Algemene vergadering 4.1.1 Partijen benoemen elk een bestuurder als vertegenwoordiger van die partij voor het uitoefenen van de aandeelhoudersrechten die die partij heeft, zoals het stemmen in en buiten de Algemene Vergadering (AV). De AV besluit tenminste over: ₋ Xxxxxxxxx en ontslag van de Raad van Commissarissen ₋ Xxxxxxxxx en ontslag van de directie ₋ Xxxxxxxxx en ontslag van de accountant ₋ Het vaststellen van het Meerjarenprogramma en de meerjarenbegroting ₋ Goedkeuring voor een overdracht van aandelen in OMVV ₋ Deelname in PPS-verbanden en/of oprichten van vennootschappen door OMVV ₋ Ontbinding van OMVV ₋ Wijziging van de statuten van OMVV ₋ Majeure strategische besluiten. 4.1.2 De AV wordt voorgezeten door de voorzitter van de Raad van Commissarissen. De AV vergadert tenminste één keer per jaar alsmede in voorkomende gevallen dat de voorzitter van de AV op basis van een schriftelijk verzoek van één van de aandeelhouders of de Raad van Commissarissen hiertoe beslist. 4.1.3 Op basis het in 4.4 geregelde aandelenbezit zal de provincie 50% van de stemmen uitoefenen, terwijl de gemeenten op basis van het in 4.4 geregelde aandelenbezit in totaal de overige 50% van de stemmen uitoefenen. 4.1.4 Besluitvorming in de AV vindt plaats op basis van: a. een 80% meerderheid van stemmen bij majeure strategische besluiten; b. een volstrekte meerderheid van stemmen bij alle overige besluiten. In de statuten van de OMVV zal worden omschreven welke besluiten worden aangemerkt als majeure strategische besluiten en of voor besluitvorming over deze besluiten een aanwezigheidsquorum in de AV zal gelden. 4.1.5 Indien in een AV geen meerderheid van stemmen wordt bereikt, is het voorstel verworpen. Een aandeelhouder die dat wenst, kan desalniettemin een verworpen voorstel wederom agenderen in een volgende AV. Indien het voorstel dan wederom geen meerderheid van stemmen wordt bereikt, zal het voorstel besproken worden in het Bestuurlijk Partneroverleg. Indien in het Bestuurlijk Partneroverleg geen overeenstemming wordt bereikt over het aannemen van het desbetreffende voorstel, is het voorstel verworpen en geldt zulks niet als geschil als bedoeld in artikel 15. 4.1.6 De aandeelhouders zullen in de AV van tijd tot tijd de bezoldiging van de commissarissen vaststellen, daartoe kan iedere aandeelhouder een voorstel doen. 4.1.7 De leden van de AV zullen elk hun gemeenteraad of provinciale staten informeren over belangrijke ontwikkelingen, planning en voortgang alsmede aan hun gemeenteraad of provinciale staten verantwoording afleggen over het door hen gevoerde beleid ter zake OMVV. Ter voorkoming van misverstanden zullen Partijen trachten de informatie die zij over OMVV verstrekken zoveel mogelijk gelijk te laten luiden, bijvoorbeeld op basis van een door OMVV jaarlijks aan de Partijen te verstrekken 'maatschappelijke verantwoording' waarin die onderwerpen over het beleid en de realisatie daarvoor door OMVV worden beschreven, die de AV gewenst achten.
Bestuursvergaderingen 1. Het bestuur vergadert tenminste éénmaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee bestuursleden dit nodig achten. 2. De wijze en termijn van oproeping worden bij bestuursbesluit geregeld.
Buitengebruikstelling 21.1 Opdrachtnemer heeft het recht geleverde producten en diensten (tijdelijk) buiten gebruik te stellen en/of het gebruik ervan te beperken indien opdrachtgever ter zake van de overeenkomst een verplichting jegens opdrachtnemer niet nakomt. Opdrachtnemer zal opdrachtgever hiervan tevoren in kennis stellen, tenzij xxxxx niet van opdrachtnemer in redelijkheid kan worden verlangd. De verplichting tot betaling van de verschuldigde bedragen blijft ook tijdens buitengebruikstelling bestaan. 21.2 Tot indienststelling wordt weer overgegaan indien opdrachtgever binnen een door opdrachtnemer gestelde termijn zijn verplichtingen is nagekomen.
Vergaderingen Het Auditcomité vergadert zo vaak als nodig is voor de goede werking van het Comité, maar komt op zijn minst vier maal per jaar bijeen. Voor zover als mogelijk, worden de vergaderingen jaarlijks van tevoren vastgelegd en vinden deze zo kort mogelijk voor de vergaderingen van de Raad van Bestuur plaats. De vergaderingen van het Auditcomité worden in beginsel bijeengeroepen door de secretaris van het Auditcomité, in overleg met de voorzitter van het Auditcomité. Elk lid van het Auditcomité mag aan de voorzitter vragen om een vergadering van het Auditcomité bijeen te laten roepen. Behalve in dringende gevallen (onderworpen aan de beoordeling van de voorzitter van het Auditcomité), wordt de oproepingsbrief (met inbegrip van de agenda van de vergadering) tenminste vijf werkdagen vóór de vergadering toegezonden aan alle leden van het Auditcomité. Voor elk agendapunt wordt zoveel mogelijk schriftelijke informatie verschaft en worden relevante documenten toegevoegd aan de oproepingsbrief. Indien alle leden aanwezig of geldig vertegenwoordigd zijn, dient de naleving van de oproepingsformaliteiten niet te worden nagegaan. Het Auditcomité kan geldig beraadslagen en besluiten over de agendapunten op voorwaarde dat tenminste de helft van zijn leden aanwezig of geldig vertegenwoordigd is. Besluiten worden genomen met meerderheid van de stemmen uitgebracht door de leden van het Comité die aanwezig of geldig vertegenwoordigd zijn. De vergaderingen kunnen door middel van een conference call gehouden worden. De Voorzitter van de Raad van Bestuur is te allen tijde uitgenodigd om de vergaderingen van het Auditcomité bij te wonen, zelfs indien hij of zij hier geen lid van is. De Commissaris kan de voorzitter van het Auditcomité verzoeken een vergadering van het Auditcomité bij te mogen wonen. Het Auditcomité heeft minstens twee maal per jaar een ontmoeting met de Commissaris en de Directeur ACR, om met hen te overleggen over aangelegenheden die tot de bevoegdheden van het Auditcomité behoren en alle aangelegenheden die voortvloeien uit het auditproces (in het bijzonder de belangrijke zwaktes van de interne controle). Om zijn controlefunctie zo efficiënt mogelijk uit te oefenen, kan het Auditcomité apart vergaderen met het Uitvoerend Management, de interne auditors en de Commissaris. Het Auditcomité is derhalve vrij om op geregelde tijdstippen afzonderlijk met elk van hen te vergaderen. Teneinde zijn efficiëntie te verhogen, beslist het Auditcomité welke personen de vergaderingen van het Auditcomité mogen bijwonen zonder lid te zijn. Het kan onder meer ook aan vertegenwoordigers van het Uitvoerend Management vragen om zijn vergaderingen bij te wonen teneinde het Auditcomité in te lichten over bepaalde aangelegenheden. Indien nodig, en na de Voorzitter van de Raad van Bestuur hierover voorafgaandelijk te hebben ingelicht, kan het Auditcomité, op kosten van de Vennootschap, extern professioneel advies inwinnen over onderwerpen die tot haar bevoegdheid behoren. Ieder lid van het Auditcomité heeft toegang tot de boeken, gegevens en kantoren van de Vennootschap en van haar Dochtervennootschappen en heeft de toelating gesprekken te voeren met het leidinggevende personeel en/of werknemers van de Vennootschap en van haar Dochtervennootschappen, voor zover dit nodig is of nuttig kan zijn voor een goede vervulling van zijn taak. Een lid van het Auditcomité oefent dit recht uit in overleg met de voorzitter van het Auditcomité. Hiertoe kan het Auditcomité zich richten tot de Secretaris. Elk lid van het Auditcomité dient het Auditcomité in kennis te stellen van: - elk rechtstreeks of onrechtstreeks financieel belang bij enige aangelegenheid waarop het Auditcomité moet toezien; of - elk belangenconflict dat zou kunnen ontstaan omwille van andere mandaten die hij of zij vervult. Dit lid mag niet deelnemen aan de beraadslaging en de stemming over beslissingen van het Auditcomité waaromtrent zulk financieel belang of belangenconflict bestaat en, indien vereist door de Raad van Bestuur, neemt dit lid ontslag als lid van het Auditcomité.
Eindejaarsuitkering 1. De werkgever kent de werknemer, met wie een onafgebroken dienstverband van tenminste twee maanden bestaat in de loop van december een uitkering toe van 2% van het in de voorafgaande 12 maanden bij de werkgever verdiende inkomen zoals bedoeld in artikel 1b lid 17 van de CAO. Niet meegenomen bij het inkomen is de vakantietoeslag en de toeslag zelve, alsmede de ontvangen wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid. 2. Wordt het dienstverband anders dan op grond van een dringende reden ex art. 7:678 Burgerlijk Wetboek beëindigd, dan wordt voor iedere maand van het dienstverband waarvoor deze uitkering nog niet is verstrekt 1/12 van deze uitkering gegeven. 3. Indien in een onderneming enigerlei regeling bestaat, niet zijnde een belastingvrije uitkering of een vleespakket, dan wordt de uitkering als bedoeld in lid 1 en 2 met deze uitkering verrekend.
Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.
Studiekostenregeling De werkgever heeft de mogelijkheid terzake van de in de artikelen 43 en 44 genoemde kosten voor aanvang van de opleiding een studiekostenregeling aan z'n werknemers voor te leggen. Deze studiekostenregeling verplicht de werknemer: - bij ontslagname van de werknemer binnen een jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 75% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen twee jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 50% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen; - bij ontslagname van de werknemer binnen drie jaar na het behalen van het diploma/certificaat: 25% van de kosten van de genoten opleiding terug te betalen.
Onderaannemers 9.1. De waarborg is verworven indien de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekeringnemer in het gedrang komt ingevolge schade veroorzaakt aan derden door onderaannemers, ten gevolge van werken uitgevoerd in het kader van de verzekerde activiteit. 9.2. Blijven uitgesloten: - de persoonlijke aansprakelijkheid van de onderaannemers, - de schade die niet zou gedekt zijn als de onderaannemer de hoedanigheid van verzekerde had. 9.3. De maatschappij behoudt zijn verhaalsrecht tegen de onderaannemer.
Het toetsingskader Algemeen
Terbeschikkingstelling 3.5.1.1 Indien in het kader van het Riskmanagement door Opdrachtnemer Personeel aan Opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld voor de duur van een project, is Opdrachtgever gehouden om, zodra hem bekend is op welke datum het project eindigt, Opdrachtnemer onmiddellijk, doch in ieder geval een maand voor het einde van het project, daarvan schriftelijk op de hoogte te stellen. 3.5.1.2 Opdrachtgever staat er voor in dat de arbeidsduur en werktijden van het aan Opdrachtgever ter beschikking gestelde Personeel voldoen aan VPB-CAO en aan de wettelijke voorschriften. Aanvang en duur van de vakantie wordt vastgesteld in onderling overleg tussen Opdrachtgever, Opdrachtnemer en het ter beschikking gestelde Personeel. 3.5.1.3 Opdrachtgever is de vergoeding voor het ter beschikking stellen van Personeel verschuldigd over de volledig overeengekomen arbeidsomvang, vermeerderd met een vergoeding voor eventueel meer gewerkte uren en door het Personeel gemaakte onkosten, tenzij het Personeel niet werkzaam is geweest wegens ziekte, arbeidsongeschiktheid, verlof of een andere reden die in de risicosfeer ligt van Opdrachtnemer. Indien buiten de gebruikelijke werktijden werkzaamheden worden verricht gelden de met Opdrachtgever overeengekomen toeslagen. 3.5.1.4 Opdrachtnemer factureert aan de hand van de door Opdrachtgever voor akkoord getekende urenverantwoording van het Personeel. Opdrachtgever is verantwoordelijk voor de juiste invulling van gewerkte uren en overuren en van door het Personeel gemaakte onkosten. 3.5.1.5 Indien Opdrachtgever weigert de urenverantwoording voor akkoord te tekenen heeft Opdrachtnemer het recht het aantal door het Personeel gewerkte uren zelf vast te stellen overeenkomstig de opgave van de werknemer dan wel, bij gebreke van een dergelijke opgave, vast te stellen op de overeengekomen arbeidsomvang.