Samenstelling en benoeming. 9.1 De stichting heeft een raad van toezicht die uit ten minste drie en ten hoogste [zeven] natuurlijke personen bestaat. Het definitieve aantal leden wordt, met inachtneming van het voorgaande, vastgesteld door de raad van toezicht zelf. 9.2 Een niet voltallige raad van toezicht behoudt zijn bevoegdheden, en neemt onverwijld maatregelen ter aanvulling. 9.3 De leden van de raad van toezicht worden via een openbare procedure geworven en door de raad van toezicht benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Zij kunnen, inclusief herbenoemingen, voor een al dan niet aaneengesloten periode van maximaal acht jaar zitting hebben in de raad van toezicht van de stichting en haar rechtsvoorgangers of -opvolgers. Bij een besluit tot herbenoeming wordt opnieuw afgewogen of de betrokken toezichthouder voldoende is toegerust voor de toezichtopgaven de komende jaren. 9.4 Een besluit tot benoeming kan alleen worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen van de leden van de raad van toezicht in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het aantal in functie zijnde leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien het vereiste aantal leden niet ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, kan na zeven dagen maar uiterlijk binnen drie weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal leden van de raad van toezicht dat aanwezig of vertegenwoordigd is. 9.5 Bij de samenstelling van de raad van toezicht wordt rekening gehouden met de aard van de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie, haar activiteiten en een evenwichtige spreiding van de gewenste deskundigheden en achtergronden, maatschappelijke en regionale betrokkenheid, geslacht en leeftijd van de leden van de raad van toezicht. Leden van de raad van toezicht dienen de bekwaamheid te hebben voor de te vervullen functie, het vermogen tot onafhankelijke oordeelsvorming alsmede het vermogen om met andere leden van de raad van toezicht in teamverband samen te werken. De raad van toezicht stelt hiervoor een profielschets op en stelt de raad van bestuur in de gelegenheid advies uit te brengen over deze profielschets. 9.6 De raad van toezicht stelt de raad van bestuur [en de ondernemingsraad] in de gelegenheid om binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek, advies uit te brengen over de voorgenomen benoeming van een persoon tot lid van de raad van toezicht. Met het oog daarop geeft de raad van toezicht aan de raad van bestuur [en de ondernemingsraad] kennis van de naam en de functies die de te benoemen kandidaat bekleedt of heeft bekleed, voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van lid van de raad van toezicht.
Appears in 1 contract
Samples: Model Statutes
Samenstelling en benoeming. 9.1 10.1 De stichting heeft een raad Raad van toezicht Toezicht die uit ten minste drie vijf en -- ten hoogste [zeven] zeven natuurlijke personen bestaat. Het definitieve definitieve------ aantal leden wordt, met inachtneming van het voorgaande, ----------- vastgesteld door de raad Raad van toezicht Toezicht zelf. Een lid van de Raad --- van Toezicht stemt in met de grondslag en het doel van de stichting.
9.2 10.2 Een niet voltallige raad Raad van toezicht Toezicht behoudt zijn bevoegdheden, - en neemt onverwijld maatregelen ter aanvulling.. -------------------------
9.3 10.3 De nieuwe leden van de raad Raad van toezicht Toezicht worden via een ---------- openbare procedure geworven en door de raad Raad van toezicht Toezicht ------- benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Zij kunnen, ------ inclusief herbenoemingen, voor een al dan niet aaneengesloten ----- periode van maximaal acht jaar zitting hebben in de raad Raad van toezicht ------- Toezicht van de stichting en haar rechtsvoorgangers of -opvolgers. -opvolgers.- Bij een besluit tot herbenoeming wordt opnieuw afgewogen of de --- betrokken toezichthouder voldoende is toegerust voor de de-------------- toezichtopgaven de komende jaren.. -----------------------------------------
9.4 10.4 Een besluit tot benoeming kan alleen worden genomen met een ---- meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen van de leden van de raad Raad van toezicht Toezicht in een -------------- vergadering waarin ten minste twee/derde van het aantal in functie - zijnde leden van de raad Raad van toezicht Toezicht aanwezig of of--------------------- vertegenwoordigd is. Indien het vereiste aantal leden niet ter --------- vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, kan na zeven dagen maar uiterlijk binnen drie weken na de eerste vergadering, een ------ tweede vergadering worden gehouden waarin het besluit kan -------- worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde - van de geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal leden van de raad Raad van toezicht Toezicht dat aanwezig of vertegenwoordigd is.is.----------
9.5 10.5 Bij de samenstelling van de raad Raad van toezicht Toezicht wordt rekening ------ gehouden met de aard en de grondslag van de stichting en de ------- daarmee verbonden zorgorganisatie, haar activiteiten en een -------- evenwichtige spreiding van de gewenste deskundigheden en -------- achtergronden, maatschappelijke en regionale betrokkenheid, ------- geslacht en leeftijd van de leden van de raad Raad van toezichtToezicht. Leden - van de raad Raad van toezicht Toezicht dienen de bekwaamheid te hebben voor de te vervullen functie, het vermogen tot onafhankelijke ---------------- oordeelsvorming alsmede het vermogen om met andere leden van - de raad Raad van toezicht Toezicht in teamverband samen te werken. De raad Raad-- van toezicht Toezicht stelt hiervoor een profielschets op en stelt de raad Raad ---- van bestuur Bestuur in de gelegenheid advies uit te brengen over deze ------ profielschets.. Een lid van de Raad van Toezicht is belijdend lid van één van de --- kerken die de grondslag onderschrijven, zoals verwoord in artikel 3. Daarbij wordt gestreefd naar diverse vertegenwoordiging van -------- tenminste drie van de hiervoor bedoelde kerkgenootschappen. ------
9.6 10.6 De raad Raad van toezicht Toezicht stelt de raad Raad van bestuur [Bestuur en de ondernemingsraad] ---------------- ondernemingsraad in de gelegenheid om binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek, advies uit te brengen over de de-------------- voorgenomen benoeming van een persoon tot lid van de raad van toezichtRaad van- Toezicht. Met het oog daarop geeft de raad Raad van toezicht Toezicht aan de raad --- Raad van bestuur [Bestuur en de ondernemingsraad] ondernemingsraad kennis van de naam en de functies die de te benoemen kandidaat bekleedt of heeft bekleedheeft----------- xxxxxxx, voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van lid van de raad Raad van toezichtToezicht. ---------------------------
10.7 De cliëntenraad heeft het recht om een bindende voordracht te doen voor de benoeming van één lid van de Raad van Toezicht. De ------- voordracht geschiedt met inachtneming van de door de Raad van -- Toezicht opgestelde profielschets en de statutaire (kwaliteits)eisen, zoals die met name door lid 5 en lid 10 van dit artikel aan het--------- lidmaatschap van de Raad van Toezicht worden gesteld. Indien de - door de cliëntenraad voorgedragen persoon naar het oordeel van de Raad van Toezicht niet voldoet aan de profielschets of de statutaire (kwaliteits)eisen, wordt deze voorgedragen persoon niet benoemd-- en wordt de cliëntenraad in de gelegenheid gesteld overeenkomstig dit artikel een nieuwe bindende voordracht te doen. ---------------------
10.8 Zodra een vacature ontstaat met betrekking tot het lid van de Raad- van Toezicht dat op voordracht van de cliëntenraad is benoemd, ---- stelt de Raad van Toezicht de cliëntenraad onverwijld hiervan-------- schriftelijk in kennis en in de gelegenheid, met inachtneming van de statutaire vereisten, een voordracht te doen. Indien binnen een ------ termijn van twee maanden na deze schriftelijke mededeling door de cliëntenraad geen voordracht is opgesteld, is de Raad van Toezicht gerechtigd naar eigen inzicht een lid van de Raad van Toezicht te -- benoemen ter vervulling van deze vacature.-------------------------------
10.9 In overleg tussen de cliëntenraad en de Raad van Bestuur en de---- Raad van Toezicht kan in plaats van het recht om een bindende ---- voordracht te doen voor de benoeming van één lid van de Raad van Toezicht, aan de cliëntenraad het recht worden toegekend om ------- overeenkomstig lid 6 van dit artikel advies uit te brengen over iedere voorgenomen benoeming van een persoon tot lid van de Raad van- Toezicht. Afspraken hieromtrent worden schriftelijk vastgelegd. ------
10.10 De Raad van Toezicht dient zodanig te zijn samengesteld dat de---- leden van de Raad van Toezicht ten opzichte van elkaar, de Raad-- van Bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch--- kunnen opereren. Lid van de Raad van Toezicht kan in ieder geval niet zijn een -------- persoon die zelf, of waarvan de echtgenoot, geregistreerde partner- of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad:
a. als bestuurder of anderszins belast is of in een periode van - drie jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de Raad van Toezicht belast is geweest met de dagelijkse of algemene --- leiding van de stichting of de daarmee verbonden -------------- zorgorganisatie dan wel feitelijk het beleid (mede) heeft ------ bepaald als ware hij lid van de dagelijkse of algemene leiding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie;--
b. in een periode van één jaar voorafgaand aan het --------------- lidmaatschap van de Raad van Toezicht tijdelijk heeft --------- voorzien in de dagelijkse of algemene leiding van de ---------- stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie bij belet - of ontstentenis van een of meer bestuurders; --------------------
c. als werknemer in dienst is of in een periode van drie jaar----- voorafgaand aan het lidmaatschap van de Raad van ---------- Toezicht in dienst is geweest van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie ofwel op basis van een------------- overeenkomst van opdracht werkzaamheden voor de --------- stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie heeft----- verricht;
d. tijdens dan wel in een periode van drie jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de Raad van Toezicht een zakelijke --- relatie onderhoudt met de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie die zijn onafhankelijkheid dan wel het --------- vertrouwen in die onafhankelijkheid in gevaar brengt; ---------
e. een financiële vergoeding van de stichting of de daarmee---- verbonden zorgorganisatie ontvangt, anders dan een --------- passende vergoeding voor de werkzaamheden als lid van de Raad van Toezicht;
f. in een periode van drie jaar voorafgaand aan het --------------- lidmaatschap van de Raad van Toezicht lid is geweest van -- de cliëntenraad en/of een klachtencommissie verbonden aan de zorgorganisatie van de stichting; --------------------------------
g. als bestuurslid verbonden is aan of in dienst is van een ------- werknemersorganisatie die pleegt betrokken te zijn bij de ---- vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de werknemers van de stichting;
h. lid is van de dagelijkse of algemene leiding van een andere - instelling indien een lid van de dagelijkse of algemene leiding of een persoon die feitelijk het beleid (mede) heeft bepaald-- als ware hij lid van de dagelijkse of algemene leiding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie, lid is van het toezichthoudend orgaan van die andere instelling; --------
i. lid is van de dagelijkse of algemene leiding dan wel feitelijk-- het beleid (mede) heeft bepaald als ware hij lid van de -------- dagelijkse of algemene leiding van een andere instelling die- binnen het verzorgingsgebied van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie geheel of gedeeltelijk dezelfde --- werkzaamheden verricht;
j. lid is van de Raad van Toezicht van een andere instelling die binnen het verzorgingsgebied van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie geheel of gedeeltelijk dezelfde --- werkzaamheden verricht, tenzij de andere instelling als ------- groeps- of dochtermaatschappij verbonden is met de---------- stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie; -----------
k. die in de voorafgaande periode van vijf jaar op grond van ---- artikel 2:298 BW door de rechtbank is ontslagen als ----------- bestuurder of toezichthouder, tenzij hem mede gelet op de -- aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan ----- worden gemaakt;
l. die een zodanige andere functie bekleedt dat het--------------- lidmaatschap van de Raad van Toezicht kan leiden tot-------- onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting en de daarmee verbonden -------- zorgorganisatie dan wel tot ongewenste--------------------------- belangenverstrengeling.
Appears in 1 contract
Samples: Statutenwijziging
Samenstelling en benoeming. 9.1 10.1 De stichting heeft een raad van toezicht die uit ten minste drie en ten hoogste [zeven] zeven natuurlijke personen bestaat. Het definitieve aantal leden wordt, met inachtneming van het voorgaande, vastgesteld door de raad van toezicht zelf.
9.2 Een niet voltallige . Is het aantal leden minder dan het overeenkomstig de voorgaande zin vastgestelde aantal, dan behoudt de raad van toezicht behoudt zijn bevoegdheden, en neemt onverminderd de verplichting om onverwijld maatregelen ter aanvullingtot aanvulling van zijn ledental te nemen. Ten minste één van de leden van de raad van toezicht heeft een achtergrond vanuit de Indische of Molukse doelgroep.
9.3 10.2 De leden van de raad van toezicht worden via een openbare procedure geworven en door de raad van toezicht benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Zij kunnen, inclusief herbenoemingen, voor een al dan niet aaneengesloten periode van maximaal acht jaar zitting hebben in de raad van toezicht van de stichting en haar rechtsvoorgangers of -opvolgers. Bij een besluit tot herbenoeming wordt opnieuw afgewogen of de betrokken toezichthouder voldoende is toegerust voor de toezichtopgaven de komende jaren.
9.4 10.3 Een besluit tot benoeming kan alleen worden genomen met een gewone meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen van de leden van de raad van toezicht in een vergadering waarin ten minste twee/derde een meerderheid van het aantal in functie zijnde leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien het vereiste aantal leden niet ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, kan na zeven dagen maar uiterlijk binnen drie weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin het besluit kan worden genomen met een gewone meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal leden van de raad van toezicht dat aanwezig of vertegenwoordigd is.
9.5 10.4 Bij de samenstelling van de raad van toezicht wordt rekening gehouden met de aard van de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie, haar activiteiten en een evenwichtige spreiding van de gewenste deskundigheden en achtergronden, maatschappelijke en regionale betrokkenheid, geslacht en leeftijd van de leden van de raad van toezicht, mede met het oog op inclusie. Leden van de raad van toezicht dienen de bekwaamheid te hebben voor de te vervullen functie, het vermogen tot onafhankelijke oordeelsvorming alsmede het vermogen om met andere leden van de raad van toezicht in teamverband samen te werken. De raad van toezicht stelt hiervoor een profielschets op en stelt de raad van bestuur bestuur, de cliëntenraad en de ondernemingsraad in de gelegenheid advies uit te brengen over deze profielschets.
9.6 10.5 De raad van toezicht stelt de raad van bestuur [en de ondernemingsraad] ondernemingsraad in de gelegenheid om binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek, advies uit te brengen over de voorgenomen benoeming van een persoon tot lid van de raad van toezicht. Met het oog daarop geeft de raad van toezicht aan de raad van bestuur [en de ondernemingsraad] ondernemingsraad kennis van de naam en de functies die de te benoemen kandidaat bekleedt of heeft bekleed, voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van lid van de raad van toezicht.
10.6 De cliëntenraad heeft het recht om een bindende voordracht te doen voor de benoeming van één lid van de raad van toezicht. De voordracht geschiedt met inachtneming van de door de raad van toezicht opgestelde profielschets en de statutaire (kwaliteits)eisen, zoals die met name door lid 5 en lid 10 van dit artikel aan het lidmaatschap van de raad van toezicht worden gesteld. Indien de door de cliëntenraad voorgedragen persoon naar het oordeel van de raad van toezicht niet voldoet aan de profielschets of de statutaire (kwaliteits)eisen, wordt deze voorgedragen persoon niet benoemd en wordt de cliëntenraad in de gelegenheid gesteld overeenkomstig dit artikel een nieuwe bindende voordacht te doen.
10.7 Zodra een vacature ontstaat met betrekking tot het lid van de raad van toezicht dat op voordacht van de cliëntenraad is benoemd, stelt de raad van toezicht de cliëntenraad onverwijld hiervan schriftelijk in kennis en in de gelegenheid, met inachtneming van de statutaire vereisten, een voordracht te doen. Indien binnen een termijn van twee maanden na deze schriftelijke mededeling door de cliëntenraad geen voordacht is opgesteld, is de raad van toezicht gerechtigd naar eigen inzicht een lid van de raad van toezicht te benoemen ter vervulling van deze vacature.
10.8 In overleg tussen de cliëntenraad en de raad van bestuur en de raad van toezicht kan in plaats van het recht om een bindende voordacht te doen voor de benoeming van één lid van de raad van toezicht, aan de cliëntenraad het recht worden toegekend om overeenkomstig lid 5 van dit artikel advies uit te brengen over ieder voorgenomen benoeming van een persoon tot lid van de raad van toezicht. Afspraken hieromtrent worden schriftelijk vastgelegd.
10.9 De raad van toezicht dient zodanig te zijn samengesteld dat de leden van de raad van toezicht ten opzichte van elkaar, de raad van bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Lid van de raad van toezicht kan in ieder geval niet zijn een persoon die zelf, of waarvan de echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad:
a. als bestuurder of anderszins belast is of in een periode van drie jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de raad van toezicht belast is geweest met de dagelijkse of algemene leiding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie dan wel feitelijk het beleid (mede) heeft bepaald als ware hij lid van de dagelijkse of algemene leiding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie;
b. in een periode van één jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de raad van toezicht tijdelijk heeft voorzien in de dagelijkse of algemene leiding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie bij belet of ontstentenis van één of meer bestuurders;
c. als werknemer in dienst is of in een periode van drie jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de raad van toezicht in dienst is geweest van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie ofwel op basis van een overeenkomst van opdracht werkzaamheden voor de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie heeft verricht;
d. tijdens dan wel in een periode van drie jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de raad van toezicht een zakelijke relatie onderhoudt met de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie die zijn onafhankelijkheid dan wel het vertrouwen in die onafhankelijkheid in gevaar brengt;
e. een financiële vergoeding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie ontvangt, anders dan een passende vergoeding voor de werkzaamheden als lid van de raad van toezicht;
f. in een periode van drie jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de raad van toezicht lid is geweest van de ondernemingsraad, de cliëntenraad en/of een klachtencommissie verbonden aan de zorgorganisatie van de stichting;
g. als bestuurslid verbonden is aan of in dienst is van een werknemersorganisatie die pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de werknemers van de stichting;
h. lid is van de dagelijkse of algemene leiding van een andere instelling indien een lid van de dagelijkse of algemene leiding of een persoon die feitelijk het beleid (mede) heeft bepaald als ware hij lid van de dagelijkse of algemene leiding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie, lid is van het toezichthoudend orgaan van die andere instelling;
i. lid is van de dagelijkse of algemene leiding dan wel feitelijk het beleid (mede) heeft bepaald als ware hij lid van de dagelijkse of algemene leiding van een andere instelling die binnen het verzorgingsgebied van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht;
j. lid is van de raad van toezicht van een andere instelling die binnen het verzorgingsgebied van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht, tenzij de andere instelling als groeps- of dochtermaatschappij verbonden is met de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie;
k. die in de voorafgaande periode van vijf jaar op grond van artikel 2:298 BW door de rechtbank is ontslagen als bestuurder of toezichthouder, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt;
l. die een zodanige andere functie bekleedt dat het lidmaatschap van de raad van toezicht kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie dan wel tot ongewenste belangenverstrengeling.
Appears in 1 contract
Samples: Statutenwijziging
Samenstelling en benoeming. 9.1 De stichting heeft een raad van toezicht die uit ten minste drie en ten hoogste [zeven] zeven natuurlijke personen bestaat. Het definitieve aantal leden wordt, met inachtneming van het voorgaande, vastgesteld door de raad van toezicht zelf.
9.2 Een niet voltallige raad van toezicht behoudt zijn bevoegdheden, en neemt onverwijld maatregelen ter aanvulling.
9.3 De leden van de raad van toezicht worden via een openbare procedure geworven en door de raad van toezicht benoemd voor een periode van maximaal vier jaar. Zij kunnen, inclusief herbenoemingen, voor een al dan niet aaneengesloten periode van maximaal acht jaar zitting hebben in de raad van toezicht van de stichting en haar rechtsvoorgangers of -opvolgers. Bij een besluit tot herbenoeming wordt opnieuw afgewogen of de betrokken toezichthouder voldoende is toegerust voor de toezichtopgaven de komende jaren.
9.4 Een besluit tot benoeming kan alleen worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen van de leden van de raad van toezicht in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het aantal in functie zijnde leden van de raad van toezicht aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien het vereiste aantal leden niet ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, kan na zeven dagen maar uiterlijk binnen drie weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal leden van de raad van toezicht dat aanwezig of vertegenwoordigd is.
9.5 Bij de samenstelling van de raad van toezicht wordt rekening gehouden met de aard van de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie, haar activiteiten en een evenwichtige spreiding van de gewenste deskundigheden en achtergronden, maatschappelijke en regionale betrokkenheid, geslacht en leeftijd van de leden van de raad van toezicht. Leden van de raad van toezicht dienen de bekwaamheid te hebben voor de te vervullen functie, het vermogen tot onafhankelijke oordeelsvorming alsmede het vermogen om met andere leden van de raad van toezicht in teamverband samen te werken. De raad van toezicht stelt hiervoor een profielschets op en stelt de raad van bestuur in de gelegenheid advies uit te brengen over deze profielschets.
9.6 De raad van toezicht stelt de raad van bestuur [en de ondernemingsraad] ondernemingsraad in de gelegenheid om binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek, advies uit te brengen over de voorgenomen benoeming van een persoon tot lid van de raad van toezicht. Met het oog daarop geeft de raad van toezicht aan de raad van bestuur [en de ondernemingsraad] ondernemingsraad kennis van de naam en de functies die de te benoemen kandidaat bekleedt of heeft bekleed, voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van lid van de raad van toezicht.
9.7 De cliëntenraad heeft het recht om een bindende voordracht te doen voor de benoeming van één lid van de raad van toezicht. De voordracht geschiedt met inachtneming van de door de raad van toezicht opgestelde profielschets en de statutaire (kwaliteits)eisen, zoals die met name door lid 5 en lid 10 van dit artikel aan het lidmaatschap van de raad van toezicht worden gesteld. Indien de door de cliëntenraad voorgedragen persoon naar het oordeel van de raad van toezicht niet voldoet aan de profielschets of de statutaire (kwaliteits)eisen, wordt deze voorgedragen persoon niet benoemd en wordt de cliëntenraad in de gelegenheid gesteld overeenkomstig dit artikel een nieuwe bindende voordracht te doen.
9.8 Zodra een vacature ontstaat met betrekking tot het lid van de raad van toezicht dat op voordracht van de cliëntenraad is benoemd, stelt de raad van toezicht de cliëntenraad onverwijld hiervan schriftelijk in kennis en in de gelegenheid, met inachtneming van de statutaire vereisten, een voordracht te doen. Indien binnen een termijn van zes weken na deze schriftelijke mededeling door de cliëntenraad geen voordracht is opgesteld, is de raad van toezicht gerechtigd naar eigen inzicht een lid van de raad van toezicht te benoemen ter vervulling van deze vacature.
9.9 De raad van toezicht dient zodanig te zijn samengesteld dat de leden van de raad van toezicht ten opzichte van elkaar, de raad van bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Lid van de raad van toezicht kan in ieder geval niet zijn een persoon die zelf, of waarvan de echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad:
a. als bestuurder of anderszins belast is of in een periode van drie jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de raad van toezicht belast is geweest met de dagelijkse of algemene leiding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie dan wel feitelijk het beleid (mede) heeft bepaald als ware hij lid van de dagelijkse of algemene leiding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie;
b. in een periode van één jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de raad van toezicht tijdelijk heeft voorzien in de dagelijkse of algemene leiding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie bij belet of ontstentenis van een of meer bestuurders;
c. als werknemer in dienst is of in een periode van drie jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de raad van toezicht in dienst is geweest van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie ofwel op basis van een overeenkomst van opdracht werkzaamheden voor de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie heeft verricht;
d. tijdens dan wel in een periode van drie jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de raad van toezicht een zakelijke relatie onderhoudt met de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie die zijn onafhankelijkheid dan wel het vertrouwen in die onafhankelijkheid in gevaar brengt;
e. een financiële vergoeding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie ontvangt, anders dan een passende vergoeding voor de werkzaamheden als lid van de raad van toezicht;
f. in een periode van drie jaar voorafgaand aan het lidmaatschap van de raad van toezicht lid is geweest van de cliëntenraad en/of een klachtencommissie verbonden aan de zorgorganisatie van de stichting;
g. als bestuurslid verbonden is aan of in dienst is van een werknemersorganisatie die pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de werknemers van de stichting;
h. lid is van de dagelijkse of algemene leiding van een andere instelling indien een lid van de dagelijkse of algemene leiding of een persoon die feitelijk het beleid (mede) heeft bepaald als ware hij lid van de dagelijkse of algemene leiding van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie, lid is van het toezichthoudend orgaan van die andere instelling;
i. lid is van de dagelijkse of algemene leiding dan wel feitelijk het beleid (mede) heeft bepaald als ware hij lid van de dagelijkse of algemene leiding van een andere instelling die binnen het verzorgingsgebied van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht;
j. lid is van de raad van toezicht van een andere instelling die binnen het verzorgingsgebied van de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie geheel of gedeeltelijk dezelfde werkzaamheden verricht, tenzij de andere instelling als groeps- of dochtermaatschappij verbonden is met de stichting of de daarmee verbonden zorgorganisatie;
k. die in de voorafgaande periode van vijf jaar op grond van artikel 2:298 BW door de rechtbank is ontslagen als bestuurder of toezichthouder, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt;
l. die een zodanige andere functie bekleedt dat het lidmaatschap van de raad van toezicht kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting en de daarmee verbonden zorgorganisatie dan wel tot ongewenste belangenverstrengeling.
9.10 Leden van de raad van toezicht evenals hun bloed- en aanverwanten tot de tweede graad mogen geen enkel of rechtstreeks of zijdelings persoonlijk voordeel genieten uit leveringen aan of overeenkomsten met de stichting.
Appears in 1 contract
Samples: Statutenwijziging