Common use of Toetsinkomen Clause in Contracts

Toetsinkomen. 1. Het toetsinkomen dient te worden vastgesteld conform Norm 6 met inachtneming van het gestelde in dit Artikel en Artikel C2. 2. Indien sprake is van inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd met of zonder dat sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, tenzij: - de werkgever heeft aangekondigd dat het dienstverband niet wordt verlengd, of - de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst minder dan 2 maanden bedraagt. 3. Indien het inkomen niet vastgesteld kan worden conform lid 2, dan mag het inkomen bepaald worden als of er sprake is van inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie en wordt als toetsinkomen gehanteerd het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en de jaaropgaven van eventuele loonvervangende uitkeringen, tenzij het inkomen uit het laatste jaar hoger is dan het gemiddelde inkomen. In dat geval wordt het inkomen uit het laatste jaar als toetsinkomen gehanteerd. 4. Indien sprake is van een perspectiefverklaring mag, in afwijking van het gestelde onder lid 3, het inkomen worden gehanteerd conform Norm 6.3.5. 5. Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring conform Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst (Norm 6.2), voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht en mits geen sprake is van een recente of te verwachten inkomensdaling. Indien sprake is van een recente of te verwachten inkomensstijging, kan het inkomen ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst, mits dit leidt tot woningbehoud. 6. Indien sprake is van inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf, dient het toetsinkomen te worden vastgesteld door middel van een Inkomensverklaring Ondernemer conform Norm 6.4.1. 7. Indien sprake is van inkomen uit een (sociale) uitkering die niet blijvend van aard is, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, mits voor minimaal 3 jaar zekerheid bestaat over de hoogte van de uitkering. 8. Indien sprake is van inkomen dat wordt verkregen uit partneralimentatie ten gunste van de aanvrager wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd mits de aanvrager nog minimaal 3 jaar recht heeft op de alimentatie. Voorwaarde hierbij is dat de alimentatieontvangst schriftelijk is overeengekomen. 9. Bij het vaststellen van het toetsinkomen geldt dat het inkomen uit naderend pensioen buiten beschouwing wordt gelaten, tenzij de geldnemer binnen 3 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken. In dat geval wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd met het daarbij behorende financieringslastpercentage.

Appears in 6 contracts

Samples: Voorwaarden & Normen, Voorwaarden & Normen, Voorwaarden & Normen

Toetsinkomen. 1. Het toetsinkomen dient te worden vastgesteld conform Norm 6 met inachtneming van het gestelde in dit Artikel en Artikel C2Artikel. 2. Indien sprake is van inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd met of zonder dat sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4, 6.1.4 wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, tenzij: - de werkgever heeft aangekondigd dat het dienstverband niet wordt verlengd, of - de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst minder dan 2 maanden bedraagtbedraagt In die gevallen dient het toetsinkomen te worden vastgesteld overeenkomstig lid 3 of 4. 3. Indien het inkomen niet vastgesteld kan worden conform lid 2, dan mag het inkomen bepaald worden als of er sprake is van inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie en arbeidsrelatie, wordt als toetsinkomen gehanteerd het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en de jaaropgaven van eventuele loonvervangende uitkeringen, tenzij het inkomen uit het laatste jaar hoger is dan het gemiddelde inkomen. In dat geval wordt het inkomen uit het laatste jaar als toetsinkomen gehanteerd. 4. Indien sprake is van een perspectiefverklaring mag, in afwijking van het gestelde onder lid 3, het inkomen worden gehanteerd conform Norm 6.3.56.2.5. 5. Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring conform Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst (Norm 6.2), voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht en mits geen sprake is van een recente of te verwachten inkomensdaling. Indien sprake is van een recente of te verwachten inkomensstijging, kan het inkomen ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst, mits dit leidt tot woningbehoud. 6. Indien sprake is van inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijfbedrijf waaruit niet de laatste 3 volledige kalenderjaren inkomen is genoten, dient wordt als toetsinkomen gehanteerd de gemiddelde nettowinst over de kalenderjaren waarover wel inkomensgegevens beschikbaar zijn en de nettowinst van het toetsinkomen te worden vastgesteld door middel lopende jaar op basis van een Inkomensverklaring Ondernemer conform Norm 6.4.1inkomensprognose van een accountant, met als maximum het laagste inkomen uit het meest recente kalenderjaar en de inkomensprognose. 76. Indien sprake is van inkomen uit een (sociale) uitkering die niet blijvend van aard is, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, mits voor minimaal 3 jaar zekerheid bestaat over de hoogte van de uitkering. 87. Indien sprake is van inkomen dat wordt verkregen uit partneralimentatie ten gunste van de aanvrager wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd mits de aanvrager nog minimaal 3 jaar recht heeft op de alimentatie. Voorwaarde hierbij is dat de alimentatieontvangst schriftelijk is overeengekomen. 98. Bij het vaststellen van het toetsinkomen geldt dat het inkomen uit naderend pensioen buiten beschouwing wordt gelaten, tenzij de geldnemer binnen 3 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken. In dat geval wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd met het daarbij behorende financieringslastpercentage.

Appears in 3 contracts

Samples: Borgtocht, Borgtocht, Borgtocht

Toetsinkomen. 1. Het toetsinkomen dient te worden vastgesteld conform volgens Norm 6 met inachtneming van het gestelde in dit Artikel en Artikel C2. 2. Indien sprake is van inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd met of zonder dat sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, tenzij: - de werkgever heeft aangekondigd dat het dienstverband niet wordt verlengd, of - de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst minder dan 2 maanden bedraagtis. Dit is van toepassing voor alle arbeidsovereenkomsten. 3. Indien het inkomen niet vastgesteld kan worden conform volgens lid 2, dan mag het inkomen bepaald worden als of alsof er sprake is van inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie en wordt als toetsinkomen gehanteerd het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en de jaaropgaven van eventuele loonvervangende uitkeringen, tenzij het inkomen uit het laatste jaar hoger is dan het gemiddelde inkomen. In dat geval wordt het inkomen uit het laatste jaar als toetsinkomen gehanteerd. 4. Indien sprake is van een perspectiefverklaring mag, in afwijking van het gestelde onder lid 3, het inkomen worden gehanteerd conform volgens Norm 6.3.5. 5. Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring conform volgens Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst (Norm 6.2), voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht en mits geen sprake is van een recente of te verwachten inkomensdaling. Indien sprake is van een recente of te verwachten inkomensstijging, kan het inkomen ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst, mits dit leidt tot woningbehoud. 6. Indien sprake is van inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf, dient het toetsinkomen te worden vastgesteld door middel van een Inkomensverklaring Ondernemer conform volgens Norm 6.4.1. 7. Indien sprake is van inkomen uit een (sociale) uitkering die niet blijvend van aard is, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, mits voor minimaal 3 jaar zekerheid bestaat over de hoogte van de uitkering. 8. Indien sprake is van inkomen dat wordt verkregen uit partneralimentatie ten gunste van de aanvrager wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd mits de aanvrager nog minimaal 3 jaar recht heeft op de alimentatie. Voorwaarde hierbij is dat de alimentatieontvangst schriftelijk is overeengekomen. 9. Bij het vaststellen van het toetsinkomen geldt dat het inkomen uit naderend pensioen buiten beschouwing wordt gelaten, tenzij de geldnemer binnen 3 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken. In dat geval wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd met het daarbij behorende financieringslastpercentage.

Appears in 3 contracts

Samples: Voorwaarden en Normen, Voorwaarden en Normen, Voorwaarden en Normen

Toetsinkomen. 1. Het toetsinkomen dient te worden vastgesteld conform Norm 6 met inachtneming van het gestelde in dit Artikel en Artikel C2Artikel. 2. In de volgende situaties dient het toetsinkomen op de volgende wijze te worden vastgesteld: a. Indien sprake is van inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd met of zonder dat sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4, 6.1.4 wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, gehanteerd tenzij: - o de werkgever heeft aangekondigd dat het dienstverband niet wordt verlengd, of - o de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst minder dan 2 maanden bedraagt. 3. b. Indien het inkomen niet vastgesteld kan worden conform lid 2, dan mag het inkomen bepaald worden als of er sprake is van inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie en de geldnemer van de afgelopen 3 kalenderjaren geen jaaropgaven kan overleggen, wordt als toetsinkomen gehanteerd het laagste van het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven beschikbare loonstroken van het loon voor de loonbelasting lopende jaar en de jaaropgaven van eventuele loonvervangende uitkeringen, tenzij het inkomen uit het laatste jaar hoger is dan het gemiddelde inkomen. In dat geval wordt het inkomen uit het laatste jaar als toetsinkomen gehanteerdwerkgeversverklaring. 4. Indien sprake is van een perspectiefverklaring mag, in afwijking van het gestelde onder lid 3, het inkomen worden gehanteerd conform Norm 6.3.5. 5. Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring conform Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst (Norm 6.2), voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht en mits geen sprake is van een recente of te verwachten inkomensdaling. Indien sprake is van een recente of te verwachten inkomensstijging, kan het inkomen ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst, mits dit leidt tot woningbehoud. 6. c. Indien sprake is van inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijfbedrijf waaruit niet de laatste 3 volledige kalenderjaren inkomen is genoten, dient wordt als toetsinkomen gehanteerd de gemiddelde nettowinst over de kalenderjaren waarover wel inkomensgegevens beschikbaar zijn en de nettowinst van het toetsinkomen te worden vastgesteld door middel lopende jaar op basis van een Inkomensverklaring Ondernemer conform Norm 6.4.1inkomensprognose van een accountant, met als maximum het laagste inkomen uit het meest recente kalenderjaar en de inkomensprognose. 7. d. Indien sprake is van inkomen uit een (sociale) uitkering die niet blijvend van aard is, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, mits voor minimaal 3 jaar zekerheid bestaat over de hoogte van de uitkering. 8. e. Indien sprake is van inkomen dat wordt verkregen uit partneralimentatie partner-alimentatie ten gunste van de aanvrager wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd mits de aanvrager nog minimaal 3 jaar recht heeft op de alimentatie. Voorwaarde hierbij is dat de alimentatieontvangst schriftelijk is overeengekomen. 9. Bij het vaststellen van het toetsinkomen geldt dat het inkomen uit naderend pensioen buiten beschouwing wordt gelaten, tenzij de geldnemer binnen 3 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken. In dat geval wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd met het daarbij behorende financieringslastpercentage.

Appears in 3 contracts

Samples: Borgtocht, Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht, Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht

Toetsinkomen. 13. Het toetsinkomen dient te worden vastgesteld conform Norm 6 met inachtneming van het gestelde in dit Artikel en Artikel C2Artikel. 24. In de volgende situaties dient het toetsinkomen op de volgende wijze te worden vastgesteld: a. Indien sprake is van inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd met of zonder dat sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4, 6.1.4 wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, gehanteerd tenzij: - o de werkgever heeft aangekondigd dat het dienstverband niet wordt verlengd, of - o de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst minder dan 2 maanden bedraagt. 3. b. Indien het inkomen niet vastgesteld kan worden conform lid 2, dan mag het inkomen bepaald worden als of er sprake is van inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie en de geldnemer van de afgelopen 3 kalenderjaren geen jaaropgaven kan overleggen, wordt als toetsinkomen gehanteerd het laagste van het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven beschikbare loonstroken van het loon voor de loonbelasting lopende jaar en de jaaropgaven van eventuele loonvervangende uitkeringen, tenzij het inkomen uit het laatste jaar hoger is dan het gemiddelde inkomen. In dat geval wordt het inkomen uit het laatste jaar als toetsinkomen gehanteerdwerkgeversverklaring. 4. Indien sprake is van een perspectiefverklaring mag, in afwijking van het gestelde onder lid 3, het inkomen worden gehanteerd conform Norm 6.3.5. 5. Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring conform Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst (Norm 6.2), voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht en mits geen sprake is van een recente of te verwachten inkomensdaling. Indien sprake is van een recente of te verwachten inkomensstijging, kan het inkomen ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst, mits dit leidt tot woningbehoud. 6. c. Indien sprake is van inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijfbedrijf waaruit niet de laatste 3 volledige kalenderjaren inkomen is genoten, dient wordt als toetsinkomen gehanteerd de gemiddelde nettowinst over de kalenderjaren waarover wel inkomensgegevens beschikbaar zijn en de nettowinst van het toetsinkomen te worden vastgesteld door middel lopende jaar op basis van een Inkomensverklaring Ondernemer conform Norm 6.4.1inkomensprognose van een accountant, met als maximum het laagste inkomen uit het meest recente kalenderjaar en de inkomensprognose. 7. d. Indien sprake is van inkomen uit een (sociale) uitkering die niet blijvend van aard is, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, mits voor minimaal 3 jaar zekerheid bestaat over de hoogte van de uitkering. 8. e. Indien sprake is van inkomen dat wordt verkregen uit partneralimentatie partner-alimentatie ten gunste van de aanvrager wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd mits de aanvrager nog minimaal 3 jaar recht heeft op de alimentatie. Voorwaarde hierbij is dat de alimentatieontvangst schriftelijk is overeengekomen. 9. Bij het vaststellen van het toetsinkomen geldt dat het inkomen uit naderend pensioen buiten beschouwing wordt gelaten, tenzij de geldnemer binnen 3 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken. In dat geval wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd met het daarbij behorende financieringslastpercentage.

Appears in 2 contracts

Samples: Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht, Algemene Voorwaarden Voor Borgtocht

Toetsinkomen. 1. Het toetsinkomen dient te worden vastgesteld conform Norm 6 met inachtneming van het gestelde in dit Artikel en Artikel C2Artikel. 2. Indien sprake is van inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd met of zonder dat sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4, 6.1.4 wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, tenzij: - de werkgever heeft aangekondigd dat het dienstverband niet wordt verlengd, of - de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst minder dan 2 maanden bedraagtbedraagt In deze twee gevallen dient het toetsinkomen te worden vastgesteld overeenkomstig lid 3 of 4. 3. Indien het inkomen niet vastgesteld kan worden conform lid 2, dan mag het inkomen bepaald worden als of er sprake is van inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie en arbeidsrelatie, wordt als toetsinkomen gehanteerd het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en de jaaropgaven van eventuele loonvervangende uitkeringen, tenzij het inkomen uit het laatste jaar hoger is dan het gemiddelde inkomen. In dat geval wordt het inkomen uit het laatste jaar als toetsinkomen gehanteerd. 4. Indien sprake is van een perspectiefverklaring mag, in afwijking van het gestelde onder lid 3, het inkomen worden gehanteerd conform Norm 6.3.5. 5. Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring conform Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst (Norm 6.2), voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht en mits geen sprake is van een recente of te verwachten inkomensdaling. Indien sprake is van een recente of te verwachten inkomensstijging, kan het inkomen ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst, mits dit leidt tot woningbehoud. 6. Indien sprake is van inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijfbedrijf waaruit niet de laatste 3 volledige kalenderjaren inkomen is genoten, dient wordt als toetsinkomen gehanteerd de gemiddelde nettowinst over de kalenderjaren waarover wel inkomensgegevens beschikbaar zijn en de nettowinst van het toetsinkomen te worden vastgesteld door middel lopende jaar op basis van een Inkomensverklaring Ondernemer conform Norm 6.4.1inkomensprognose van een accountant, met als maximum het laagste inkomen uit het meest recente kalenderjaar en de inkomensprognose. 76. Indien sprake is van inkomen uit een (sociale) uitkering die niet blijvend van aard is, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, mits voor minimaal 3 jaar zekerheid bestaat over de hoogte van de uitkering. 87. Indien sprake is van inkomen dat wordt verkregen uit partneralimentatie ten gunste van de aanvrager wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd mits de aanvrager nog minimaal 3 jaar recht heeft op de alimentatie. Voorwaarde hierbij is dat de alimentatieontvangst schriftelijk is overeengekomen. 98. Bij het vaststellen van het toetsinkomen geldt dat het inkomen uit naderend pensioen buiten beschouwing wordt gelaten, tenzij de geldnemer binnen 3 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken. In dat geval wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd met het daarbij behorende financieringslastpercentage.

Appears in 2 contracts

Samples: Borgtocht, Borgtocht

Toetsinkomen. 1. Het toetsinkomen dient te worden vastgesteld conform Norm 6 met inachtneming van het gestelde in dit Artikel en Artikel C2. 2. Indien sprake is van inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd met of zonder dat sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, tenzij: - de werkgever heeft aangekondigd dat het dienstverband niet wordt verlengd, of - de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst minder dan 2 maanden bedraagt. 3. Indien het inkomen niet vastgesteld kan worden conform lid 2, dan mag het inkomen bepaald worden als of er sprake is van inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie en wordt als toetsinkomen gehanteerd het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en de jaaropgaven van eventuele loonvervangende uitkeringen, tenzij het inkomen uit het laatste jaar hoger is dan het gemiddelde inkomen. In dat geval wordt het inkomen uit het laatste jaar als toetsinkomen gehanteerd. 4. Indien sprake is van een perspectiefverklaring mag, in afwijking van het gestelde onder lid 3, het inkomen worden gehanteerd wordengehanteerd conform Norm 6.3.5. 5. Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring conform Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst (Norm 6.2), voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht en mits geen sprake is van een recente of te verwachten inkomensdaling. Indien sprake is van een recente of te verwachten inkomensstijging, kan het inkomen ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst, mits dit leidt tot woningbehoud. 6. Indien sprake is van inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf, dient het toetsinkomen te worden vastgesteld door middel van een Inkomensverklaring Ondernemer conform Norm 6.4.1. 7. Indien sprake is van inkomen uit een (sociale) uitkering die niet blijvend van aard is, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, mits voor minimaal 3 jaar zekerheid bestaat over de hoogte van de uitkering. 8. Indien sprake is van inkomen dat wordt verkregen uit partneralimentatie ten gunste van de aanvrager wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd mits de aanvrager nog minimaal 3 jaar recht heeft op de alimentatie. Voorwaarde hierbij is dat de alimentatieontvangst schriftelijk is overeengekomen. 9. Bij het vaststellen van het toetsinkomen geldt dat het inkomen uit naderend pensioen buiten beschouwing wordt gelaten, tenzij de geldnemer binnen 3 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken. In dat geval wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd met het daarbij behorende financieringslastpercentage.

Appears in 1 contract

Samples: Voorwaarden & Normen 2020 1

Toetsinkomen. 1Het toetsinkomen bestaat uit verschillende componenten. Onderstaand wordt een opsomming per component gegeven. • Het bruto jaarsalaris is het bruto maandsalaris maal twaalf, exclusief onderstaande looncomponenten, of maal dertien indien de salarisbetaling plaatsvindt per vier weken. • De vakantietoeslag bestaat over het algemeen uit 8% van het bruto jaarsalaris. Er zijn echter ook werkgevers die een ander percentage hanteren. Dit is geen belemmering. • De bouwsector werkt niet met vakantiegeld maar met vakantiebonnen of een tijdspaarfonds. Het bedrag dat is vermeld op de werkgeversverklaring is hierbij het uitgangspunt. • De pensioen-, AOW- of VUT-uitkering dient te blijken uit een toekenningsbesluit. • Zowel onregelmatigheidstoeslag, provisie en overwerk mogen worden meegenomen mits deze structureel worden verdiend. Heeft men toevallig een keer overgewerkt, maar de rest van de maanden in dat jaar niet, dan kan dit niet worden beschouwd als structureel en kan het derhalve niet worden meegenomen. • Een vaste dertiende maand of eindejaarsuitkering behoort tot het inkomen mits het een onvoorwaardelijk bedrag is. Dit bedrag mag derhalve niet gerelateerd zijn aan bijvoorbeeld het behalen van een bepaald doel of een bedrijfswinst. Ook bonussen en winstuitkeringen of andere vormen van bedrijfsresultaat gerelateerde uitkeringen worden niet tot het toetsinkomen gerekend. • Inkomenscomponenten die gebundeld zijn in een zogenaamd keuzebudget mogen worden betrokken in het toetsinkomen indien deze vast of bestendig zijn. Dit zijn in ieder geval de genoemde componenten in dit overzicht. • Inkomen uit een flexibele arbeidsrelatie kent vele varianten. Uit de werkgeversverklaring dient te blijken dat er op dat moment sprake is van een arbeidsrelatie. Het toetsinkomen dient te worden vastgesteld conform Norm 6 met inachtneming aan de hand van het gestelde in dit Artikel en Artikel C2. 2. Indien sprake is van genoten inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd met of zonder dat sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, tenzij: - de werkgever heeft aangekondigd dat het dienstverband niet wordt verlengd, of - de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst minder dan 2 maanden bedraagt. 3. Indien het inkomen niet vastgesteld kan worden conform lid 2, dan mag het inkomen bepaald worden als of er sprake is van inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie en wordt als toetsinkomen gehanteerd het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en de jaaropgaven van eventuele loonvervangende uitkeringen, tenzij het inkomen uit het laatste jaar hoger is dan het gemiddelde inkomen. In dat geval wordt het inkomen uit het laatste jaar als toetsinkomen gehanteerd. 4drie voorgaande kalenderjaren. Indien sprake is van een perspectiefverklaring magnul-uren contract waarbij alle werkzaamheden in overwerk worden uitbetaald, in afwijking van het gestelde onder lid 3, kan de keuze worden gemaakt het inkomen worden gehanteerd conform Norm 6.3.5. 5als overwerk mee te laten tellen of als flexwerker het gemiddelde inkomen van de laatste drie kalenderjaren mee te laten tellen. Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring conform Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst (Norm 6.2), voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht en mits geen sprake is van een recente of te verwachten inkomensdaling. Indien sprake is van een recente of te verwachten inkomensstijgingperspectiefverklaring, kan het inkomen ook op de bij de perspectiefverklaring horende werkgeversverklaring worden bepaald op basis meegenomen voor de hele looptijd van de methodiek Inkomensbepaling Loondienstlening omdat dit inkomen is aangemerkt als een bestendig inkomen. • Een zelfstandige dient het inkomen vast te laten stellen door een rekenexpert die is erkend door NHG. Hierbij zijn verschillende mogelijkheden om tot een toetsinkomen te komen. De rekenexpert weet welk toetskader hieraan ten grondslag ligt. • Alimentatie kan worden meegenomen voor het toetsinkomen, mits hieraan een gerechtelijke uitspraak of notariële overeenkomst ten grondslag ligt. Het te ontvangen bedrag is altijd bruto en de aanvrager dient zelf te zorgen voor de afdracht van de loonbelasting. • VEB-toelage is een toelage die aan militairen wordt toegekend. Het betreft een structurele vergoeding voor onregelmatige diensten. • De meeste werkgevers betalen de levensloopregeling rechtstreeks via het loon aan de werknemer. Blijkens de website van de belastingdienst mag men de bijdrage aan de levensloop besteden aan ieder willekeurig doel. De uitbetaling van de bijdrage aan de levensloop vindt structureel plaats. Vanwege de structurele uitbetaling alsmede de vrijblijvendheid van het bestedingsdoel maakt dat de bijdrage beschouwd kan worden als toetsinkomen. De som van alle inkomenscomponenten zoals hierboven beschreven, is het toetsinkomen. Is sprake van een verplichting in de vorm van partneralimentatie, dan dient dit leidt tot woningbehoud. 6. Indien sprake is van inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf, dient bedrag in mindering te worden gebracht op het toetsinkomen te worden vastgesteld door middel van een Inkomensverklaring Ondernemer conform Norm 6.4.1. 7. Indien sprake is van inkomen uit een (sociale) uitkering die niet blijvend van aard is, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, mits voor minimaal 3 jaar zekerheid bestaat over de hoogte van de uitkering. 8. Indien sprake is van inkomen dat wordt verkregen uit partneralimentatie ten gunste van de aanvrager wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd mits de aanvrager nog minimaal 3 jaar recht heeft op de alimentatie. Voorwaarde hierbij is dat de alimentatieontvangst schriftelijk is overeengekomen. 9. Bij het vaststellen vaststelling van het toetsinkomen geldt dat het inkomen uit naderend pensioen buiten beschouwing wordt gelaten, tenzij de geldnemer binnen 3 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken. In dat geval wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd met het daarbij behorende financieringslastpercentage.

Appears in 1 contract

Samples: Borgtocht