Partnerpensioen Voorbeeldclausules

Partnerpensioen. Het partnerpensioen bedraagt 50% van het te bereiken ouderdomspen- sioen. Dit pensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer overlijdt. Ook voor alleenstaanden wordt een fictief partnerpensioen opgebouwd.
Partnerpensioen. 1. Het partnerpensioen gaat in op de 1e van de maand waarin de (aspirant-) deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin de partner overlijdt. 2. Het partnerpensioen op jaarbasis bedraagt 70% van het volgens artikel 9 vastgestelde ouderdomspensioen (inclusief reeds verleende toeslagen). Het betreft uitsluitend het tijdens het deelnemerschap aan dit reglement opgebouwde ouderdomspensioen. 3. Bij overlijden van een deelnemer wordt het krachtens lid 2 vastgestelde partnerpensioen (70% van het totaal opgebouwde ouderdomspensioen op het tijdstip van overlijden) verhoogd met 70% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer fictief had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de datum van overlijden tot de standaard-pensioendatum (67 jaar) zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige (fictieve) pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 4. Bij overlijden van een aspirant-deelnemer is het partnerpensioen op jaarbasis gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen dat de aspirant-deelnemer had kunnen behalen indien hij/zij vanaf de eerste dag van de maand waarin hij/zij de 21-jarige leeftijd zou bereiken tot de standaard-pensioendatum zou hebben deelgenomen op basis van de laatst vastgestelde gegevens. Dit betekent dat voor de toekomstige pensioenopbouw wordt uitgegaan van de laatst vastgestelde pensioengrondslag, het parttimepercentage zoals geldend op het tijdstip van overlijden en, indien van toepassing, het afwijkende jaarlijkse opbouwpercentage ouderdomspensioen indien de werkgever hiervoor heeft gekozen op grond van het bepaalde in artikel 9, lid 3 en hoofdstuk IV van dit reglement. 5. Indien op grond van artikel 22 bij beëindiging van de partnerrelatie aan een (of meerdere) gewezen partner(s) een bijzonder partnerpensioen is toegekend, wordt dit op het volgens lid 2 van dit artikel vastgestelde partnerpensioen in mindering gebracht. 6. Het partnerpensioen heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet. Dit betekent dat het pensioen vooraf wordt vastgesteld in concrete pensioenbedragen. Alle pensioenaanspra...
Partnerpensioen. Xx Xxxxxxx Partner(s) van de overleden (Gewezen) Deelnemer maakt aanspraak op Bijzonder Partnerpensioen. Het Bijzonder Partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de (Gewezen) Deelnemer of Gepensioneerde overlijdt. Het Bijzonder Partnerpensioen eindigt op de laatste dag van de maand waarin de Gewezen Partner overlijdt. Het bijzonder tijdelijk partnerpensioen eindigt op de laatste dag van de maand waarin de Gewezen Partner overlijdt, maar uiterlijk op de AOW-leeftijd van de Gewezen Partner. Het Bijzonder Partnerpensioen is gelijk aan het (tijdelijk) partnerpensioen dat zou zijn verkregen indien de deelneming zou zijn geëindigd op de Scheidingsdatum, verminderd met al eerder toegekend(e) Bijzonder Partnerpensioen(en). Indien de Scheidingsdatum ligt na de datum waarop de deelneming is geëindigd, treedt de beëindigingsdatum voor de toepassing van dit artikel voor de Scheidingsdatum in de plaats. Het Fonds informeert de Gewezen Partner over de hoogte van de aanspraak op Bijzonder Partnerpensioen. Het bepaalde in dit artikel kan door beide partners worden uitgesloten middels een daartoe bestemde overeenkomst. De overeenkomst is slechts geldig indien aan deze overeenkomst een verklaring van het Fonds is gehecht, waaruit blijkt dat het Fonds bereid is een uit de afwijking voortvloeiend pensioenrisico te dekken. Indien de Gewezen Partner met een recht op Bijzonder Partnerpensioen eerder overlijdt dan de (Gewezen) Xxxxxxxxx, dan maakt de aanspraak op Bijzonder Partnerpensioen vanaf het moment van overlijden van de Gewezen Partner weer deel uit van de pensioenaanspraken van de (Gewezen) Deelnemer. Indien de Gewezen Partner met een recht op Bijzonder Partnerpensioen eerder overlijdt dan de Gepensioneerde, dan vervalt het Bijzonder Partnerpensioen aan het fonds.
Partnerpensioen. Indien u heeft gekozen voor alleen risico partner- en wezenpensioen:
Partnerpensioen. Partnerpensioen in geval van overlijden tijdens het Deelnemerschap 1. Recht op Partnerpensioen heeft de Partner met wie de Deelnemer op het tijdstip van overlijden een Partnerrelatie had. 2. Het Partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de Deelnemer overlijdt. 3. Het Partnerpensioen wordt uitgekeerd tot en met de maand waarin de Partner overlijdt. 4. Het Partnerpensioen bedraagt voor ieder Deelnemersjaar vanaf 1 januari 2015 1,16% van de Pensioengrondslag voor de risicodekkingen. Voor Deelnemersjaren liggend vóór 1 januari 2015 bedraagt het Partnerpensioen voor ieder Deelnemersjaar 1,33% van de Pensioengrondslag voor de risicodekkingen ultimo 2014. Voor Deelnemersjaren liggend voor 1 januari 2015 is de maximering tot het bedrag zoals bedoeld in artikel 18ga van de Wet op de Loonbelasting 1964 niet van toepassing. In geval van een eerdere Scheiding waarbij een Gewezen Partner een aanspraak op Bijzonder Partnerpensioenkapitaal heeft verkregen op basis van artikel 19 lid 2, tellen de Deelnemersjaren voor de berekening van het in de vorige volzinnen omschreven Partnerpensioen vanaf de datum Scheiding. 5. Bij overlijden van de Deelnemer vóór de Pensioeningangsdatum wordt bij de berekening van het Partnerpensioen van de veronderstelling uitgegaan dat het Deelnemerschap ongewijzigd zou hebben voortgeduurd tot de Pensioendatum. Indien de Partner zich blijkens een gerechtelijk vonnis (mede) schuldig heeft gemaakt aan enig misdrijf dat de dood van de Xxxxxxxxx ten gevolge heeft gehad zal aan de Partner geen Partnerpensioen worden uitgekeerd. 6. Na ingang van het partnerpensioen vindt de voorwaardelijke toeslagverlening van het Partnerpensioen op risicobasis plaats op basis van artikel 25 lid 1. 7. Indien met het kapitaal van de MUP-rekening Partnerpensioen wordt aangekocht (zie artikel 6), kan dat uitsluitend ten behoeve van de Partner waarmee de (Gewezen) Deelnemer op het tijdstip van aankoop een Partnerrelatie heeft, met uitzondering van het bepaalde in artikel 19 lid 16. 8. De hoogte van het aan te kopen Partnerpensioen wordt bepaald door: de hoogte van het kapitaal van de MUP-rekening dat voor de aankoop van Partnerpensioen wordt gebruikt; de door het Fonds op het tijdstip van aankoop te hanteren aankooptarieven Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 is overeenkomstig van toepassing. 9. De Deelnemer heeft overeenkomstig artikel 6, lid 3 het recht om met het kapitaal van de MUP-rekening pensioenen bij een wettelijk toegelaten pe...
Partnerpensioen. Het partnerpensioen gaat in:
Partnerpensioen. Er bestaat recht op partnerpensioen bij overlijden tijdens deelnemerschap of voor zover en zolang de verzekering van partnerpensioen premievrij wordt voortgezet gedurende arbeidsongeschiktheid. Het tot 1 januari 2023 in de CDC regeling opgebouwde recht op partnerpensioen blijft bestaan. Het partnerpensioen gaat in op de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde overlijdt. Dit pensioen wordt uitgekeerd tot de eerste dag van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de partner overlijdt.
Partnerpensioen. Het recht op partnerpensioen bestaat indien het huwelijk/partnerschap is gesloten/aangegaan vóór de pensioendatum. Het recht op partnerpensioen kan worden geëffectueerd via een opbouwmodule of via een overlijdensrisicoverzekering.
Partnerpensioen. Het levenslange pensioen ten behoeve van de nagelaten partner.
Partnerpensioen. Het partnerpensioen is gelijk aan 70% van het ouderdomspensioen. Het partnerpensioen wordt op opbouwbasis verzekerd voor de partner met wie de (gewezen)deelnemer, uiterlijk op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen, is gehuwd, dan wel een geregistreerd partnerschap is aangegaan in de zin van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel ongehuwd samenwoont op basis van een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst. Voor de wijze van vaststelling van het partnerpensioen wordt geen onderscheid gemaakt tussen genoemde drie categorieën partners.