Risicobeperking a. Indien concrete omstandigheden of ontwikkelingen, zoals aard en omvang van het schadeverloop, verzekeraar tot het oordeel brengen dat toekomstige schade kan worden voorkomen of beperkt door het nemen van risicobeperkende maatregelen door verzekeringnemer, heeft verzekeraar het recht het nemen van deze maatregelen voor te schrijven. b. Verzekeringnemer is verplicht om in redelijkheid zorg te dragen voor en/of bij te dragen aan het nemen van de door verzekeraar aangegeven maatregelen.
Belangrijke opmerking Het volgende model werd opgesteld door de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in uitvoering van artikel 218, § 4 van de Brusselse Huisvestingscode. Het is een indicatief model en het is dus niet verplicht voor de partijen, die voor een ander model kunnen kiezen. Om de partijen bij te staan en voor de volledigheid omvat het niet alleen de clausules uit de huisvestingscode, maar ook andere bepalingen die in de praktijk welbekend zijn en betrekking hebben op onderwerpen die niet gereglementeerd zijn. Om een duidelijk onderscheid te maken tussen de clausules die door een wettekst worden geregeld en de clausules die louter indicatief zijn en de partijen naar eigen goeddunken kunnen wijzigen, zijn die laatste in de tekst in grijstinten aangegeven. Wanneer het model voor de partijen verschillende opties voorziet over hetzelfde onderwerp, wordt de keuze aangegeven met selectievakjes (□) om aan te kruisen. De partijen kunnen voor aanvullende informatie in verband met de huurovereenkomst de verklarende bijlage raadplegen, die is bijgevoegd.
Het in werking treden van de vergunning Deze beschikking treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.3 van de Wet milieubeheer, met ingang van de dag na de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift afloopt. Indien gedurende deze termijn bij de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
In gebreke blijven van de Opdrachtnemer 34.1. Indien de Opdrachtnemer zijn verplichtingen ter zake van de aanvang of de voortzetting van het Werk niet nakomt, zal de Opdrachtgever hem schriftelijk of Elektronisch aanmanen om zo spoedig mogelijk de uitvoering van het Werk aan te vangen of voort te zetten. 34.2. De Opdrachtgever is bevoegd het Werk door een derde te doen uitvoeren of voortzetten, indien de Opdrachtnemer na verloop van de in de aanmaning vermelde redelijke termijn in gebreke blijft onder voorwaarde dat de Opdrachtgever dit in de aanmaning heeft vermeld. In dat geval heeft de Opdrachtgever recht op vergoeding van de uit het in gebreke blijven van de Opdrachtnemer voortvloeiende schade en kosten en is hij gerechtigd om de mede met het oog daarop door Opdrachtnemer afgegeven ‘on demand’-bankgarantie als bedoeld in artikel 39 lid 1 daartoe in te roepen.
Wat zijn de gevolgen als u de premie niet op tijd of niet volledig betaalt? Als u de premie en kosten niet op tijd of niet volledig betaalt, schorsen we de dekking van uw module. U ontvangt van ons bericht vanaf welke datum uw dekking geschorst is. Wordt de verzekerde tijdens de schorsing arbeidsongeschikt? Xxx heeft u geen recht op een vergoeding voor deze verzekerde. Dit geldt voor de gehele periode dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, ook als u de premie en kosten later alsnog betaalt en de verzekerde nog steeds arbeidsongeschikt is. Moeten wij voor deze verzekerde de vergoeding op grond van de garantieverklaring aan UWV betalen, dan zullen wij deze vergoeding van u terugvorderen. Was de verzekerde al arbeidsongeschikt voordat de dekking werd geschorst? Xxx heeft u voor deze verzekerde wel recht op een vergoeding. Hebben we de dekking geschorst en betaalt u de premie en kosten nog steeds niet? Dan kunnen we de module beëindigen. U bent dan niet langer verzekerd. U wordt dan weer verplicht verzekerd bij UWV.
Geschillenregeling en de wettelijke klachtenregeling voor Kinderopvang 1. Geschillen tussen Ouder en Ondernemer over de totstandkoming of de uitvoering van de Overeenkomst kunnen zowel door de Ouder als door de Ondernemer aanhangig worden gemaakt bij de Geschillencommissie Kinderopvang en Peuterspeelzalen, Bordewijklaan 46, Xxxxxxx 00 000, 0000 XX Xxx Xxxx, (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). 2. Een geschil wordt door de Geschillencommissie slechts in behandeling genomen, indien de Ouder zijn klacht eerst bij de Ondernemer heeft ingediend. 3. Leidt de klacht niet tot een oplossing dan moet het geschil binnen 12 maanden na de datum waarop de Ouder de klacht bij de Ondernemer indiende, schriftelijk of in een andere door de Geschillencommissie te bepalen vorm bij deze commissie aanhangig worden gemaakt. 4. Wanneer de Ouder een geschil aanhangig maakt bij de Geschillencommissie, is de Ondernemer aan deze keuze gebonden. Indien de Ondernemer een geschil aanhangig wil maken bij de Geschillencommissie, moet hij de Ouder Schriftelijk vragen zich binnen vijf weken uit te spreken of hij daarmee akkoord gaat. De Ondernemer dient daarbij aan te kondigen dat hij zich na het verstrijken van voornoemde termijn vrij zal achten het geschil bij de rechter aanhangig te maken. 5. De Geschillencommissie doet uitspraak met inachtneming van de bepalingen van het voor haar geldende reglement. Het reglement van de Geschillencommissie is beschikbaar via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en wordt desgevraagd toegezonden. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. 6. Uitsluitend de rechter dan wel de hierboven genoemde Geschillencommissie is bevoegd van geschillen kennis te nemen.
Kunt u de overeenkomst opzeggen als wij de prijzen van de aanvullende zorgverlening wijzigen? Als wij de prijzen aanpassen van de aanvullende zorgverlening die u zelf betaalt, mag u dat deel van de overeenkomst, die de aanvullende zorgverlening regelt en waarvan de prijzen verhoogd zijn, opzeggen met ingang van de datum waarop de hogere prijzen gelden.
Zondagsarbeid zondagsbepaling in geval van arbeid op zondag ten minste 4 vrije zondagen per 13 weken in geval van arbeid op zondag ten minste 13 vrije zondagen per 52 weken minimum rust na een nachtdienst die eindigt na 02:00 uur 14 uur 14 uur (1 x per periode van 7 x 24 uur in te korten tot 8 uur) minimum rust na een reeks van 3 of meer nachtdiensten 48 uur 48 uur maximum arbeidstijd per nachtdienst (exclusief overwerk) 8 uur 9 uur maximum arbeidstijd per 13 weken gemiddeld 40 uur per week (520 uur) gemiddeld 40 uur per week (520 uur) maximum aantal nachtdiensten 10 per 4 weken en 25 per 13 weken (16 per 4 weken als de nachtdiensten vóór of op 02:00 uur eindigen) 28 per 13 weken (52 per 13 weken als de nachtdiensten vóór of op 02:00 uur eindigen) maximum aantal achtereenvolgende nachtdiensten 5 (6 als de nachtdiensten vóór of op 02:00 uur eindigen) 7 gemiddelde arbeidstijd per week over 4 weken (exclusief overwerk) 50 uur 55 uur maximum arbeidstijd per nachtdienst 9 uur 10 uur maximum arbeidstijd per 13 weken gemiddeld 40 uur per week (520 uur) gemiddeld 40 uur per week (520 uur) maximum arbeidstijd per week (inclusief overwerk) 54 uur 60 uur Normen werknemers van 16 en 17 jaar Kolom A Kolom B Bij cao geregelde bepaling (a) Gemaximeerde decentrale overlegruimte (b)
Als arbeidsongeschiktheid van een medewerker te verwachten is Raakt een medewerker binnen zes maanden na de start van de module of van zijn dienstverband arbeidsongeschikt? En was zijn gezondheidstoestand bij de start van de module of van zijn dienstverband al zodanig dat u de arbeidsongeschiktheid had kunnen verwachten? Dan kunnen we de aanvulling tijdelijk of blijvend, geheel of gedeeltelijk weigeren. Had u direct voor de start van de module een soortgelijke verzekering, dan is bovenstaande bepaling bij de start van de module niet van toepassing. De bepaling is wel altijd van toepassing bij nieuwe medewerkers.
Vervroegde opeisbaarheid 15.1. Behoudens het bepaalde in de akte en de Algemene Bepalingen is de lening door de geldgever niet opzegbaar. 15.2. De lening is terstond opeisbaar: (a) bij het einde van de looptijd van de lening of bij opeising van een andere aan de schuldenaar door de geldgever verstrekte lening en/of opeising van enige tot zekerheid in pand gegeven, dan wel gecedeerde vordering; (b) indien de schuldenaar enige verplichting voortvloeiende uit de akte of de Algemene Bepalingen jegens de geldgever niet nakomt, daaronder begrepen het verrichten van de met de akte of de Algemene Bepalingen strijdige handelingen zonder voorafgaande toestemming van de geldgever; (c) indien de schuldenaar surséance van betaling aanvraagt, in staat van faillissement wordt verklaard, een verzoek tot toepassing van een wettelijke schuldsaneringsregeling heeft ingediend, het beheer, de beschikking of het bestuur over zijn vermogen verliest, afwezig is zonder orde op zaken te hebben gesteld of overlijdt; (d) indien de schuldenaar uit een rechtspersoon, vennootschap onder firma, of maatschap naar burgerlijk recht bestaat: indien de rechtspersoon/vennootschap wordt ontbonden, zijn statuten wijzigt, een wijziging in zijn aandeelhouders of vennoten optreedt, een wijziging in zijn bestuur optreedt, dan wel wijziging komt in de aansprakelijkheid van de rechtspersoon/vennootschap; (e) indien de schuldenaar een borgtocht of andere zekerheid niet stelt of verstrekt (heeft) voor een kortere duur, onder andere bepalingen of met een andere rangorde dan in de akte is bepaald; (f) indien de schuldenaar bij de aanvraag van de lening onvoldoende of onjuiste gegevens heeft verstrekt, zodanig dat de geldgever bij kennis daarvan de lening niet of niet op de overeengekomen bepalingen zou hebben verstrekt; (g) indien het huwelijk van de schuldenaar door echtscheiding wordt ontbonden en indien de schuldenaar staande huwelijk huwelijkse voorwaarden maakt of wijzigt; het voorgaande is van overeenkomstige toepassing indien de schuldenaar een geregistreerd partnerschap is aangegaan; (h) indien de schuldenaar handelt in strijd met of niet voldoet aan de verplichtingen voortvloeiende uit de wet, de betrokken overeenkomst of het betrokken reglement terzake van het onderpand; (i) indien het onderpand door schuld, nalatigheid of verwaarlozing van de schuldenaar aanzienlijk in waarde vermindert; (j) indien het onderpand geheel of gedeeltelijk tenietgaat, ernstig wordt beschadigd of wordt afgebroken; (k) indien het onderpand onbewoonbaar wordt verklaard, niet mag worden bebouwd, verbouwd of hersteld, daarop enig beslag wordt gelegd, in een ruilverkaveling wordt begrepen, op een monumentenlijst wordt geplaatst, voor onteigening wordt aangewezen, of op aanschrijving van de overheid moet worden vernieuwd of hersteld; (l) indien het onderpand geheel of gedeeltelijk in juridische en/of economische zin wordt overgedragen, wordt bezwaard met beperkte rechten of kwalitatieve verplichtingen, of indien op enige andere wijze verandering komt in de rechtstoestand van het onderpand, daaronder begrepen een aankondiging tot publieke verkoop; (m) indien de schuldenaar zich niet met succes blijkt te kunnen beroepen op de bescherming van artikel 3:88 Burgerlijke Wetboek of enige andere derdenbeschermingsbepaling van het Burgerlijk Wetboek ter bescherming van zijn eigendom van of beperkt recht op het onderpand; (n) indien het onderpand bestaat uit een recht van erfpacht en of een recht van opstal: bij niet tijdige voldoening van de verschuldigde canon, retributie of bij enige andere handeling van de erfpachter of opstaller in strijd met de desbetreffende bepalingen, bij opzegging van het recht van erfpacht of het recht van opstal, bij wijziging van de bepalingen van het recht van erfpacht of het recht van opstal, wijzigingen in de canon of retributie daaronder begrepen; bij wijziging van het recht van erfpacht of het recht van opstal door de rechter, alsmede door het teniet gaan van het recht om welke reden dan ook; (o) indien het onderpand bestaat uit een appartementsrecht: bij elke wijziging of aanvulling van de akte van splitsing of het reglement, bij opheffing van de splitsing of bij gehele of gedeeltelijke tenietgaan of sloping van het gesplitste gebouw, alsmede bij overtreding of niet nakoming door de onderzetter van enige verplichting voor hem als appartementseigenaar voortvloeiende uit de wet, de akte van splitsing of het reglement; (p) indien het onderpand met toestemming van de geldgever is verhuurd of verpacht: indien door de rechter of grondkamer machtiging tot verandering van de inrichting of gedaante van het onderpand is verleend, indien door de rechter machtiging wordt verleend aan de huurder een ander in zijn plaatst te stellen en indien de huur- of pachtprijs wordt verlaagd; (q) indien blijkt dat er in de titels van eigendom of ander verbonden registergoed gebreken bestaan, een verbonden beperkt recht of gebruiksrecht vervalt, wordt gewijzigd of wordt beëindigd, de schuldenaar uit het lidmaatschap van een coöperatie wordt ontzet, of indien er anderszins omstandigheden optreden waardoor redelijkerwijs van de geldgever niet kan worden verlangde dat de lening op de overeengekomen bepalingen wordt gecontinueerd.