XX XXXX Voorbeeldclausules

XX XXXX. Voor het Algemeen Christelijk Vakverbond van België
XX XXXX. Voor het Groothertogdom Luxemburg,
XX XXXX. Toelichtende nota De Europese Overeenkomst betreffende de douanebehande- ling van laadborden, gebruikt bij internationaal vervoer, is op 9 december 1960 te Genève onder auspiciën van de Econo- mische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties tot stand gekomen. Het gebruik van laadborden is de laatste jaren, ook in het internationale vervoer, aanzienlijk toegenomen, daar deze hulp- middelen het vervoer van stukgoederen aanzienlijk vergemak- keiijken, zowel bij afzending als bij overlading onderweg en bij lossing en opslag. Een laadbord bestaat namelijk in hoofdzaak uit een vloer, waarop stukgoederen kunnen worden bijeen ge- plaatst, ten einde als één geheel te worden vervoerd. Ten einde het vervoer van ledige laadborden tot een mini- mum te beperken, is in Europese vervoerskringen de gedachte gerezen een regeling te treffen, waarbij laadborden, die beladen worden uitgevoerd, niet naar het land van uitvoer behoeven te worden teruggezonden, maar kunnen worden vervangen door gelijksoortige, zo mogelijk eveneens beladen, laadborden uit het buitenland. Dit vormde de voornaamste aanleiding tot het ontwerpen van de onderhavige overeenkomst, waarbij de deelnemende landen op basis van wederkerigheid vrijstelling verlenen van bij invoer verschuldigde belastingen ter zake van de invoer van al dan niet beladen laadborden, zulks op voorwaarde, dat hetzij de laadborden tevoren uit het betrokken land werden uitge- voerd of later zullen worden uitgevoerd, hetzij een gelijk aantal laadborden van dezelfde soort en van ongeveer dezelfde waarde voordien werd uitgevoerd of later zal worden uitgevoerd. Wat betreft de formaliteiten ter verkrijging van de vrijstelling maakt de overeenkomst onderscheid tussen enerzijds Iaadbor- 1) Nedergelegd ter griffie, ter inzage van de leden. I 6773 (R 290) 1 den waaromtrent de gebruikers niets naders hebben bepaald en anderzijds laadborden, die krachtens een contract door ver- scheidenc belanghebbenden gezamenlijk worden gebruikt. De overeenkomstsluitende partijen zullen hun douancformali- teiten zoveel mogelijk vereenvoudigen en met name voor de tweede categorie bij in- en uitvoer geen douanedocument eisen, noch zekerheidstelling voor de bij invoer verschuldigde belas- tingen. Deze faciliteiten zullen worden genoten met betrekking tot laadborden, die door belanghebbenden krachtens een — vooraf door de douaneautoriteiten goed te keuren — contract met het oog op gezamenlijk gebruik zullen worden ingebracht in een „pool". Met betrekking tot ...
XX XXXX. La Ministre du Climat, de l’Environnement, du Développement durable et du Green Deal,
XX XXXX. 1er. Les URL sont construites conformément à une structure déterminée par l’Institut.
XX XXXX. 3TU (Technische Universiteit Eindhoven, TU Delft en universiteit Twente)
XX XXXX. A: 18-05-2021 P20153 HSB BOUW B.V. VOLENDAM PC-600W EIK bouwadvies | 's-Hertogenbosch | xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx XXX XXXXXXXXXX | 'S-HERTOGENBOSCH | XXX.XXXXXXXXXXXXX.XX | 073 30 35 339 A3 (297 x 420)
XX XXXX. Aan I 7212 (R349 ) 1 Artikel 1. lid 1. alinea 1. Deze bepaling houdt thans rekc- ning met de mogelijkheid, die door het bovenvermelde Euro- pese octrooi werkelijkheid kan worden, dat octrooien worden verleend niet door een nationaal orgaan, maar door een inter- nationale instelling. Alinea 2. Ook deze bepaling berust op een mogelijkheid, die zich ten aanzien van het Europese octrooi zou kunnen verwerkelijken: denkbaar is namelijk een regeling, waarbij de aanvrage voor een Europees octrooi door bemiddeling van een nationaal orgaan zou worden ingediend. Lid 2. Deze bepaling berust evenzeer op een in de groei- ende internationale samenwerking gevoelde behoefte: het is mogelijk, dat een land niet het gebruikelijke nieuwheidsadvies wenst, maar een technisch advies van andere aard, b.v. of een bepaalde uitvinding reeds op een bepaald gebied is toegepast. In dat geval is voorafgaande instemming van de Bestuursraad vereist, omdat de aard van het gewenste advies in het kader van de normale werkzaamheden van het I.I.B. moet passen.
XX XXXX. Aan de Heer Voorzitter van de Tweede Kamer
XX XXXX. Conseil d’État section de législation 1. Het ontworpen besluit ontleent zijn rechtsgrond aan artikel 111, § 3, vierde lid, van de wet van 13 juni 2005 ‘betreffende de elektronische communicatie’. Het eerste lid van de aanhef moet aldus aangevuld worden dat uitdrukkelijk naar die bepaling verwezen wordt. 2. In artikel 1, 3°, van het ontwerp dient gepreciseerd te worden dat het gaat om de wet van 18 juli 2017 ‘inzake elektronische identificatie’. DE GRIFFIER, DE VOORZITTER, Xxxxxxx-Xxxxx XXX HOVE Xxxxxxx XXXXXX Le projet a été examiné par la deuxième chambre des vacations le 23 juillet 2018. La chambre était composée de Xxxxxxx XXXXXX, président de chambre, Xxxxxxx XXXXX et Xxxxx XXXXX, conseillers d’État, Xxxxxxx XXXXXXXXX, assesseur, et Xxxxxxx-Xxxxx XXX HOVE, greffier assumé. Le rapport a été présenté par Xxxxxxxx XXXXXXXXXXXX, première auditrice. La concordance entre la version française et la version néerlandaise a été vérifiée sous le contrôle de Xxxxxxx XXXXXX.