Common use of Secundaire arbeidsvoorwaarden Clause in Contracts

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen versus private sector-cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken + Vakantie-uren en feestdagen 0 Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten + Toelagen recht onbereikbaarheid + Duurzame inzetbaarheid 0 Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-cao’s zijn meegenomen in de vergelijking: retail-non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf en DSM. Bij de waterschappen bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze in de private sector doorgaans 40 uur bedraagt. Bovendien zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden om. Daarnaast zijn de verlofregelingen royaler dan in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof en de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent van het inkomen. Een ander voordeel is het recht op een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen in cao’s van private sectoren. Tot slot hebben de waterschappen uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkheden, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskosten. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaarden.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector sectoren voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 4.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen provincies met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 4.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen provincies versus die in private sector-sector cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken + Vakantie-uren en feestdagen 0 + Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 + Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 + Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten + Toelagen recht onbereikbaarheid + 0 Duurzame inzetbaarheid 0 ++ Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-sector cao’s zijn meegenomen in de vergelijking: retail-non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf en DSM. Bij de waterschappen provincies bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze in de private sector doorgaans 40 uur bedraagt. Bovendien zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen provincies over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienstenonder andere bovenwettelijke vakantie-uren, die waarbij vooral oudere werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten bij de normale werktijden omprovincies meer vakantie-uren krijgen vergeleken met oudere werknemers in de private sector. Daarnaast zijn de verlofregelingen royaler dan in de private sector, met . Zo is er de eerste negen weken volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof en daarna van de tiende tot en met de dertiende week een doorbetaling van 75 procent van het loon. Ook is er de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent met volledig behoud van het inkomensalaris. Een ander voordeel is de thuiswerkvergoeding van (netto) € 3 per dag die de Provincies bieden, terwijl dit in de meeste markt-cao's niet is opgenomen. Verder hebben provincies uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkheden en duurzame inzetbaarheid in vergelijking met de private sector. Een aantal voorbeelden betreft het recht op een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen in cao’s van private sectorenpersoonlijk ontwikkelbudget en een Individueel Keuzebudget (IKB). Tot slot hebben werknemers bij provincies de waterschappen uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkhedenmogelijkheid om overwerk zowel financieel als in de vorm van vrije tijd uit te laten keren, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskostenvoordeel dat vaak niet wordt geboden in private sectoren. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaarden. Kijkend naar de meest recente cao-afspraken, dan zijn er aanvullende afspraken gemaakt over duurzame inzetbaarheid. Het verlof wordt uitgebreid met twee lief- en leeddagen. Daarnaast komt er een pilot waarin het mogelijk wordt zeven feestdagen te ruilen voor andere religieuze of culture feestdagen.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector sectoren voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 5.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen gemeenten met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 5.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen gemeenten versus private sector-cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken + Vakantie-uren en feestdagen 0 + Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 + Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 + Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 + Opleidingsfaciliteiten + Toelagen recht onbereikbaarheid + 0 Duurzame inzetbaarheid 0 ++ Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-sector cao’s zijn meegenomen in de vergelijking: retail-non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf en DSM. Bij de waterschappen bedraagt gemeenten is de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze in tegenstelling tot de private sector waar dit doorgaans 40 uur bedraagtis. Bovendien zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen gemeenten over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld een toelage Zo bieden gemeenten meer bovenwettelijke vakantie-uren dan de private sector. Vooral voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienstenmensen die onregelmatige uren werken of verlof opsparen, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten kunnen de normale werktijden ombovenwettelijke vakantie-uren flink toenemen. Daarnaast kennen gemeenten een thuiswerkvergoeding van € 2 per dag (in de nieuwe cao is dit bedrag verhoogd naar € 2,15 per dag en daar komt nog € 0,85 internetvergoeding per dag bij). In private sector cao's zijn dergelijke regelingen zelden opgenomen. Ook bieden gemeenten een ruimere verlofregeling aan voor zorgtaken dan de verlofregelingen royaler dan private sector. Tot slot valt op dat de regelingen met betrekking tot scholing en ontwikkeling ruimer zijn bij gemeenten. Werknemers kunnen een vergoeding krijgen voor gevolgde opleidingen en hebben via de cao recht op loopbaanbegeleiding en -advies. Dergelijke cao-afspraken ontbreken vaak in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof en . In de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent meest recente cao-afspraken wordt het verlof uitgebreid van zes naar zeven bovenwettelijke vakantiedagen. Daarnaast wordt Bevrijdingsdag een betaalde feestdag. Ook stijgt het inkomen. Een ander voordeel is aantal vakantie-uren dat via het recht op een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen in cao’s van private sectorenIKB kan worden gekocht naar 187 uur. Tot slot hebben wordt de waterschappen uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkheden, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen systematiek van het ouderschapsverlof versimpeld en aanvullende vergoedingen voor opleidingskosten. Bijlage A bevat een nadere toelichting wordt bij onbetaald WAZO-verlof de werkgeverspensioenpremie niet langer op de secundaire arbeidsvoorwaardenwerknemer verhaald bij verlof vanaf de vierde maand.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 9.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen het voortgezet onderwijs met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 9.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen in het voortgezet onderwijs versus private sector-cao’s Voltijdsduur werkweek ++ 0 Vergoeding thuiswerken + 0 Vakantie-uren en feestdagen 0 ++ Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 ++ Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 - Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten + Toelagen recht onbereikbaarheid + 0 Duurzame inzetbaarheid 0 + Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-cao’s zijn meegenomen in de vergelijking: retail-non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf en DSM. Bij de waterschappen bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze De secundaire arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderwijs zijn over het algemeen uitgebreider dan in de private sector doorgaans 40 uur bedraagtsector. Bovendien zijn Zo biedt het voortgezet onderwijs meer bovenwettelijke vakantie-uren dan gebruikelijk is in de secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienstenprivate sector, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden ommet recht op ruim meer dan 200 vakantie-uren per jaar. Daarnaast kent het voortgezet onderwijs een jaarlijkse OOP-uitkering voor het onderwijsondersteunend personeel (OOP).37 Deze uitkering staat los van de (extra) eindejaarsuitkering voor het OOP. Verder zijn de verlofregelingen royaler ruimer dan in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens recht op beter en langer doorbetaald ouderschapsverlof en de mogelijkheid om maximaal twee weken volledig doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent nemen. Ook bestaat in het voortgezet onderwijs de mogelijkheid om overwerk zowel financieel als in de vorm van vrije tijd uit te laten keren. De meeste salarisschalen komen echter niet in aanmerking voor het inkomenuitkeren van een overwerkvergoeding. Een ander voordeel is het recht op een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen in Daarom scoren de private sector cao’s van private sectorenhier over het algemeen beter. Tot slot hebben de waterschappen uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkheden, met werknemers in het voortgezet onderwijs recht op een persoonlijk basisbudget professionaliseringsplan. Daarnaast zijn 83 klokuren beschikbaar. Daarnaast zijn er nog eens 90 klokuren in het Individuele Keuzebudget (IKB) beschikbaar. Deze kunnen worden ingezet voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskostenvermindering van de lestaak of overige taken, het opnemen van verlof, als tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang of een verhoging van de pensioenaanspraken. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaarden.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector sectoren voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 3.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die in 2022 zijn omschreven in de cao van de waterschappen het Rijk met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 3.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen het Rijk versus private sector-cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken ++ Vakantie-uren en feestdagen 0 Vergoeding apparaten 0 + Extra uitkeringen 0 ++ Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten + Toelagen bereikbaarheid / recht op onbereikbaarheid + Duurzame inzetbaarheid 0 + Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sectormarkt-cao’s zijn meegenomen in de vergelijking: retail-non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf en DSM. Bij de waterschappen het Rijk bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze in de private sector doorgaans 40 uur bedraagt. Bovendien zijn Een werkweek van 36 uur biedt vaak meer flexibiliteit bij het plannen van werktijden, zonder dat dit ten koste gaat van verlofdagen. Denk hierbij aan de mogelijkheid om bijvoorbeeld vier dagen van 9 uur te werken of om eens in de twee weken een extra vrije dag op te nemen. Daarnaast heeft het Rijk doorgaans uitgebreidere secundaire arbeidsvoorwaarden arbeidsvoorwaarden. Zo wordt bijvoorbeeld het aanvullend geboorteverlof (volgens de Wet Invoering Extra Geboorteverlof, oftewel de WIEG) bij het Rijk aangevuld tot 100 procent van het inkomen, terwijl in de waterschappen private sector doorgaans de wettelijke norm van 70 procent wordt gehanteerd. Het Rijk betaalt bij ouderschapsverlof dertien van de zesentwintig weken het salaris door. Hierbij wordt gedurende de eerste negen weken 100 procent doorbetaald. De overige vier weken wordt 75 procent van het maandinkomen doorbetaald. In de private sector worden doorgaans de wettelijke minimumnormen gehanteerd voor verlofuitkeringen. Verder kent het Rijk uitgebreidere regelingen met betrekking tot opleidingsmogelijkheden en duurzame inzetbaarheid dan de private sector, die vaak weinig specifieke cao-afspraken maken over duurzame inzetbaarheid. Tot slot biedt het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld Rijk een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten, die . In private sectoren worden deze mogelijkheden vaak niet aan werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden om. Daarnaast zijn de verlofregelingen royaler dan in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof en de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent van het inkomen. Een ander voordeel is het recht op een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen in cao’s van private sectoren. Tot slot hebben de waterschappen uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkheden, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskostengeboden. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaardenarbeidsvoorwaarden bij het Rijk. Kijkend naar de meest recent cao-afspraken voor 2022-2024, dan zijn er meer verlofuren beschikbaar in het Individuele Keuzebudget (IKB). Ook is de opzet van het betaald ouderschapsverlof ruimer dan gebruikelijk in de private sector. In de eerste negen weken blijft het percentage dat wordt doorbetaald 100 procent. De dertien weken erna wordt 75 procent doorbetaald.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 8.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen het primair onderwijs met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 8.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen in het primair onderwijs versus private sector-sector cao’s Voltijdsduur werkweek ++ 0 Vergoeding thuiswerken + 0 Vakantie-uren en feestdagen 0 ++ Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 + Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 - Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 + Opleidingsfaciliteiten + Toelagen recht onbereikbaarheid + 0 Duurzame inzetbaarheid 0 + Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-sector cao’s zijn meegenomen in de vergelijking: retail-non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf en DSM. Bij de waterschappen bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze De secundaire arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs zijn over het algemeen uitgebreider dan in de private sector doorgaans 40 uur bedraagtsector. Bovendien zijn Zo biedt het primair onderwijs meer bovenwettelijke vakantie-uren dan gebruikelijk is in de secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienstenprivate sector, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden ommet recht op ruim meer dan 200 vakantie-uren per jaar. Daarnaast zijn de verlofregelingen royaler dan in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens recht op zowel 10 weken betaald als 26 weken onbetaald ouderschapsverlof en de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof maximaal 12 maanden onbetaald deeltijdverlof op te nemen tegen 75 procent voor mantelzorg. Verder bestaat in het primair onderwijs de mogelijkheid om overwerk zowel financieel als in de vorm van het inkomen. Een ander vrije tijd uit te laten keren, een voordeel is het recht op een thuiswerkbudget, die veelal dat vaak niet is opgenomen wordt geboden in cao’s van private sectoren. De meeste salarisschalen komen echter niet in aanmerking voor het uitkeren van een overwerkvergoeding. Daarom scoren de marktcao’s hier over het algemeen beter. Tot slot hebben werknemers in het primair onderwijs recht op coaching en kunnen zij 40 uur per jaar werken aan hun duurzame inzetbaarheid, bijvoorbeeld door te werken aan vitaliteit, scholing, een goede werk-privébalans en het vergroten van baankansen. Kijkend naar de waterschappen uitgebreidere regelingen meest recent afgesloten cao, is daarin afgesproken dat het overlijdensverlof uitgebreid wordt tot personen die dierbaar zijn geweest voor opleidingsmogelijkheden, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskostende werknemer. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaarden.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van alleen primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector verpleging, verzorging en thuiszorg (vvt) als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt maken de publieke sector vvt voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 Tabel 9.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen vvt met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 9.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij in de waterschappen versus verpleging, verzorging en thuiszorg ten opzichte van private sector-sector cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken + apparaten 0 Vakantie-uren en feestdagen 0 Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 + Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 + Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten + Toelagen bereikbaarheid / recht onbereikbaarheid + Duurzame inzetbaarheid + Vergoeding thuiswerken 0 Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-cao’s uit de private sector zijn meegenomen in de vergelijking: retail-retail- non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke Koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf levensmidddelenbedrijf en DSM. Bij In de waterschappen vvt bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze in de private sector doorgaans 40 uur bedraagt. Dit heeft vooral voordelen voor werknemers met een minimumloon, aangezien het minimumloon per uur gunstiger is bij een kortere werkweek. Bovendien zijn biedt een werkweek van 36 uur vaak meer flexibiliteit bij het plannen van werktijden, zonder dat dit ten koste gaat van verlofdagen. Denk hierbij aan de secundaire arbeidsvoorwaarden bij mogelijkheid om bijvoorbeeld 4 dagen van 9 uur te werken of om eens in de waterschappen over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld twee weken een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden omextra vrije dag op te nemen. Daarnaast heeft de vvt geen extra eenmalige uitkeringen afgesproken in de cao, net zoals de meeste cao’s in de private sectoren. De toeslagen / toelagen voor overwerk zijn ruimer in vergelijking met de verlofregelingen royaler dan cao’s in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof . In de vvt is er een compensatie in geld en vrije tijd voor overwerk. Voor toeslagen voor onregelmatige diensten is er alleen compensatie in geld mogelijk. Dit is gelijk aan de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent van het inkomenmeeste cao’s in de private sector. Een ander voordeel is Verder hebben werknemers in de vvt het recht op om onbereikbaar te zijn in periodes dat ze niet zijn ingeroosterd. Er zijn weinig concrete afspraken te vinden over een thuiswerkbudgetthuiswerkvergoeding, die veelal niet is opgenomen in cao’s van private sectorendat wordt over het algemeen decentraal geregeld. Tot slot hebben zijn de waterschappen uitgebreidere regelingen opleidingsfaciliteiten binnen de vvt beter geregeld dan in vergelijkbare cao’s in de private sector. Zo is er een opleidingsplan met functiegerichte scholing die vergoed wordt in tijd en geld. Ook worden er onderling afspraken gemaakt over vergoeding bij niet direct functiegerichte scholing. In het kader van duurzame inzetbaarheid scoort de vvt goed door de aanwezigheid van de ‘landingsbaan’ voor opleidingsmogelijkheden, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskosten. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaardenoudere werknemers.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van alleen primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector gehandicaptenzorg als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt maken de publieke sector gehandicaptenzorg voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 8.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen gehandicaptenzorg met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 8.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij in de waterschappen versus gehandicaptenzorg en opzichte van private sector-sector cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken apparaten + Vakantie-uren en feestdagen 0 Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 + Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 + Opleidingsfaciliteiten + Toelagen bereikbaarheid / recht onbereikbaarheid + Duurzame inzetbaarheid 0 ++ Vergoeding thuiswerken + Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-cao’s uit de private sector zijn meegenomen in de vergelijking: retail-retail- non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke Koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf levensmidddelenbedrijf en DSM. Bij In de waterschappen gehandicaptenzorg bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze in de private sector doorgaans 40 uur bedraagt. Dit heeft vooral voordelen voor werknemers met een minimumloon, aangezien het minimumloon per uur gunstiger is bij een kortere werkweek. Bovendien zijn biedt een werkweek van 36 uur vaak meer flexibiliteit bij het plannen van werktijden, zonder dat dit ten koste gaat van verlofdagen. Denk hierbij aan de secundaire arbeidsvoorwaarden bij mogelijkheid om bijvoorbeeld 4 dagen van 9 uur te werken of om eens in de waterschappen over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld twee weken een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden omextra vrije dag op te nemen. Daarnaast heeft de gehandicaptenzorg een extra eenmalige uitkering afgesproken in de cao voor werknemers in bepaalde salarisschalen. De toeslagen / toelagen voor overwerk en onregelmatige diensten zijn ook ruimer in vergelijking met de verlofregelingen royaler dan cao’s in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof . In de gehandicaptenzorg is er een compensatie in geld en vrije tijd voor overwerk en een keuze tussen geld of vrije tijd bij onregelmatige diensten. Bij de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent van het inkomen. Een ander voordeel is het recht op een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen in cao’s van de private sectorensector is er alleen een vergoeding in de vorm van geld mogelijk. Tot slot Verder hebben werknemers in de waterschappen uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkhedengehandicaptenzorg het recht om onbereikbaar te zijn, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen indien ze niet zijn ingeroosterd. Ook zijn er vergoedingen op het gebied van thuiswerken (€ 2 per dag) en aanvullende vergoedingen voor opleidingskostenhet verstrekken van maaltijden en gepaste kleding aanwezig. Bijlage A bevat een nadere toelichting Ten slotte zijn de opleidingsfaciliteiten binnen de gehandicaptenzorg beter geregeld dan in vergelijkbare cao’s in de private sector. Zo hebben werknemers recht op één keer per drie jaar loopbaanadvies en zijn er mogelijkheden tot persoonlijk ontwikkeling via het balansverlof. Ook in het kader van duurzame inzetbaarheid scoort de secundaire arbeidsvoorwaardenGehandicaptenzorg goed door de aanwezigheid van het levensfasebudget en doordat oudere werknemers niet verplicht kunnen worden tot het maken van nachtdiensten.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van alleen primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt arbeids- voorwaarden maken de publieke sector GGZ voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 6.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen GGZ met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 6.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen versus GGZ ten opzichte van private sector-sector cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken apparaten + Vakantie-uren en feestdagen 0 Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 + Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 + Opleidingsfaciliteiten ++ Toelagen bereikbaarheid / recht onbereikbaarheid + 0 Duurzame inzetbaarheid 0 + Vergoeding thuiswerken + Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-cao’s uit de private sector zijn meegenomen in de vergelijking: retail-retail- non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke Koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf levensmidddelenbedrijf en DSM. Bij de waterschappen GGZ bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze in de private sector doorgaans 40 uur bedraagt. Dit heeft vooral voordelen voor werknemers met een minimumloon, aangezien het minimumloon per uur gunstiger is bij een kortere werkweek. Bovendien biedt een werkweek van 36 uur vaak meer flexibiliteit bij het plannen van werktijden, zonder dat dit ten koste gaat van verlofdagen. De GGZ heeft net als de meeste cao’s in de private sector geen eenmalige uitkeringen. De toeslagen / toelagen voor overwerk en onregelmatige diensten zijn ook ruimer in vergelijking met de secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden om. Daarnaast zijn de verlofregelingen royaler dan cao’s in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof . In de GGZ is er een compensatie in geld en vrije tijd voor overwerk en een keuze tussen geld of vrije tijd bij onregelmatige diensten. Bij de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent cao’s van het inkomende private sector is er alleen een vergoeding in de vorm van geld mogelijk. Een ander voordeel Verder is er zowel in de cao van de GGZ als die in de private sectoren geen duidelijke afspraak over het recht op een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen onbereikbaarheid. Ook zijn er vergoedingen op het gebied van thuiswerken (€ 2 per dag) en vergoedingen voor het verstrekken van maaltijden. Ten slotte zijn de opleidings- faciliteiten binnen de GGZ beter geregeld dan in cao’s in de private sector. Zo ontvangen werknemers één keer per vijf jaar loopbaanadvies en is er aandacht voor functiegerichte scholing via het persoonlijk ontwikkelplan. Daarnaast zijn er ook afspraken gemaakt over scholing voor bredere inzetbaarheid. Ook in het kader van private sectoren. Tot slot hebben duurzame inzetbaarheid scoort de waterschappen uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkheden, met GGZ relatief goed door de aanwezigheid van het levensfasebudget en door de aanwezigheid van een persoonlijk basisbudget voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskosten. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaardengeneratiepactregeling.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector algemene ziekenhuizen als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector maken algemene ziekenhuizen voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 5.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen algemene ziekenhuizen8 met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 5.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen versus algemene ziekenhuizen t.o.v. private sector-sector cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken apparaten + Vakantie-uren en feestdagen 0 Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten ++ Toelagen bereikbaarheid / recht onbereikbaarheid + Duurzame inzetbaarheid 0 + Vergoeding thuiswerken + Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-cao’s uit de private sector zijn meegenomen in de vergelijking: retail-retail- non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke Koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf levensmidddelenbedrijf en DSM. Bij In de waterschappen sector algemene ziekenhuizen bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze in de private sector doorgaans 40 uur bedraagtbedraagt.9 Dit heeft vooral voordelen voor werknemers met een minimumloon, aangezien het minimumloon per uur gunstiger is bij een kortere werkweek. Bovendien zijn biedt een werkweek van 36 uur vaak meer flexibiliteit bij het plannen van werktijden, zonder dat dit ten koste gaat van verlofdagen. Denk hierbij aan de secundaire arbeidsvoorwaarden bij mogelijkheid om bijvoorbeeld 4 dagen van 9 uur te werken of om eens in de waterschappen over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld twee weken een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden omextra vrije dag op te nemen. Daarnaast heeft de sector algemene ziekenhuizen in 2022 een extra eenmalige uitkering afgesproken in de cao voor werknemers ter waarde van € 250. De toeslagen / toelagen voor overwerk en onregelmatige diensten zijn ongeveer gelijk in vergelijking met de verlofregelingen royaler dan cao’s in de private sector. In de sector algemene ziekenhuizen is er, net als in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof een compensatie in geld voor overwerk en bij onregelmatige diensten. Ook zijn er vergoedingen op het gebied van thuiswerken (€ 2 netto per dag) en vergoedingen voor het verstrekken van kleding aanwezig. Ten slotte zijn de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof opleidingsfaciliteiten binnen de algemene ziekenhuizen beter geregeld dan in vergelijkbare cao’s in de private sector. Zo wordt functiegerichte scholing in opdracht van de werkgever volledig vergoed en scholing gericht op te nemen tegen 75 employability voor 50 procent vergoed. Ook in het kader van duurzame inzetbaarheid scoort de sector algemene ziekenhuizen goed door de aanwezigheid van het inkomenpersoonlijk levensfasebudget en het generatiebeleid. 8 Voor medisch specialisten in Algemene ziekenhuizen geldt een aparte arbeidsvoorwaardenregeling: de AMS. 9 Voor een aantal groepen in de Algemene ziekenhuizen (waaronder medisch specialisten) geldt een andere standaard arbeidsduur, namelijk 45, 46 of 48 uur. Een ander voordeel is het recht op Voor AIO’s geldt een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen in cao’s arbeidsduur van private sectoren. Tot slot hebben de waterschappen uitgebreidere regelingen 38 uur (plus 10 uur voor opleidingsmogelijkheden, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskosten. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaardenscholing).

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector huisartsenzorg en gezondheidscentra als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt maken de publieke sector huisartsenzorg en gezondheidscentra voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen huisartsenzorg met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij in de waterschappen versus sector huisartsenzorg en gezondheidscentra ten opzichte van private sector-sector cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken apparaten + Vakantie-uren en feestdagen 0 Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten + Toelagen bereikbaarheid / recht onbereikbaarheid + Duurzame inzetbaarheid 0 Vergoeding thuiswerken + Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-cao’s uit de private sector zijn meegenomen in de vergelijking: retail-retail- non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke Koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf levensmidddelenbedrijf en DSM. Bij In de waterschappen huisartsenzorg en gezondheidscentra bedraagt de standaard werkweek 36 38 uur, terwijl deze in de private sector doorgaans 40 uur bedraagt. Bovendien zijn Daarnaast heeft de secundaire arbeidsvoorwaarden bij sector huisartsenzorg en gezondheidscentra geen extra eenmalige uitkering afgesproken in de waterschappen over het algemeen uitgebreidercao. Dit omvat bijvoorbeeld een toelage is ook veelal het geval voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden om. Daarnaast zijn de verlofregelingen royaler dan cao’s in de private sector. De toeslagen / toelagen voor overwerk en onregelmatige diensten zijn vergelijkbaar met die in de private sector. Beiden bieden namelijk een compensatie aan in de vorm van geld. Ook op het recht op onbereikbaarheid ontlopen de cao’s elkaar niet veel, met volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof aangezien hier geen harde afspraken over zijn opgenomen. Wel hebben werknemers in de huisartsenzorg en gezondheidscentra recht op vergoedingen op het gebied van thuiswerken (€ 2 per dag) en vergoedingen voor het verstrekken van maaltijden en gepaste kleding. Dit recht is niet opgenomen in de cao’s in de private sector. Ten slotte zijn de opleidingsfaciliteiten binnen de sector Huisartsenzorg en gezondheidscentra beter geregeld dan in vergelijkbare cao’s in de private sector. Zo is er één scholingsplan en de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof op minimaal 20 uur per jaar beschikbaar te nemen tegen 75 procent hebben voor scholing. In het kader van het inkomen. Een ander voordeel is het recht op een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen in duurzame inzetbaarheid scoort de sector huisartsenzorg en gezondheidscentra vergelijkbaar met cao’s in de private sector. Er zijn wel plannen voor het onderzoeken van private sectoren. Tot slot hebben de waterschappen uitgebreidere regelingen een levensfasebudget en er is aandacht voor opleidingsmogelijkhedenduurzame inzetbaarheid, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskosten. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaardenmaar deze plannen zijn nog niet concreet uitgewerkt.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector sectoren voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 3.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die in 2022 zijn omschreven in de cao van de waterschappen het Rijk met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 3.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen het Rijk versus private sector-cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken ++ Vakantie-uren en feestdagen 0 Vergoeding apparaten 0 + Extra uitkeringen 0 ++ Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten + Toelagen bereikbaarheid / recht onbereikbaarheid op + Duurzame inzetbaarheid 0 + onbereikbaarheid Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sectormarkt-cao’s zijn meegenomen in de vergelijking: retail-non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf en DSM. Bij de waterschappen het Rijk bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze in de private sector doorgaans 40 uur bedraagt. Bovendien zijn Een werkweek van 36 uur biedt vaak meer flexibiliteit bij het plannen van werktijden, zonder dat dit ten koste gaat van verlofdagen. Denk hierbij aan de mogelijkheid om bijvoorbeeld vier dagen van 9 uur te werken of om eens in de twee weken een extra vrije dag op te nemen. Daarnaast heeft het Rijk doorgaans uitgebreidere secundaire arbeidsvoorwaarden arbeidsvoorwaarden. Zo wordt bijvoorbeeld het aanvullend geboorteverlof (volgens de Wet Invoering Extra Geboorteverlof, oftewel de WIEG) bij het Rijk aangevuld tot 100 procent van het inkomen, terwijl in de waterschappen private sector doorgaans de wettelijke norm van 70 procent wordt gehanteerd. Het Rijk betaalt bij ouderschapsverlof dertien van de zesentwintig weken het salaris door. Hierbij wordt gedurende de eerste negen weken 100 procent doorbetaald. De overige vier weken wordt 75 procent van het maandinkomen doorbetaald. In de private sector worden doorgaans de wettelijke minimumnormen gehanteerd voor verlofuitkeringen. Verder kent het Rijk uitgebreidere regelingen met betrekking tot opleidingsmogelijkheden en duurzame inzetbaarheid dan de private sector, die vaak weinig specifieke cao-afspraken maken over duurzame inzetbaarheid. Tot slot biedt het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld Rijk een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten, die . In private sectoren worden deze mogelijkheden vaak niet aan werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden om. Daarnaast zijn de verlofregelingen royaler dan in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof en de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent van het inkomen. Een ander voordeel is het recht op een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen in cao’s van private sectoren. Tot slot hebben de waterschappen uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkheden, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskostengeboden. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaardenarbeidsvoorwaarden bij het Rijk. Kijkend naar de meest recent cao-afspraken voor 2022-2024, dan zijn er meer verlofuren beschikbaar in het Individuele Keuzebudget (IKB). Ook is de opzet van het betaald ouderschapsverlof ruimer dan gebruikelijk in de private sector. In de eerste negen weken blijft het percentage dat wordt doorbetaald 100 procent. De dertien weken erna wordt 75 procent doorbetaald.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 8.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen het primair onderwijs met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 8.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen in het primair onderwijs versus private sector-sector cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken + Vakantie-uren en feestdagen 0 Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten + Toelagen recht onbereikbaarheid 0 Vergoeding thuiswerken ++ Vergoeding apparaten + Verlofregeling ouderschap - Verlofregeling zorg + Opleidingsfaciliteiten 0 Duurzame inzetbaarheid 0 0 ++ + + + Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-sector cao’s zijn meegenomen in de vergelijking: retail-non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf en DSM. Bij de waterschappen bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze De secundaire arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs zijn over het algemeen uitgebreider dan in de private sector doorgaans 40 uur bedraagtsector. Bovendien zijn Zo biedt het primair onderwijs meer bovenwettelijke vakantie-uren dan gebruikelijk is in de secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienstenprivate sector, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden ommet recht op ruim meer dan 200 vakantie-uren per jaar. Daarnaast zijn de verlofregelingen royaler dan in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens recht op zowel 10 weken betaald als 26 weken onbetaald ouderschapsverlof en de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof maximaal 12 maanden onbetaald deeltijdverlof op te nemen tegen 75 procent voor mantelzorg. Verder bestaat in het primair onderwijs de mogelijkheid om overwerk zowel financieel als in de vorm van het inkomen. Een ander vrije tijd uit te laten keren, een voordeel is het recht op een thuiswerkbudget, die veelal dat vaak niet is opgenomen wordt geboden in cao’s van private sectoren. De meeste salarisschalen komen echter niet in aanmerking voor het uitkeren van een overwerkvergoeding. Daarom scoren de marktcao’s hier over het algemeen beter. Tot slot hebben werknemers in het primair onderwijs recht op coaching en kunnen zij 40 uur per jaar werken aan hun duurzame inzetbaarheid, bijvoorbeeld door te werken aan vitaliteit, scholing, een goede werk-privébalans en het vergroten van baankansen. Kijkend naar de waterschappen uitgebreidere regelingen meest recent afgesloten cao, is daarin afgesproken dat het overlijdensverlof uitgebreid wordt tot personen die dierbaar zijn geweest voor opleidingsmogelijkheden, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskostende werknemer. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaarden.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 9.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen het voortgezet onderwijs met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 9.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen in het voortgezet onderwijs versus private sector-cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken + Vakantie-uren en feestdagen 0 Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 Verlofregeling zorg ++ Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten + Toelagen recht onbereikbaarheid 0 Vergoeding thuiswerken ++ Vergoeding apparaten ++ Verlofregeling ouderschap - Verlofregeling zorg 0 Opleidingsfaciliteiten 0 Duurzame inzetbaarheid 0 0 ++ ++ + + Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-cao’s zijn meegenomen in de vergelijking: retail-non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf en DSM. Bij de waterschappen bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze De secundaire arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderwijs zijn over het algemeen uitgebreider dan in de private sector doorgaans 40 uur bedraagtsector. Bovendien zijn Zo biedt het voortgezet onderwijs meer bovenwettelijke vakantie-uren dan gebruikelijk is in de secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen over het algemeen uitgebreider. Dit omvat bijvoorbeeld een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienstenprivate sector, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten de normale werktijden ommet recht op ruim meer dan 200 vakantie-uren per jaar. Daarnaast kent het voortgezet onderwijs een jaarlijkse OOP-uitkering voor het onderwijsondersteunend personeel (OOP).37 Deze uitkering staat los van de (extra) eindejaarsuitkering voor het OOP. Verder zijn de verlofregelingen royaler ruimer dan in de private sector, met volledige doorbetaling tijdens recht op beter en langer doorbetaald ouderschapsverlof en de mogelijkheid om maximaal twee weken volledig doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent nemen. Ook bestaat in het voortgezet onderwijs de mogelijkheid om overwerk zowel financieel als in de vorm van vrije tijd uit te laten keren. De meeste salarisschalen komen echter niet in aanmerking voor het inkomenuitkeren van een overwerkvergoeding. Een ander voordeel is het recht op een thuiswerkbudget, die veelal niet is opgenomen in Daarom scoren de private sector cao’s van private sectorenhier over het algemeen beter. Tot slot hebben de waterschappen uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkheden, met werknemers in het voortgezet onderwijs recht op een persoonlijk basisbudget professionaliseringsplan. Daarnaast zijn 83 klokuren beschikbaar. Daarnaast zijn er nog eens 90 klokuren in het Individuele Keuzebudget (IKB) beschikbaar. Deze kunnen worden ingezet voor opleidingen en aanvullende vergoedingen voor opleidingskostenvermindering van de lestaak of overige taken, het opnemen van verlof, als tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang of een verhoging van de pensioenaanspraken. Bijlage A bevat een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaarden.

Secundaire arbeidsvoorwaarden. Een vergelijking van primaire arbeidsvoorwaarden geeft slechts een partieel inzicht in de aantrekkelijkheid van de publieke sector umc’s als werkgever. Uitruil tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden maakt de publieke sector maken umc’s voor sommige werknemers meer of minder aantrekkelijk. Daarom biedt Tabel 7.1 4.1 een globale vergelijking van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals die zijn omschreven in de cao van de waterschappen voor umc’s met de secundaire arbeidsvoorwaarden uit de meest recente cao’s van een tiental private sectoren. Tabel 7.1 4.1 Overzicht van secundaire arbeidsvoorwaarden bij de waterschappen umc’s versus private sector-sector cao’s Voltijdsduur werkweek ++ Vergoeding thuiswerken + Vakantie-uren en feestdagen 0 ++ Vergoeding apparaten 0 Extra uitkeringen 0 Verlofregeling ouderschap ++ Toelagen overwerk 0 Verlofregeling zorg ++ ouderschap 0 Toelagen onregelmatige diensten 0 Opleidingsfaciliteiten Verlofregeling zorg + Toelagen bereikbaarheid / recht onbereikbaarheid + Opleidingsfaciliteiten ++ Duurzame inzetbaarheid 0 + Bron: Openbaar gepubliceerde cao’s, bewerking SEO Economisch Onderzoek (2023) Noot: ++ = veel ruimere regeling, + = ruimere regeling, 0 = vergelijkbare regeling/onduidelijk, - = minder ruime regeling, -- = zeer veel minder ruimere regeling. De volgende private sector-cao’s uit de private sector zijn meegenomen in de vergelijking: retail-retail- non food, bouw en infra, schoonmaak- en glazenwasbedrijf, beroepsgoederenvervoer over de weg, woondiensten, metaal elektro, koninklijke Koninklijke horeca Nederland, Nouryon chemicals, levensmiddelenbedrijf levensmidddelenbedrijf en DSM. Bij In de waterschappen umc’s bedraagt de standaard werkweek 36 uur, terwijl deze in de private sector doorgaans 40 uur bedraagtbedraagt.5 Dit heeft vooral voordelen voor werknemers met een minimumloon, aangezien het minimumloon per uur gunstiger is bij een kortere werkweek. Bovendien zijn biedt een werkweek van 36 uur vaak meer flexibiliteit bij het plannen van werktijden, zonder dat dit ten koste gaat van verlofdagen. Denk hierbij aan de secundaire arbeidsvoorwaarden bij mogelijkheid om bijvoorbeeld 4 dagen van 9 uur te werken of om eens in de waterschappen over het algemeen uitgebreidertwee weken een extra vrije dag op te nemen. Daarnaast hebben umc’s geen extra eenmalige uitkering afgesproken in de cao voor werknemers. Dit omvat bijvoorbeeld een toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten, die werknemers ontvangen als ze vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moeten zijn buiten is vergelijkbaar met de normale werktijden om. Daarnaast zijn de verlofregelingen royaler dan cao’s in de private sector, . De toeslagen / toelagen voor overwerk en onregelmatige diensten zijn ook vergelijkbaar met volledige doorbetaling tijdens ouderschapsverlof en de mogelijkheid om doorbetaald kortdurend zorgverlof op te nemen tegen 75 procent cao’s in de private sector. In beide groepen cao’s is er enkel compensatie in de vorm van het inkomengeld mogelijk. Een ander voordeel is Wel hebben werknemers bij umc’s het recht op een thuiswerkbudget, die om onbereikbaar te zijn. Dit is veelal niet is opgenomen aanwezig in de cao’s in de private sector. Ook zijn er vergoedingen op het gebied van private sectoren. Tot slot hebben de waterschappen uitgebreidere regelingen voor opleidingsmogelijkheden, met een persoonlijk basisbudget voor opleidingen thuiswerken (€2,- netto per dag) en aanvullende vergoedingen voor opleidingskostenhet verstrekken van maaltijden en een telefoon. Bijlage A bevat Ten slotte zijn de opleidingsfaciliteiten binnen de umc’s beter geregeld dan in vergelijkbare cao’s in de private sector. Zo wordt functiegerichte scholing in opdracht van de werkgever volledig vergoed en scholing gericht op employability voor 50 procent vergoed. Ook in het kader van duurzame inzetbaarheid scoren de umc’s goed door de aanwezigheid van een nadere toelichting op de secundaire arbeidsvoorwaardengeneratiebeleid waar lokaal verder invulling aan wordt gegeven.