Sterfte Voorbeeldclausules

Sterfte voor mannen: de door het Koninklijk Actuarieel Genootschap 2020 gepubliceerde prognosetafels AG • voor vrouwen: de door het Koninklijk Actuarieel Genootschap in 2020 gepubliceerde prognosetafels AG en toepassing van een correctietabel met de volgende ijkpunten. Leeftijd Correctiefactor Mannen Vrouwen 20 0,465 0,786 30 0,465 0,786
Sterfte. De sterftekansen van mannen en vrouwen zijn ontleend aan de meest recente overlevingstafel door het Actuarieel Genootschap gepubliceerd, toegepast met generieke inkomensafhankelijke correctiefactoren per leeftijd en geslacht. De sterftekansen van kinderen met ingegaan wezenpensioen worden op nul gesteld. Voor niet-ingegaan wezenpensioen wordt geen voorziening getroffen.
Sterfte. Voor de vaststelling van de uitgaande kasstromen van het ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen hanteert het Pensioenfonds de meest recente prognosetafel die door het Actuarieel Genootschap is gepubliceerd, indien het Bestuur tot hantering daarvan besloten heeft. Aanpassing van de prognosetafel vindt plaats per 31 december van het kalenderjaar waarin het Actuarieel Genootschap de prognosetafel publiceert. Vanaf 31 december 2022 hanteert het pensioenfonds de AG2022 prognosetafel. Op de prognosetafel is voor zowel mannen als vrouwen een leeftijdsafhankelijke correctiefactor toegepast, door middel van fonds specifieke ervaringssterfte, welke is vastgesteld op basis van het ervaringssterftemodel van Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxx. In bijlage 4 van deze ABTN is een tabel met de betreffende correctiefactoren opgenomen. De ervaringssterftefactoren worden minimaal om de drie jaar getoetst. Het pensioenfonds past haar ervaringssterftefactoren altijd aan indien bij de toets blijkt dat de bestaande set ervaringssterfte op basis van backtesting niet binnen het 95% betrouwbaarheidsinterval valt. De bestaande ervaringssterftefactoren worden dan vervangen door de via het ervaringssterftemodel nieuw vastgestelde ervaringssterftefactoren. Indien de bestaande ervaringssterftefactoren wel voldoen aan het 95% betrouwbaarheidsinterval, vervangt het pensioenfonds de bestaande ervaringssterftefactoren door de nieuw vastgestelde ervaringssterftefactoren, indien ten tijde van de toets:  De beleidsdekkingsgraad ligt onder het VEV;  De beleidsdekkingsgraad ligt tussen het VEV en 5%-punt daarboven en de toename of afname van de voorziening door toepassing van de nieuwe ervaringssterftefactoren minimaal 0,25% bedraagt;  De beleidsdekkingsgraad meer dan 5% punt boven het VEV ligt en de toename of afname van de voorziening door toepassing van de nieuwe ervaringssterftefactoren minimaal 0,50% bedraagt; Ten aanzien van de uit te voeren back test is in het beleid het volgende opgenomen:  De backtest wordt uitgevoerd over een periode van 10 jaar;  Voor de conclusies uit de backtest gekeken wordt naar de gehele periode voor mannelijke deelnemers, vrouwelijke deelnemers en nabestaanden afzonderlijk en dat hierbij ook de test voor mannelijke en vrouwelijke deelnemers voor en na pensioendatum wordt betrokken. Aanpassing van ervaringssterftefactoren vindt plaats per 31 december van het kalenderjaar waarin de toetsing heeft plaatsgevonden. De laatste toetsing heeft in 2022 plaatsgevonden. Op ba...
Sterfte. De sterftekansen voor mannen en vrouwen zijn ontleend aan de door SPKB gehanteerde prognosetafel (nu: de door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde prognosetafel AG prognosetafel 2014), toegepast met de sterftekanscorrectiefactoren die door het Fonds zijn vastgesteld (nu: Xxxxxx, inkomensklasse ‘hoog’).
Sterfte. Bij sterfte van een zwerfdier binnen 14 dagen worden de resterende dagen niet in rekening gebracht;