Opschorting/ontbinding 1. Opdrachtnemer heeft het recht om de nakoming van al zijn verplichtingen op te schorten, waaronder begrepen de afgifte van bescheiden of andere zaken aan opdrachtgever of derden, tot op het moment dat alle opeisbare vorderingen op opdrachtgever volledig zijn voldaan, indien:
Recht op ontbinding 1. De klant heeft het recht de overeenkomst te ontbinden wanneer Opdrachtnemer toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen, tenzij deze tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, de ontbinding niet rechtvaardigt.
Ontbinding en vereffening Artikel 27
Duur overeenkomst en ontbinding a. Tenzij in de overeenkomst anders is bepaald, wordt deze aangegaan voor de duur van een traject c.q. losse behandeling. Na afloop van de overeengekomen contractperiode kan de overeenkomst in overleg tussen beide partijen (ook stilzwijgend) worden verlengd.
Ontbinding 25.1. Ieder der Partijen heeft het recht de Overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst en zonder ingebrekestelling met onmiddellijke ingang te ontbinden, indien: • artikel 4.4 algemene inkoopvoorwaarden wordt geschonden; • de andere Partij een besluit tot ontbinding van de rechtspersoon of onderneming heeft genomen; • de zeggenschap van de andere Partij bij een ander komt te rusten dan ten tijde van het sluiten van deze Overeenkomst; • ten aanzien van de andere Partij faillissement is aangevraagd dan wel uitgesproken of, al dan niet voorlopig, surséance van betaling is aangevraagd of verleend; • de andere Partij fuseert, splitst of op enigerlei wijze (een deel van) zijn bedrijf overdraagt; • de andere Partij in een situatie van overmacht verkeert gedurende meer dan tien dagen.
Statutenwijziging en ontbinding Artikel 35.
Opschorting en ontbinding 1. Gebruiker is bevoegd de nakoming van de verplichtingen op te schorten of de overeenkomst te ontbinden, indien: - Opdrachtgever de verplichtingen uit de overeenkomst niet of niet volledig nakomt. - na het sluiten van de overeenkomst gebruiker ter kennis gekomen omstandigheden goede grond geven te vrezen dat de opdrachtgever de verplichtingen niet zal nakomen. In geval er goede grond bestaat te vrezen dat de opdrachtgever slechts gedeeltelijk of niet behoorlijk zal nakomen, is de opschorting slechts toegelaten voor zover de tekortkoming haar rechtvaardigt. - opdrachtgever bij het sluiten van de overeenkomst verzocht is zekerheid te stellen voor de voldoening van zijn verplichtingen uit de overeenkomst en deze zekerheid uitblijft of onvoldoende is.
Ontbinding overeenkomst Als een van de partijen haar verplichtingen uit deze overeenkomst niet nakomt en er daarbij sprake is van een wezenlijke wanprestatie of toerekenbare tekortkoming, is de andere partij bevoegd om de huurovereenkomst onmiddellijk te ontbinden, zonder dat hij daarvoor naar de rechter hoeft te gaan. Dit doet niets af aan het recht van deze partij om nakoming van de verplichtingen te vorderen. Bij ontbinding van de huurovereenkomst wegens een wezenlijke wanprestatie of een toerekenbare tekortkoming, kan aanspraak worden gemaakt op een vergoeding van eventuele schade en op betaling van alle vorderingen, inclusief de vorderingen die niet direct opeisbaar zijn.
Duur, beëindiging en ontbinding A.3.1 De Overeenkomst wordt als beëindigd beschouwd wanneer de prestaties daaruit over en weer zijn geleverd.
Ontbinding van de huur Verhuurder is gerechtigd de huurovereenkomst zonder ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst te beëindigen en zich weer in het bezit van het voertuig te stellen, onverminderd zijn recht op vergoeding van kosten, schaden en rente, indien blijkt dat huurder tijdens de huurperiode één of meer van de verplichtingen van de huurovereenkomst niet, niet tijdig of niet volledig nakomt of zal nakomen, indien huurder overlijdt, onder curatele wordt gesteld, hij surseance van betaling aanvraagt, hij in staat van faillissement wordt verklaard, ten aanzien van hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing wordt verklaard, hij zijn woonplaats of zetel naar het buitenland verplaatst, er beslag op het voertuig wordt gelegd, of indien verhuurder tijdens de huurperiode van het bestaan van omstandigheden blijkt, die van dien aard zijn dat ware verhuurder hiervan op de hoogte is geweest, hij de huurovereenkomst niet was aangegaan. Huurder dient alle medewerking aan verhuurder te verlenen om zich weer in het bezit van het voertuig te doen stellen. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van de ontbinding van de huurovereenkomst.