Primair onderwijs Voorbeeldclausules

Primair onderwijs. In 2022 ligt het gemiddelde bruto uurloon voor werknemers in het primair onderwijs hoger dan dat voor vergelijkbare werknemers in andere sectoren. Daarmee heeft het primair onderwijs een flinke inhaalslag gemaakt in de beloning sinds 2013. Verder kent de cao voor het primair onderwijs een ruimere invulling van secundaire arbeidsvoorwaarden dan de meeste cao’s in de private sector. Het primair onderwijs omvat alle werknemers in het regulier en speciaal basisonderwijs, van docenten en schoolleiders tot onderwijsassistenten en andere ondersteunende functies. Het betreft ongeveer 190 duizend werknemers die onder de cao van het primair onderwijs vallen. In de onderzoekspopulatie blijven er na afbakening en verwijdering van waarnemingen met onbekende achtergrondkenmerken (voornamelijk opleidingsniveau) ongeveer 165 duizend over. De onderzoekspopulatie is afgebakend op grond van de SBI-code voor het primair onderwijs en is beperkt tot reguliere werknemers zoals beschreven in Hoofdstuk 2. Alle waarnemingen met ontbrekende relevante achtergrondkenmerken zijn uit de onderzoekspopulatie verwijderd. In verreweg de meeste gevallen betreft dat het opleidingsniveau, dat vooral ontbreekt voor oudere werknemers en voor werknemers zonder hbo- of wo-diploma (zie uitleg in Hoofdstuk 2). Daarmee is de onderzoekspopulatie niet volledig representatief voor het totale personeelsbestand in het primair onderwijs. Van de onderzoekspopulatie is twee derde docent, 90 procent hoogopgeleid, 85 procent vrouw, 78 procent heeft een vast contract, 27 procent is 50 jaar of ouder en 26 procent heeft een dienstverband van 30 uur of meer (standaard voltijd werkweek bedraagt in het primair onderwijs 40 uur). Ten opzichte van het werkelijke personeelbestand is het aantal hoogopgeleiden in de onderzoekspopulatie oververtegenwoordigd en het aantal oudere werknemers ondervertegenwoordigd. Omdat het eerste leidt tot een overschatting van het werkelijke gemiddelde uurloon in het primair onderwijs (hoogopgeleiden verdienen meer dan laag- of middelbaar opgeleiden) en het tweede tot een onderschatting (oudere werknemers verdienen meer dan jongere werknemers), is niet op voorhand te zeggen in welke richting het in dit hoofdstuk gevonden gemiddelde bruto uurloon afwijkt van het daadwerkelijke gemiddelde uurloon in het primair onderwijs. Tegelijkertijd betekent het feit dat de onderzoekspopulatie niet geheel representatief is voor het werkelijke personeelsbestand niet dat er geen goede vergelijking van gemi...
Primair onderwijs. In het PO was al een tijdelijke afspraak gemaakt over de besteding van de vrijval van de pensioenpremie in 2015. Deze vrijval levert voor het PO 0,72% loonruimte op. Daarmee wordt in 2015 een eenmalige verhoging van de uitkering op de Dag van de Leraar gefinancierd met €328 (van € 200 naar €528). Deze afspraak blijft staan. Daarbovenop komt er in 2015 een structurele salarisverhoging van 1,25% per 1 september én een eenmalige uitkering van €500 (bij een volledige betrekking) in september. In 2016 komt er een structurele salarisverhoging van 3% vanaf 1 januari. Daarvan komt 1,4 procentpunt uit een lagere pensioenpremie. Samen met de nog structureel te besteden vrijval van de pensioenpremie 2015 kan het salaris vanaf 1 januari 2016 met 3,72% omhoog. Daarnaast verbetert het netto loon vanaf 1 januari 2016 met ongeveer 0,5%, doordat het werknemersdeel van de pensioenpremie omlaag gaat. Voortgezet onderwijs en Middelbaar Beroepsonderwijs In het VO en MBO is de vrijval van de pensioenpremie in 2015 nog niet besteed in een nieuwe cao. Dat betekent dat er daaruit nog ruimte is voor een salarisverhoging van ongeveer 0,8% met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015. Daarbovenop komt er in 2015 een structurele salarisverhoging van 1,25% per 1 september én een eenmalige uitkering van €500 (bij een volledige betrekking) in september. In 2016 komt er een structurele salarisverhoging van 3% vanaf 1 januari. Daarvan komt 1,4 procentpunt uit een lagere pensioenpremie. Daarnaast verbetert het netto loon vanaf 1 januari 2016 met ongeveer 0,5%, doordat het werknemersdeel van de pensioenpremie omlaag gaat.
Primair onderwijs. HBO/Universitair
Primair onderwijs. I Weigering gebaseerd op gegevens van de ouder(s)

Related to Primair onderwijs