Periodieke loonsverhoging. De bedragen in de loonschalen in deze CAO, alsmede het schaaldeel van bovenschaalse lonen, worden: - op 1 februari 2022 (periodeloners per 31.01.2022) verhoogd met 2,5%; - op 1 oktober 2022 (periodeloners per 10.10.2022) verhoogd met 2,5%; - op 1 april 2023 (periodeloners per 27.03.2023) verhoogd met 2%. Eventueel reeds toegekende eenzijdige loonsverhogingen vooruitlopend op een af te sluiten CAO kunnen worden verrekend.
Periodieke loonsverhoging. De feitelijke lonen en de bedragen in de loonschalen in deze CAO worden: - op 1 juli l 2017 (periodeloners per 19 juni 2017) verhoogd met 1,25%
Periodieke loonsverhoging. De bedragen in de loonschalen in deze cao, met uitzondering van de schaal- lonen behorende bij de ervaringsjaren voor jeugdigen in de leeftijd 19 tot en met 22 jaar, alsmede de feitelijke lonen worden op: - 1 april 2011 (periodeloners: 28 maart 2011) verhoogd met 1,25%, - 1 oktober 2011 (periodeloners: 10 oktober 2011) verhoogd met 1%. De schaallonen behorende bij één of meer ervaringsjaren voor jeugdigen in de leeftijd 19 tot en met 22 jaar worden op: - 1 april 2011 ( periodeloners: 28 maart 2011) verhoogd met 2%, - 1 oktober 2011 ( periodeloners: 10 oktober 2011) verhoogd met 1,5%.
Periodieke loonsverhoging. De feitelijke lonen en de bedragen in de loonschalen in deze cao worden: - op 1 april 2015 (periodeloners per 23 maart 2015) verhoogd met 1,25% - op 1 januari 2016 (periodeloners per 28 december 2015) verhoogd met 0,75 %
Periodieke loonsverhoging. De bedragen in de loonschalen in deze cao, met uitzondering van de schaal- lonen behorende bij de ervaringsjaren voor jeugdigen in de leeftijd 19 tot en met 22 jaar, alsmede de feitelijke lonen worden op: - 1 april 2015 (periodeloners: 23 maart 2015) verhoogd met 1,25%, - 1 januari 2016 (periodeloners: 28 december 2015) verhoogd met 0,75%.
Periodieke loonsverhoging. De feitelijke lonen en de bedragen die gelden op 1 juli 2023 worden op 1 januari 2024 verhoogd met 5%. Eventueel tussen 1 juli 2023 en 1 januari 2024 toegekende loonsverhogingen kunnen worden verrekend, met dien verstande dat per 1 januari 2024 ten minste het loon van de loonschalen als opgenomen in bijlage 1 wordt betaald. Werknemers verdienen ten minste het wettelijk minimumuur- loon rekening houdend met hun arbeidsuren per maand.