Common use of Partnerpensioen en wezenpensioen Clause in Contracts

Partnerpensioen en wezenpensioen. Jaarlijks bouw je een partnerpensioen op van 70% van het in dat jaar opgebouwde ouderdomspensioen. Per kind bouw je een wezenpensioen op van 20% van het partnerpensioen. Het partnerpensioen en het wezenpensioen gaan in op de eerste dag van de maand volgend op je overlijden. Je partner ont- vangt het partnerpensioen tot en met de maand waarin hij of zij zelf overlijdt. Als je tijdens je dienstverband overlijdt, wordt het partnerpensioen en wezen- pensioen dat je al hebt opgebouwd aangevuld met 70% van het ouderdoms- pensioen, respectievelijk 20% van het partnerpensioen dat je nog had kunnen opbouwen als je tot aan je 68ste verjaardag in dienst was gebleven. Hiervoor wordt de op het moment van overlijden laatst bekende pensioengrondslag gehanteerd.

Partnerpensioen en wezenpensioen. Jaarlijks bouw je een partnerpensioen op van 70% van het in dat jaar opgebouwde opge- bouwde ouderdomspensioen. Per kind bouw je een wezenpensioen op van 20% van het partnerpensioen. Het partnerpensioen en het wezenpensioen gaan in op de eerste dag van de maand volgend op je overlijden. Je partner ont- vangt ontvangt het partnerpensioen tot en met de maand waarin hij of zij zelf overlijdt. Als je tijdens je dienstverband overlijdt, wordt het partnerpensioen en wezen- pensioen dat je al hebt opgebouwd aangevuld met 70% van het ouderdoms- pensioenouderdom- spensioen, respectievelijk 20% van het partnerpensioen dat je nog had kunnen opbouwen als je tot aan je 68ste verjaardag in dienst was gebleven. Hiervoor wordt de op het moment van overlijden laatst bekende pensioengrondslag gehanteerd.

Partnerpensioen en wezenpensioen. Jaarlijks bouw je een partnerpensioen op van 70% van het in dat jaar opgebouwde ouderdomspensioen. Per kind bouw je een wezenpensioen wezenpen- sioen op van 20% van het partnerpensioen. Het partnerpensioen en het wezenpensioen gaan in op de eerste dag van de maand volgend op je overlijden. Je partner ont- vangt ontvangt het partnerpensioen tot en met de maand waarin hij of zij zelf overlijdt. Als je tijdens je dienstverband overlijdt, wordt het partnerpensioen en wezen- pensioen wezenpensioen dat je al hebt opgebouwd aangevuld met 70% van het ouderdoms- pensioenouderdomspensioen, respectievelijk 20% van het partnerpensioen dat je nog had kunnen opbouwen als je tot aan je 68ste 67ste verjaardag in dienst was gebleven. Hiervoor wordt de op pensioengrondslag gehanteerd van het moment van overlijden. Als je direct voorafgaand aan jouw overlijden laatst bekende pensioengrondslag gehanteerdinkomen kreeg uit een regeling variabele beloning dan wordt voor de aanvulling van het part- nerpensioen uitgegaan van het gemiddelde van het over de laatste vijf jaren toegekende variabel inkomen.