Samenstelling van het bestuur. 1. Het Pensioenfonds heeft een paritair Bestuur. Het Bestuur bestaat uit zeven personen, waar- van drie leden de Werkgever en vier leden de Werknemers vertegenwoordigen. De stem- verhouding binnen het Bestuur is vastgelegd in artikel 8 lid 4. 2. Het Bestuur heeft zitting voor de duur van de Transitieperiode. 3. De vertegenwoordigers van de Werkgever in het Bestuur worden voorgedragen door de Werkgever. Van de vier leden van de vertegen- woordigers van de Werknemers in het Bestuur worden er twee door de GOR voorgedragen, één door De Unie en één door FNV Bondgenoten. De bestuursleden worden door het Bestuur benoemd, nadat DNB heeft ingestemd met de voorgenomen benoeming. 4. Het Bestuur benoemt uit zijn midden een voor- zitter en een vice-voorzitter en kan daarnaast uit zijn midden een secretaris benoemen. 5. De leden van het Bestuur kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan of de Visitatiecommissie. 6. Het Bestuur draagt er zorg voor dat het Bestuur voldoet aan de eisen van betrouwbaarheid en ge- schiktheid conform de eisen van de Pensioenwet. 7. Het Bestuur stelt een reglement op waarin in ieder geval de wijze van benoeming, de voor- dracht van bestuursleden en de regeling bij tussentijdse vacatures geregeld is.
Appears in 1 contract
Samples: Statuten
Samenstelling van het bestuur. 1. Het Pensioenfonds heeft een paritair Bestuur. Het Bestuur bestaat uit zeven personenvier leden, waar- te weten twee Werkgeversvertegenwoordigers en twee Werknemersvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van drie leden de Werkgever en vier leden de Werknemers vertegenwoordigenPensioengerechtigden tezamen. De stem- verhouding binnen Aan het Bestuur is vastgelegd kunnen aanvullend maximaal twee Bestuursleden worden toegevoegd die niet directe vertegenwoordigers zijn van de belanghebbenden bij het Pensioenfonds; in artikel 8 lid 4dat geval bestaat het Bestuur uit maximaal zes Bestuursleden.
2. Het Bestuur heeft zitting voor De Werkgeversvertegenwoordigers worden voorgedragen door de duur Directie. De voordracht van de TransitieperiodeWerknemersvertegenwoordiger vindt plaats na verkiezing van de vertegenwoordiger door en uit de Deelnemers. Indien en voor zover er door en uit de Deelnemers geen kandidaat wordt voorgedragen kan het Bestuur kiezen voor een andere wijze van benoeming, mits de ondernemingsraad van British American Tobacco Nederland B.V. heeft ingestemd met de voorgestelde benoemingswijze. De voordracht van de vertegenwoordiger van Pensioengerechtigden vindt plaats na verkiezing door en uit de Pensioengerechtigden. Deze vertegenwoordiger dientzelf Pensioengerechtigde te zijn.
3. De vertegenwoordigers Werknemersvertegenwoordiger en vertegenwoordiger van Pensioengerechtigden bezetten ieder een zetel. Van deze verdeling kan worden afgeweken indien de Werkgever in betrokken partijen daarmee akkoord zijn.
4. De Werkgeversvertegenwoordigers kunnen door de Directie te allen tijde als zodanig worden ontslagen waarbij een voordracht tot vervanging wordt gedaan, met dien verstande, dat onder deze Bestuursleden ten hoogste één vacature mag bestaan. Vervanging van een Werkgeversvertegenwoordiger door het Bestuur kan slechts plaatsvinden na een voordracht voor een nieuwe Werkgeversvertegenwoordiger overeenkomstig lid 2 van dit artikel.
5. De Werknemersvertegenwoordiger en de vertegenwoordiger uit Pensioengerechtigden die voor benoeming aan het Bestuur worden voorgedragen door de Werkgever. Van de vier leden worden gekozen bij meerderheid van het aantal uitgebrachte schriftelijke stemmen van de vertegen- woordigers Deelnemers/Pensioengerechtigden. Voor zover sprake is van één kandidaatstelling vindt de voordracht zonder schriftelijke stemming van de Werknemers in het Bestuur Deelnemers/Pensioengerechtigden plaats, met dien verstande dat de Deelnemers dan wel Pensioengerechtigden hier schriftelijk over worden er geïnformeerd. Indien op twee door de GOR voorgedragenof meer kandidaten een gelijk aantal schriftelijke stemmen is uitgebracht, één door De Unie en één door FNV Bondgenotenvindt met betrekking tot deze kandidaten een schriftelijke herstemming plaats. De bestuursleden worden door het Bestuur benoemdkandidaat op wie de meeste schriftelijke stemmen zijn uitgebracht, nadat DNB heeft ingestemd met de voorgenomen benoeming.
4. Het Bestuur benoemt uit zijn midden een voor- zitter en een vice-voorzitter en kan daarnaast uit zijn midden een secretaris benoemen.
5wordt xxxxxx als gekozen aangemerkt. De leden van het Bestuur kunnen geen stemming als bedoeld in dit lid zijn van het Verantwoordingsorgaan of de Visitatiecommissieis anoniem.
6. Na voordracht van kandidaat-Bestuursleden overeenkomstig dit artikel neemt het Bestuur een besluit tot benoeming. Het Bestuur draagt er zorg behoudt zich het recht voor dat om de voordracht af te wijzen en niet over te gaan op benoeming indien en voor zover de kwalificaties van de voorgedragen persoon naar oordeel van het Bestuur voldoet aan niet of niet voldoende in overeenstemming zijn met het door het Bestuur opgestelde functieprofiel en geschiktheidsregels voor de eisen vacature. Het Bestuur behoudt zich te allen tijde het recht voor om het functieprofiel te wijzigen met inachtneming van betrouwbaarheid en ge- schiktheid conform de eisen van de Pensioenwethet in lid 18 bepaalde.
7. In afwijking van lid 6 worden de Bestuursleden die niet directe vertegenwoordigers zijn van de belanghebbenden benoemd door het Bestuur zonder voordracht.
8. Bestuursleden worden benoemd voor een termijn van maximaal vier jaar en zijn niet meer dan tweemaal voor telkens maximaal vier jaar herbenoembaar.
9. Het Bestuurslidmaatschap van de Werknemersvertegenwoordiger en de vertegenwoordiger van Pensioengerechtigden vervalt, naast het bepaalde in lid 13, door overlijden, opzegging, de beëindiging van het Deelnemerschap voor de Werknemersvertegenwoordiger of doordat het Bestuurslid in een toestand van surseance van betaling of in staat van faillissement komt te verkeren.
10. Naast het vervallen van het Bestuurslidmaatschap van de Werkgeversvertegenwoordigers conform het bepaalde in lid 4 en naast het bepaalde in lid 13, vervalt het Bestuurslidmaatschap van Werkgeversvertegenwoordigers door overlijden, opzegging of doordat het Bestuurslid in een toestand van surseance van betaling of in staat van faillissement komt te verkeren.
11. Het Bestuurslidmaatschap van de Bestuursleden die niet directe vertegenwoordigers zijn van belanghebbenden vervalt door overlijden, opzegging, ontslag door het Bestuur (krachtens het bepaalde in lid 13) of doordat het Bestuurslid in een toestand van surseance van betaling of in staat van faillissement komt te verkeren.
12. Het Bestuur stelt een reglement op waarin in ieder geval procedure vast voor een periodieke evaluatie van het functioneren van het Bestuur als geheel en van de wijze individuele Bestuursleden.
13. Indien naar het oordeel van benoeminghet Bestuur sprake is van zwaarwegende redenen, is het Bestuur bevoegd over te gaan tot schorsing en/of ontslag van dit Bestuurslid, bij besluit genomen met unanimiteit van alle overige Bestuursleden.
14. Indien het Bestuur een Bestuurslid heeft geschorst, dient het Bestuur, binnen drie maanden na ingang van de voor- dracht schorsing te besluiten hetzij tot ontslag, hetzij tot handhaving van bestuursleden de schorsing; bij gebreke daarvan vervalt de schorsing. Een besluit tot handhaving van de schorsing kan slechts eenmaal worden genomen en de regeling bij tussentijdse vacatures geregeld schorsing kan daarbij ten hoogste worden gehandhaafd voor drie maanden, ingaande op de dag het Bestuur het besluit tot handhaving heeft genomen. Indien het Bestuur niet binnen de voor de handhaving bepaalde termijn tot ontslag of tot opheffing van de schorsing heeft besloten, vervalt de schorsing. Een geschorst Bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de Bestuursvergadering te verantwoorden en zich daarbij voor rekening van het Pensioenfonds en binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid, door een raadsman te doen bijstaan.
15. Na ontslag van een Bestuurslid als bedoeld in lid 13, verzoekt het Bestuur aan de desbetreffende geleding een ander Bestuurslid voor te dragen, met inachtneming van het bepaalde in dit artikel, dan wel benoemt het Bestuur een nieuw bestuurslid indien lid 7 van toepassing is.
16. In geval van een vacature in het Bestuur kan het Bestuur niettemin rechtsgeldig besluiten nemen met inachtneming van het overige in deze statuten bepaalde.
17. Het Bestuur benoemt een (plaatsvervangend) voorzitter en een (plaatsvervangend) secretaris uit haar midden.
18. Voor alle kandidaatstellingen en benoeming van (toekomstige) Bestuursleden geldt verder het volgende. Het Bestuur stelt functieprofielen en geschiktheidsregels op waar (toekomstige) Bestuursleden aan dienen te voldoen. Een voorgedragen Bestuurslid zal niet worden benoemd indien het Bestuur de persoon niet geschikt acht, onverminderd het overige in deze statuten bepaalde over beoordeling van de geschiktheid door De Nederlandsche Bank. Het Bestuur zal zo veel als mogelijk is het oordeel over de geschiktheid van een kandidaat-Bestuurslid voorafgaande aan te houden verkiezingen als bedoeld in dit artikel mededelen.
Appears in 1 contract
Samples: Statuten
Samenstelling van het bestuur. 1. Het Pensioenfonds heeft een paritair Bestuur. Het Bestuur bestaat uit zeven acht personen, waar- van drie waarvan vier leden de Werkgever en vier leden de Werknemers Werk- nemers vertegenwoordigen. Indien de onder- linge getalsverhouding tussen Pensioen- gerechtigden en Deelnemers daartoe aanleiding geeft, treedt/treden vertegenwoordigers van Pensioengerechtigden toe tot het Bestuur. De stem- verhouding binnen wijze waarop zal alsdan door het Bestuur is vastgelegd met in- achtneming van het in artikel 8 lid 4de PW bepaalde worden vastgesteld en de daartoe benodigde wijzigingen zullen alsdan in de statuten worden aangebracht.
2. Het Bestuur heeft zitting voor de duur van de Transitieperiode.
3. De vertegenwoordigers van de Werkgever in het Bestuur worden voorgedragen door de Werkgever. Van de vier leden van de vertegen- woordigers van de Werknemers in het Bestuur worden er twee door de GOR COR voorgedragen, één door De Unie en één door FNV BondgenotenFNV.
3. De bestuursleden worden Het Bestuur wijst een voor benoeming voor- gedragen kandidaat bestuurslid af, indien deze naar het oordeel van het Bestuur niet voldoet aan de profielschets, zoals die voorafgaand aan de voordracht voor de benoeming door het Bestuur benoemdaan de voordragende partij kenbaar is gemaakt. Het Bestuur wijst een
4. Wanneer het Bestuur instemt met een voor benoeming voorgedragen kandidaat, nadat dan benoemt het deze persoon tot kandidaat- bestuurder totdat DNB geen bezwaar heeft gemaakt tegen de benoeming danwel heeft ingestemd met deze benoeming. Op het moment dat DNB heeft ingestemd met danwel geen bezwaar heeft gemaakt tegen de voorgenomen benoeming, treedt de kandidaat-bestuurder formeel toe
5. De kandidaat-bestuurder heeft uitsluitend het recht aanwezig te zijn bij vergaderingen van het Bestuur, daarin het woord te voeren en aan de beraadslagingen deel te nemen.
46. Het Bestuur benoemt uit zijn midden een voor- zitter en een vice-voorzitter en kan daarnaast uit zijn midden een secretaris benoemen.benoemen.
57. De leden van het Bestuur kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan of de VisitatiecommissieRaad van Toezicht.
68. Het Bestuur draagt er zorg voor dat het Bestuur voldoet aan de eisen van betrouwbaarheid en ge- schiktheid conform de eisen van de Pensioenwet.
79. Het De zittingstermijn voor een lid van het Bestuur stelt een reglement op waarin in ieder geval de wijze is vier jaar. Een lid van benoeming, de voor- dracht van bestuursleden en de regeling bij tussentijdse vacatures geregeld ishet Bestuur kan twee maal worden herbenoemd.
Appears in 1 contract
Samples: Statuten
Samenstelling van het bestuur. 1. Het Pensioenfonds heeft een paritair Bestuur. Het Bestuur bestuur bestaat uit zeven personentien leden, waar- van drie waarvan vier werkgeversvertegenwoordigers, vier werknemers- en/of pensioengerechtigdenvertegenwoordigers en twee onafhankelijke leden de Werkgever en vier leden de Werknemers vertegenwoordigen. De stem- verhouding binnen het Bestuur is vastgelegd als bedoeld in artikel 8 100, lid 46 van de Pensioenwet.
2. Het Bestuur heeft zitting voor De belanghebbenden zijn op een zo evenwichtig mogelijke wijze vertegenwoordigd met dien verstande dat de duur vertegenwoordigers van werknemersverenigingen en de vertegenwoordigers van pensioengerechtigden tezamen evenveel zetels bezetten als de vertegenwoordigers van werkgeversverenigingen. Dezelfde pariteit wordt in acht genomen ten aanzien van de Transitieperiodeleden, respectievelijk plaatsvervangende leden van door het bestuur uit zijn midden aan te wijzen commissies.
3. De verdeling van de zetels van vertegenwoordigers van werknemersverenigingen en vertegenwoordigers van pensioengerechtigden vindt plaats op basis van onderlinge getalsverhoudingen, met dien verstande dat de Werkgever vertegenwoordigers van pensioengerechtigden ten hoogste de helft van het aantal zetels van vertegenwoordigers van werknemersverenigingen en pensioengerechtigden gezamenlijk bezetten. Het bestuur controleert eens in de drie jaar of de verdeling nog voldoet aan de onderlinge getalsverhoudingen. Indien dit niet het Bestuur worden voorgedragen door geval blijkt, wordt de Werkgever. Van verdeling tussen vertegenwoordigers van werknemersverenigingen en vertegenwoordigers van pensioengerechtigden aangepast bij de vier leden eerstvolgende vacature voor ofwel een zetel van de vertegen- woordigers pensioengerechtigden dan wel een zetel van de Werknemers in het Bestuur worden er twee door de GOR voorgedragen, één door De Unie en één door FNV Bondgenoten. De bestuursleden worden door het Bestuur benoemd, nadat DNB heeft ingestemd met de voorgenomen benoemingwerknemersverenigingen.
4. Het Bestuur benoemt bestuur kiest uit zijn midden een voor- zitter voorzitter en een vice-plaatsvervangend voorzitter. De functies van deze uit zijn midden gekozen voorzitter en kan daarnaast plaatsvervangend voorzitter worden beurtelings gedurende een kalenderjaar vervuld door een werkgevers en een werknemerslid. In de even kalenderjaren wordt de functie van de uit zijn midden gekozen voorzitter vervuld door een werkgeverslid en die van plaatsvervangend voorzitter door een werknemerslid.
5. Voorts kiest het bestuur uit zijn midden een secretaris benoemen.
5en een plaatsvervangend secretaris, waarvan één uit de werkgeversleden en één uit de werknemersleden. De leden functies van deze uit zijn midden gekozen secretaris en plaatsvervangend secretaris worden beurtelings gedurende een kalenderjaar vervuld door een werkgevers- en een werknemerslid. Deze wisseling vindt op een zodanige wijze plaats, dat de vervulling van de functie van secretaris door een werkgeverslid niet samenvalt met een vervulling van de voorzittersfunctie, als bedoeld in het Bestuur kunnen geen lid zijn negende lid, door een werkgeverslid. De taak en de bevoegdheden van de secretarissen worden door het Verantwoordingsorgaan of de Visitatiecommissiebestuur geregeld.
6. Het Bestuur draagt er zorg voor dat bestuur brengt elke wijziging in de samenstelling van het Bestuur voldoet bestuur vooraf ter kennis aan de eisen van betrouwbaarheid en ge- schiktheid conform de eisen van de PensioenwetDNB.
7. Het Bestuur stelt een reglement op waarin Een wijziging als bedoeld in ieder geval het zesde lid wordt niet doorgevoerd indien DNB binnen zes weken na ontvangst van de wijze melding, of, indien DNB om nadere gegevens of inlichtingen heeft verzocht, binnen zes weken na ontvangst van benoeming, die gegevens of inlichtingen aan het bestuur bekend maakt dat zij niet met de voor- dracht van bestuursleden en de regeling bij tussentijdse vacatures geregeld isvoorgenomen wijziging instemt.
Appears in 1 contract
Samples: Statuten