TAALVEREISTEN VOOR PERSONEEL MET DE BEVOEGDHEID “OTW”. 4.4.1 ALGEMENE BEPALINGEN Wanneer de kennis van de andere landstaal of van één van de 2 landstalen wordt vereist, moet de taalkennis van de “OTW” hem ten minste toelaten om: ⮚ mondelinge mededelingen uit te wisselen over de veiligheid en de organisatie van het werk met het personeel van Infrabel; ⮚ veiligheidscommunicaties uit te wisselen die gebaseerd zijn op geformaliseerde procedures, die gebruik maken van schriftelijke berichten en formulieren en/of boekjes, die door Infrabel zijn opgelegd. Het niveau van taalkennis voor personeel met de bevoegdheid “OTW” werd in functie van de taken en de beperkte risico’s op "sporen tijdelijk gesloten voor het normale verkeer" bepaald op niveau A2. De taalkennis wordt: ⮚ geëvalueerd tijdens het examen georganiseerd volgens de bepalingen die van toepassing zijn voor de certificering van de “OTW”; ⮚ geëvalueerd door een examinator met een taalniveau van minstens 1 niveau hoger; ⮚ vermeld op het “Certificaat OTW” afgeleverd door Infrabel als bewijs van de certificering van de houder in de hoedanigheid van “OTW”.