RENTEVASTEPERIODE EN RENTEHERZIENING. 1) Rentevasteperioden kunnen variëren van één (1) maand tot dertig (30) jaar (voor zover deze perioden door MUNT Hypotheken worden gehanteerd). De gekozen Rentevasteperiode mag de looptijd van uw Lening niet over- schrijden. Alleen wanneer MUNT Hypotheken geen Rentevasteperiode voert die gelijk is aan de resterende loop- tijd, is het toegestaan om de eerstvolgende, langere Rentevasteperiode te kiezen. Na afloop van de resterende looptijd heeft u uit hoofde hiervan geen verplichtingen en kunt u hieraan ook geen rechten ontlenen.
2) Voor afloop van een Rentevasteperiode wordt een nieuw ren- tepercentage en een Rentevasteperiode overeengekomen. Behoudens in de gevallen als vermeld in artikel 23, zal MUNT Hypotheken ten minste drie (3) maanden voor het eindigen van de lopende Rentevasteperiode aan de Schuldenaar een renteherzieningsvoorstel doen met minimaal drie (3) nieuwe Rentevasteperioden, als en voor zover door MUNT Hypotheken aangeboden. Binnen één (1) maand na dagteke- ning van het hiervoor bedoelde voorstel kan de Schuldenaar een verzoek doen voor een voorstel met andere Rentevasteperioden dan de Rentevasteperioden opgenomen in het voorstel van MUNT Hypotheken. Als er meer leningde- len zijn, zal MUNT Hypotheken het hiervoor beschreven voorstel (voor zover van toepassing) per leningdeel doen.
3) Tot één (1) maand voor het eindigen van de lopende Rentevasteperiode dient de Schuldenaar schriftelijk aan MUNT Hypotheken mede te delen welk voorstel hij accep- teert. Als de Schuldenaar binnen deze termijn niet schriftelijk reageert, wordt de Schuldenaar geacht dezelfde Rentevasteperiode te kiezen als hij in de lopende periode had of als deze periode langer is dan de resterende looptijd van de Lening of leningdelen, tot het einde van deze looptijd. Gaat de Schuldenaar met geen van de voorstellen akkoord, dan dient de Schuld uiterlijk op de datum van afloop van de lopende Rentevasteperiode geheel te worden betaald. Als de Schuldenaar hiermee in gebreke blijft, zal artikel 23 van overeenkomstige toepassing zijn.
4) Als het Onderpand in waarde is gestegen kan de rente- opslag, die verband houdt met de Bevoorschotting, komen te vervallen. De waardestijging moet door middel van een geva- lideerd taxatierapport worden aangetoond. Als er voldoende is afgelost, vervalt de rente-opslag die verband houdt met de Bevoorschotting automatisch. Dat kan ook gedurende de Rentevasteperiode zijn. Aan het eind van elke maand wordt de Bevoorschotting opnieuw vastgesteld. Als de r...
RENTEVASTEPERIODE EN RENTEHERZIENING. 1. Rentevasteperioden kunnen variëren van één (1) maand tot dertig (30) jaar (voor zover deze perioden door MUNT worden gehanteerd). De gekozen Rentevasteperiode mag de looptijd van uw Lening niet overschrijden. Alleen wanneer MUNT geen Rentevasteperiode voert die gelijk is aan de resterende looptijd, is het toegestaan om de eerstvolgende, langere Rentevasteperiode te kiezen. Na afloop van de resterende looptijd heeft u uit hoofde hiervan geen verplichtingen en kunt u hieraan ook geen rechten ontlenen.
2. Voor afloop van een Rentevasteperiode wordt een nieuw rentepercentage en een nieuwe Rentevasteperiode overeengekomen. Behoudens in de gevallen als vermeld in artikel 24 (Opeisbaarheid), zal MUNT ten minste drie (3) maanden voor het eindigen van de lopende Rentevasteperiode aan de Schuldenaar een renteherzieningsvoorstel doen met minimaal drie
RENTEVASTEPERIODE EN RENTEHERZIENING. 39. Vaststelling van de Schuld