Beëindiging van het dienstverband. 1. Op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst zijn de bepalingen 3.21 van deze cao onverminderd van toepassing.
2. Bij beëindiging of wijziging van de subsidie verstrekt op basis van de brede impuls combinatiefuncties, c.q. de subsidievoorwaarden, als gevolg waarvan de betrekking komt te vervallen, eindigt de arbeidsovereenkomst van de combinatiefunctionaris van rechtswege.
Beëindiging van het dienstverband. 1. Het dienstverband eindigt:
a. tijdens of aan het eind van de proeftijd op verzoek van werkgever of werknemer;
b. met wederzijds goedvinden op het door werkgever en werknemer overeengekomen tijdstip;
c. van rechtswege op de einddatum van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Bij arbeids- overeenkomsten voor bepaalde tijd van zes maanden of langer geldt een schriftelijke aanzegplicht;
d. door opzegging door werkgever of werknemer met inachtneming van lid 3 en 4 van dit artikel;
e. op de dag waarop de werknemer de wettelijke AOW-gerechtigde leeftijd bereikt;
f. door overlijden van de werknemer;
g. door ontslag op staande voet wegens dringende reden voor werkgever of werknemer volgens de wettelijke bepalingen;
h. door ontbinding door de rechter op verzoek van werkgever of werknemer op grond van de wettelijke bepalingen.
2. Na een periode waarin de werknemer ten minste 24 maanden arbeidsongeschikt was, kan de werkgever ontslag aanvragen wegens arbeidsongeschiktheid.
3. De wijze en het tijdstip van opzeggen
a. Opzegging dient schriftelijk en onder opgave van redenen te geschieden.
b. De opzegging dient zodanig te geschieden dat het einde van de dienstbetrekking samenvalt met het einde van een kalendermaand.
c. Eventuele aanvullende bepalingen hieromtrent in de individuele arbeidsovereenkomst of het gezelschapsreglement zijn van toepassing.
4. De opzegtermijn
Beëindiging van het dienstverband. 1. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt, na het verstrijken van de overeengekomen termijn. Werkgever dient minimaal 1 maand voor het verstrijken van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van zes maanden of langer aan te geven of de arbeidsovereenkomst al dan niet verlengd wordt en onder welke voorwaarden (de ‘aanzegtermijn’).
2. Een arbeidsovereenkomst aangegaan voor het verrichten van een bepaald karwei of ter vervanging wegens arbeidsongeschiktheid of verlof van een andere werknemer eindigt respectievelijk zodra het karwei is verricht of bij terugkomst van de vervangen werknemer.
Beëindiging van het dienstverband. 2.4.1
a. opzegging tijdens de proeftijd door de werk- gever of de werknemer;
b. opzegging na afloop van de proeftijd door de werkgever of de werknemer met inacht- neming van de hierna te noemen opzeg- gingstermijn;
c. beëindiging met wederzijds goedvinden na afloop van de proeftijd;
d. het verstrijken van de overeengekomen termijn;
e. beëindiging op staande voet door de werk- gever of de werknemer op grond van een dringende reden als bedoeld in de artikelen 7:677 en 7:678 van het Burgerlijk Wetboek;
f. ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 7:671b van het Burgerlijk Wetboek;
g. het overlijden van de werknemer;
h. de datum waarop het (individuele) voltijd- pensioen ingaat;
i. de dag voorafgaand aan de dag waarop de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt.
Beëindiging van het dienstverband. Het einde van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd valt samen met het einde van een maand.
Beëindiging van het dienstverband. 1. Een (verlengd) dienstverband voor bepaalde tijd kan tussentijds worden beëindigd.
2. Het tussentijds beëindigen van een (verlengd) dienstverband voor bepaalde tijd dan wel het beëindigen van een dienstverband voor onbepaalde tijd, geschiedt:
a. door opzegging;
b. door onverwijlde opzegging wegens een voor de werkgever of de werknemer dringende reden als bedoeld in art. 7:678 c.q. art. 7:679 van het Burgerlijk Wetboek;
c. door ontbinding van het dienstverband op grond van art.7:671b c.q. artikel 7:671c dan wel wegens wanprestatie als bedoeld in art. 7:686 van het Burgerlijk Wetboek;
d. met wederzijds goedvinden op het door de werkgever en werknemer overeengekomen tijdstip;
e. op verzoek van de werknemer voor het geheel of een gedeelte van de voor hem geldende betrekkingsomvang met het oog op een uitkering als bedoeld in het pensioenreglement van de Stichting ABP of een FPU-uitkering, zoals geregeld in het FPU-reglement van het VUT-fonds.
3. Van rechtswege eindigt:
a. het dienstverband voor bepaalde tijd door het verstrijken van de tijd waarvoor het is aangegaan;
b. het dienstverband van de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt een en ander met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin voornoemde leeftijd is bereikt, met dien verstande dat de werkgever in overleg met de werknemer deze ontslagdatum telkenmale met maximaal een jaar kan opschorten;
c. het dienstverband bij overlijden van de werknemer;
Beëindiging van het dienstverband. 6.1 Algemene bepalingen bij beëindiging 49
6.1.1 Vaststellingsovereenkomst 49 6.1.2 Terugbetalingsregeling 49 6.1.3 Opzegtermijn 49
Beëindiging van het dienstverband. Inzake de beëindiging van het dienstverband gelden de bepalingen van het BW, met dien verstande dat: - behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen 7:678 en 7:679 BW en behoudens tijdens of aan het einde van de proeftijd als bedoeld in lid 1, in welke gevallen de arbeidsovereenkomst wederzijds met onmiddellijke ingang kan worden opgezegd, neemt de arbeidsovereenkomst een einde door opzegging met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:672 BW; - de opzegtermijn voor werkgever en werknemer ten minste twee maanden bedraagt; - Het dienstverband tussen de werkgever en de werknemer eindigt van rechtswege op het moment dat de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, zonder dat hiertoe enige opzegging is vereist. Indien een arbeidsovereenkomst voor tenminste 6 maanden voor bepaalde tijd is aangegaan, dient de werkgever minimaal 1 maand van te voren schriftelijk aan te geven of de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet en zo ja onder welke voorwaarden een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt aangeboden. De werknemer die in dienst is geweest bij de werkgever, inclusief eventuele uitzendovereenkomsten voorafgaand aan het dienstverband, krijgt op grond van de wet een transitievergoeding wanneer de arbeidsovereenkomst op initiatief van de werkgever wordt opgezegd, ontbonden of niet wordt voortgezet. Inzake de transitievergoeding gelden alle bepalingen van het BW en het overgangsrecht. De werknemer die aanspraak maakt op uitbetaling van de transitievergoeding heeft geen aanspraak op wachtgeld ex artikel 6 lid 4 cao.
Beëindiging van het dienstverband. Inzake de beëindiging van het dienstverband geldt, in afwijking van de bepalingen van artikel 672 BW, dat:
a het dienstverband tussen de werkgever en de werknemer van rechtswege eindigt op de dag waarop de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt, zonder dat hiertoe enige opzegging is vereist.
b de opzegtermijn voor de werknemer is 2 maanden en voor de werkgever 4 maanden. c Er kan worden opgezegd tegen de 1e of de 15e van de maand.
Beëindiging van het dienstverband. Bij beëindiging van het dienstverband geldt boek 7.10 van het Burgerlijk Wetboek over de arbeidsovereenkomst. Dat bepaalt welke regels en termijnen er gelden bij opzegging of ontbinding van de arbeidsovereenkomst, bij ontslag met wederzijds goedvinden of ontslag op staande voet. Daarnaast kunnen er specifieke regels van toepassing zijn, afhankelijk van de reden voor het ontslag: • bij een collectief ontslag: de Wet Melding Collectief Ontslag. • bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen: de Ontslagregeling en de UWV uitvoeringsregels zoals die gelden bij bedrijfseconomisch ontslag. • bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid: de UWV uitvoeringsregels zoals die gelden bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.