Springstoffenvergunning Voorbeeldclausules

Springstoffenvergunning. Volgens het Algemeen Reglement op de Springstoffen is voor de productie en/of opslag van ontplofbare stoffen, munitie en vuurwerk een springstoffenvergunning nodig. Dergelijke bedrijven worden ingedeeld in twee klassen. Een 1ste klasse vergunning moet aangevraagd worden bij de provincie, een 2de klasse bij de gemeente.

Related to Springstoffenvergunning

  • Vergunning De vergunning als bedoeld in artikel 2:65 onder a Wft, die de Autoriteit Financiële Markten heeft verleend aan de Beheerder.

  • Huurovereenkomst De bepalingen van artikel 10 zijn eveneens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de verzekeringnemer op het omschreven motorrijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst.

  • Beveiligingsmaatregelen 6.1 Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treft Verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen. De beveiligingsmaatregelen die thans zijn genomen, zijn in Annex 2 bepaald.

  • Verkeersongeval Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.

  • Bronnen 1. De werknemer kan kiezen uit de navolgende bronnen in tijd en geld:

  • Verhuiskostenvergoeding De te vergoeden verhuiskosten zijn:

  • Waarborgen De pensioeninstelling verbindt er zich toe de in de Bijzondere Voorwaarden verzekerde prestaties uit te keren ingeval de aangeslotene slachtoffer wordt van een lichamelijk ongeval. Als ongeval wordt uitsluitend aanzien iedere plotselinge en abnormale gebeurtenis die veroorzaakt wordt door een van buiten komende kracht. Voor zover het overlijden van de aangeslotene rechtstreeks het gevolg is van een ongeval en zich voordoet binnen één jaar na het ongeval, betaalt de pensioeninstelling de verzekerde prestatie aan de begunstigde bij overlijden. Bij volledige en bestendige invaliditeit van de aangeslotene wordt de verzekerde prestatie uitbetaald aan de begunstigde bij leven. De bestendige invaliditeit zal vastgesteld worden na heling van de letsels en ten laatste één jaar na het ongeval. De graad van de bestendige invaliditeit voortvloeiend uit een gewaarborgd ongeval dient uitsluitend in België vastgesteld te worden. Dit gebeurt op basis van de Europese Schaal ter bepaling van de graad van lichamelijke en geestelijke invaliditeit. Daarbij zal geen rekening gehouden worden met het uitgeoefende beroep. Een bestendige invaliditeit van 67% of meer wordt als volledig beschouwd.

  • Weigeringsgronden De aanvullende uitkering, de WAO- of de WIA-vervangende uitkering en/of de uitkering bij arbeidsongeschiktheid tussen 15 en 35%, wordt beëindigd of niet toegekend indien de werknemer: - passende werkzaamheden weigert of door zijn toedoen verliest; - wordt geschorst, als bedoeld in artikel 2.5 van de cao; - geen medewerking verleent aan handelin- gen die de werkgever noodzakelijk vindt; - door zijn toedoen zijn recht op wettelijke uitkeringen verliest dan wel niet geldend kan maken; - tijdens de opzegtermijn arbeidsongeschikt is geworden; - geen medewerking verleent om de hem toekomende wettelijke uitkeringen via de werkgever te laten uitbetalen. Behoudens het bepaalde in artikel 11.1, eindigt de aanvullende uitkering en de WAO-vervan- gende uitkering bij de beëindiging van het dienstverband.

  • Duurovereenkomsten Wanneer de werkzaamheden van de opdrachtnemer bestaan uit het bij herhaling verrichten van soortgelijke werkzaamheden, dan zal de daarvoor geldende overeenkomst, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, gelden voor onbepaalde tijd. Deze overeenkomst kan slechts worden beëindigd door schriftelijke opzegging, met inachtneming van een redelijke opzegtermijn van ten minste drie maanden.

  • Eindejaarsuitkering 1. De werknemer die in een kalenderjaar op enig moment in dienst is bij een instelling, ontvangt een eindejaarsuitkering van 8,33%.