gerekend vanaf 1 augustus januari 2009.
d. De geaccordeerde tekst van de overeenkomst met VWS d.d. 23-9-2008 maakt integraal deel uit van deze CAO.
5. De in lid 4 genoemde aanvullingsregeling dient vóór 30 september 2009 zonder onderbreking 24.00 uur uitgewerkt en ondertekend te worden in dienst is een specifieke overeenkomst tussen werkgever en werknemer, op basis van het door CAO-partijen geaccordeerd en aangeleverd model.
6. De uitvoering van deze regeling vindt plaats bij een bestuur van een PFZW/PGGM.
7. De kosten voor de overgangsregeling, die berekend zijn door Xxxxxx Human Resource Consulting, bedragen gemiddeld 6,44%per jaar en zullen tot dit percentage volledig door de minister werkgevers worden betaald. Bij overschrijding van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door dit percentage zullen cao-partijen te zijner tijd nadere afspraken maken over de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaarlastenverdeling binnen deze en andere pensi- oenvoorzieningen.
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over de twee jaren voorafgaand aan de uittredingsdatum zijn gemiddelde ORT conform het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur. Het overgangsrecht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.2. lid 3basisdienstrooster.
b. De werkgever zal hiertoe het seniorenverlof zodanig conform de CAO-afspraken inroosteren dat sprake is van een juiste afspiegeling van het basisdienstrooster.
c. Indien de werknemer als gevolg hiervan minder ORT verdient gedurende de twee jaren voorafgaand aan de uittredingsdatum, dan zal dit worden gecompenseerd via een zgn. ORT-compensatie. Deze ORT-compensatie zal worden opgenomen in de leeftijdsgroep verdiende ORT en ook zo aan PGGM worden aangeleverd. Afspraken overgangsregeling tussen particuliere ambulance- diensten en het ministerie van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt VWS Op 23 september 2008 hebben Xxxxxx Xxxxxxxx en Xxxx Xxxxxxx, respectievelijk directeur en plaatsvervangend directeur Curatieve Zorg van het Ministerie van VWS, Xxxxx Xxxxxx en Xxxx Xxxxxxxx namens de Vereniging Werkgevers Ambulancezorg (vwAZ), en Xxxx Xxx xxx Xxxxxx namens de CNV BedrijvenBond en Xxx Xxxxxxx namens FNV Bondgenoten de volgende principe afspraken gemaakt over aanvullende financiering van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra overgangsregeling vervroegde uittreding uit de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Leeftijdscategorie 56 jaar en ouder
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uurbetreffende CAO Ambulancezorg 2005-2008.
b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid
a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.2. lid 3, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht
3. In afwijking van de percentages zoals genoemd in artikel 7.4. lid 1 en 2, geldt voor de werknemer in de functiecategorie OOP met schaal 1 tot en met 8 een eigen bijdrage van 40%. Bovendien geldt dat indien deze werknemer op 31 juli 2014 reeds de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt de eigen bijdrage 20% bedraagt.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Overgangsregeling. De werknemer die de leeftijd van 52 jaar of ouder heeft bereikt en vanaf 1 augustus 2009 zonder onderbreking in dienst is bij een bestuur van een door de minister van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken gebruik maken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 vijf jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 vijftig uur. Het overgangsrecht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.2. 7.2 lid 3.
b. De werknemer in de leeftijdsgroep van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 vijf jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. 7.1 lid 1. Leeftijdscategorie 56 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00 jaar en ouder
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst dienstverband het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 vijftig uur.
b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 vijf jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid
lid a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget zoals bedoeld in artikel 7.1. 7.1 lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt gebruik maakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.2. 7.2 lid 3, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht
3. In afwijking van de percentages zoals genoemd in artikel 7.4. 7.4 lid 1 en 2, geldt voor de werknemer in de functiecategorie OOP met schaal 1 tot en met 8 een eigen bijdrage van 40%. Bovendien geldt dat indien deze werknemer op 31 juli 2014 reeds de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt de eigen bijdrage 20% bedraagt.
4. Het verlof voor de leraar van 170 respectievelijk 340 klokuren per jaar gedurende de looptijd van deze cao leidt tot een verlaging van de maximale lessentaak met drie respectievelijk zes lesuren van vijftig minuten, dan wel een equivalent daarvan.
5. De werknemer wordt in staat gesteld het verlof zoals bedoeld in artikel 7.4 lid 1 en 2 op een herkenbare wijze op te nemen in de vorm van een vrij dagdeel (170 klokuren) dan wel van een vrije dag (340 klokuren).
6. De omvang van het verlof kan in enig jaar nooit minder zijn dan het verlof in het daaraan voorafgaande jaar, bij gelijkblijvende betrekkingsomvang.
7. De werknemer die in enig schooljaar verlof als bedoeld in deze overgangsregeling opneemt, heeft in dat schooljaar niet de mogelijkheid tot het opbouwen van spaarverlof.
8. Reeds opgebouwd BAPO-spaarverlof wordt gerespecteerd. Het BAPO-spaarverlof wordt opgenomen onder dezelfde voorwaarden als het is opgebouwd. Bij het opnemen van het BAPO-spaarverlof is het maximum van 340 uur, als bedoeld in artikel 7.2 lid 8, niet van toepassing.
9. Alle aan het salaris gerelateerde aanspraken blijven berekend op basis van het salaris dat de werknemer zou hebben genoten wanneer hij geen gebruik zou hebben gemaakt van de regeling.
10. Ziekte of lang buitengewoon verlof van de werknemer schort het verlof zoals bedoeld in artikel 7.4 lid 1 en 2 niet op.
11. Bij ziekte tijdens het opnemen van het verlof als bedoeld in artikel 7.4 lid 1 en 2 bedraagt het salaris gedurende de eerste twaalf maanden van het ziekteverlof 100% van het oorspronkelijke salaris verminderd met de eigen bijdrage. Na deze periode bedraagt het salaris 70% van het oorspronkelijke salaris, zonder vermindering met de eigen bijdrage.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Overgangsregeling. De werknemer die de leeftijd van 52 jaar of ouder heeft bereikt en vanaf 1 augustus 2009 zonder onderbreking in dienst is bij een bestuur van een door de minister van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken gebruik maken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 vijf jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur. Het overgangsrecht overgangs- recht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.2. 7.2 lid 3.
b. De werknemer in de leeftijdsgroep van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 vijf jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. 7.1 lid 1. Leeftijdscategorie 56 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx 00 jaar en ouder
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst dienstverband het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur.
b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt gebruik maakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 vijf jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid
lid a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. 7.1 lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt gebruik maakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.2. 7.2 lid 3, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht
3. In afwijking van de percentages zoals genoemd in artikel 7.4. 7.4 lid 1 en 2, geldt voor de werknemer in de functiecategorie OOP met schaal 1 tot en met 8 een eigen bijdrage van 40%. Bovendien geldt dat indien deze werknemer op 31 juli 2014 reeds de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt de eigen bijdrage 20% bedraagt.
4. Het verlof voor de leraar van 170 respectievelijk 340 klokuren per jaar gedurende de looptijd van deze cao leidt tot een verlaging van de maximale lessentaak met drie respectievelijk zes lesuren van 50 minuten, dan wel een equivalent daarvan.
5. De werknemer wordt in staat gesteld het verlof zoals bedoeld in artikel 7.4 lid 1 en 2 op een herkenbare wijze op te nemen in de vorm van een vrij dagdeel (170 klokuren) dan wel van een vrije dag (340 klokuren).
6. De omvang van het verlof kan in enig jaar nooit minder zijn dan het verlof in het daaraan voorafgaande jaar, bij gelijkblijvende betrekkingsomvang.
7. De werknemer die in enig schooljaar verlof als bedoeld in deze overgangsregeling opneemt, heeft in dat schooljaar niet de mogelijkheid tot het opbouwen van spaarverlof.
8. Reeds opgebouwd BAPO spaarverlof wordt gerespecteerd. Het BAPO spaarverlof wordt opgenomen onder dezelfde voorwaarden als het is opgebouwd. Bij het opnemen van het BAPO spaarverlof is het maximum van 340 uur, als bedoeld in artikel 7.2 lid 8, niet van toepassing.
9. Alle aan het salaris gerelateerde aanspraken blijven berekend op basis van het salaris dat de werknemer zou hebben genoten wanneer hij geen gebruik zou hebben gemaakt van de regeling.
10. Ziekte of lang buitengewoon verlof van de werknemer schort het verlof zoals bedoeld in artikel 7.4 lid 1 en 2 niet op.
11. Bij ziekte tijdens het opnemen van het verlof als bedoeld in artikel 7.4 lid 1 en 2 bedraagt het salaris gedurende de eerste twaalf maanden van het ziekteverlof 100% van het oorspronkelijke salaris verminderd met de eigen bijdrage. Na deze periode bedraagt het salaris 70% van het oorspronkelijke salaris, zonder vermindering met de eigen bijdrage.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Overgangsregeling. De werknemer die de leeftijd van 52 jaar of ouder heeft bereikt en vanaf 1 augustus 2009 zonder onderbreking in dienst is bij een bestuur van een door de minister van OCW bekostigde onderwijs- of onderzoekinstelling dan wel door de minister van LNV bekostigde onderwijsinstelling, kan in plaats van de structurele regeling ook gebruikmaken van onderstaande overgangsregeling. Peildatum voor het recht op de overgangsregeling alsmede de verschillende leeftijdscategorieën is 31 juli 2014. De werknemer moet zijn keuze voor de overgangsregeling dan wel het afzien of verlagen van zijn overgangsrecht voor aanvang van het schooljaar 2014-2015 kenbaar hebben gemaakt, conform de afspraken op schoolniveau. Leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 170 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur. Het overgangsrecht stopt zodra werknemer gebruik kan maken van het aanvullend verlofbudget als bedoeld in artikel 7.2. 7.4 lid 3.2 onder a.
b. De werknemer in de leeftijdsgroep van 52 tot 56 jaar die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid a. Deze keuzemogelijkheid eindigt zodra de werknemer de leeftijd van 57 jaar heeft bereikt. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basisbudget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Leeftijdscategorie 56 jaar en ouder
a. De werknemer in de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt tot einde arbeidsovereenkomst het recht op een verlofomvang van jaarlijks maximaal 340 uur tegen een eigen bijdrage van 50% over het aantal verlofuren dat uitstijgt boven 50 uur.
b. De werknemer in de leeftijdscategorie van 56 jaar en ouder die op 31 juli 2014 geen gebruikmaakt van de regeling BAPO behoudt gedurende maximaal 5 jaar het recht om alsnog gebruik te maken van het recht als bedoeld in lid
lid a. Zolang werknemer geen keuze heeft gemaakt, heeft hij recht op het basis- budget zoals bedoeld in artikel 7.1. lid 1. Indien werknemer daarnaast op enig moment gebruikmaakt van het aanvullend verlofbudget zoals bedoeld in artikel 7.2. 7.4 lid 32 onder a, vervalt op dat moment zijn recht op de overgangsregeling. Algemene bepalingen overgangsrecht
3. In afwijking van de percentages zoals genoemd in artikel 7.4. lid 1 en 2, geldt voor de werknemer in de functiecategorie OOP met schaal 1 tot en met 8 een eigen bijdrage van 40%. Bovendien geldt dat indien deze werknemer op 31 juli 2014 reeds de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt de eigen bijdrage 20% bedraagt.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)