Relatie aanbod en doelstellingen Voorbeeldclausules

Relatie aanbod en doelstellingen. Het Kinderfaculteit aanbod heeft, zoals beschreven in hoofdstuk 2, in theorie, voor een substantieel deel een indirect effect op de drie hoofddoelstellingen. Er zijn slechts drie onderdelen die hierop een directe focus heb- ben. Het gaat om het voorleesprogramma, dat is gericht op cognitieve vaardigheden; Rots en Water, dat is gericht op sociaal-emotionele ontwikkeling; en de sporttak, die actief leerlingen werft om lid te worden van een sport- vereniging in de buurt. Alleen voor de laatste doelstel- ling geldt dat er kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn: 26,4 procent van de deelnemende kinderen is door- gestroomd naar een sportvereniging in de buurt. Meer in het algemeen is het mogelijk dat deelname aan de Kinderfaculteit—en het feit dat dit initiatief van buurt- bewoners Stichting Vitaal Pendrecht er überhaupt is— direct een positieve bijdrage aan de sociale cohesie in de wijk zou kunnen leveren.

Related to Relatie aanbod en doelstellingen

  • Doelstellingen Deze kantoorklachtenregeling heeft tot doel:

  • Aanvullende werkzaamheden en wijzigingen 1. Indien tijdens de uitvoering van de Overeenkomst blijkt dat de Overeenkomst aangepast dient te worden, of op verzoek van Opdrachtgever nadere werkzaamheden nodig zijn om tot het gewenste resultaat van Opdrachtgever te komen, is Opdrachtgever verplicht om deze aanvullende werkzaamheden te vergoeden volgens het overeengekomen tarief. Digital Q is niet verplicht om aan dit verzoek te voldoen, en kan van Opdrachtgever verlangen dat daarvoor een aparte Overeenkomst wordt gesloten en/of doorverwezen wordt naar een bevoegde derde.

  • Overgangs- en slotbepalingen Artikel 29

  • Vrijstellingen A. Een werknemer van 55 jaar of ouder kan niet verplicht worden tot het werken in de avonduren, tenzij zij verantwoordelijk is voor het beheer van een winkel.

  • Onderhoud en herstellingen Het technisch onderhoud en de herstellingen zijn ten laste van de verhuurder, dit in overeenstemming met de wettelijke bepalingen terzake. De huurder zal de verhuurder zo snel mogelijk schriftelijk met ontvangstbevestiging in kennis stellen van iedere beschadiging, schade of defect, die een herstelling noodzaken. De verhuurder verbindt zich ertoe de herstelling zo snel mogelijk uit te voeren volgens de regels van de kunst. De verhuurder moet het bewijs kunnen voorleggen van het regelmatig onderhoud door bevoegde personen van alle verwarmingstoestellen en schoorstenen. De verhuurder is verplicht alle gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en brandvoorschriften toepasselijk op elektrische installaties en apparatuur ter beschikking te stellen van de huurder. Brandvoorschriften worden tevens op goed zichtbare plaatsen in het gehuurde goed opgehangen. De huurder is verantwoordelijk voor schade of waardevermindering toegebracht door hemzelf of door derden aan wie hij de toegang tot de kamer verleende. De huurder neemt mede alle voorzorgen om vorstschade in de kamer te vermijden. De huurder wordt vermoed solidair aansprakelijk te zijn voor toewijsbare schade aangebracht aan de gemeenschappelijke delen en aan de veiligheidsinstallaties, voor zover het niet gaat om herstellingen ten laste van de verhuurder, normaal gebruik, onderhoud of slijtage. Uitgezonderd voor dringende herstellingen, mag de verhuurder geen verbouwingswerken/wijzigingen aanbrengen aan het gehuurde goed zonder schriftelijke toestemming van de huurder en in geen enkel geval tijdens blok- en examenperiode. De aangevraagde verbouwings- of veranderingswerken dienen duidelijk omschreven te worden. Als het verhuurde goed gedurende de huurtijd dringende herstellingen nodig heeft die niet tot na het eindigen van de huur kunnen worden uitgesteld, moet de huurder die gedogen, ongeacht de ongemakken die daardoor bij hem worden veroorzaakt, ook als hij gedurende de herstellingen het genot van een gedeelte van het verhuurde goed moet derven. Als die herstellingen langer dan 30 dagen duren, wordt de huurprijs verminderd naar evenredigheid van de tijd en van het gedeelte van het verhuurde goed waarvan de huurder het genot heeft moeten derven. Als de herstellingen de normale bewoning onmogelijk maken, kan de huurder de huur doen ontbinden.

  • Prijswijzigingen 1. Als binnen drie maanden na het sluiten van de overeenkomst maar nog vóór aanvang van de educatieve dienst een prijswijziging optreedt, zal deze geen invloed hebben op de overeengekomen prijs.

  • Doelstelling Per 1 januari 2016 zijn de opbouw en de duur van de wettelijke WW-uitkering en de loongerelateerde WGA-uitkering versoberd. Centrale werkgevers- en werknemersorganisaties hebben in het Sociaal Akkoord van 2013, zoals nader uitgewerkt in de brieven van de Stichting van de Arbeid van 24 december 2013, 11 juli 2014, 17 april 2015, 24 november 2015,18 maart 2016, 10 mei 2017 en 6 september 2017, afgesproken dat de rechten op uitkering voor werknemers overeenkomend met de hoogte en duur van de wettelijke WW-uitkering en de WGA-uitkering, zoals deze waren geregeld vóór de versobering, door middel van een regeling private aanvulling WW en WGA zoveel mogelijk blijven gehandhaafd. In het Sociaal Akkoord is afgesproken dat werkgevers en werknemers op basis van een 50/50- verdeling de bijdragen voor zowel de wettelijke WW en WGA als de regeling private aanvulling WW en WGA betalen. Het kabinet was hiertoe niet bereid. Voor de financiering is daarom gekozen voor het model waarin werkgevers de bijdragen voor het wettelijk deel van de WW en de WGA blijven betalen en waarin werknemers de bijdragen voor het private deel voor hun rekening nemen. Ten behoeve van de regeling private aanvulling WW en WGA houden werkgevers bijdragen in op het loon van werknemers en dragen deze bijdragen af aan een daartoe in het leven geroepen fonds, de Stichting Private Aanvulling WW en WGA (hierna: Stichting PAWW). De Stichting PAWW draagt zorg voor de uitvoering van de regeling private aanvulling WW en WGA.

  • Slotbepalingen 1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

  • Buitengebruikstelling Artikel 19 -

  • Duurzame inzetbaarheid 1. Werknemers van 55 jaar en ouder kunnen niet verplicht worden tot het werken in een ploegendienst. Werkgever en werknemer zullen in onderling overleg bepalen of hieraan uitvoering kan worden gegeven. De werknemer dient aan het begin van elk kalenderjaar aan te geven indien hij gebruik wenst te maken van deze uitzonderingsregeling.