Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie Voorbeeldclausules

Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie. De inschrijvers worden beoordeeld op basis van het toegangsrecht en de kwalitatieve selectie zoals hierna vermeld. De aanbestedende overheid gaat, na verificatie of er geen uitsluitingsgronden zijn en of de selectiecriteria op basis van het UEA werden nageleefd, over tot controle van de offertes. De offertes worden beoordeeld op basis van gunningscriteria vermeld in punt “C.4.3. Gunnings- criterium” van dit bestek zonder een grondig onderzoek van het ontbreken van uitsluitings- gronden en van het naleven van de uitsluitingsgronden. De aanbestedende overheid zal echter controleren of er geen fiscale en sociale schulden zijn overeenkomstig artikel 68 van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten. Vooraleer de opdracht te gunnen, eist de aanbestedende overheid van de inschrijver aan wie hij besloten heeft om de opdracht te gunnen, dat hij bewijsstukken voorlegt (certificaten, aan- giftes, referenties en ander bewijsmateriaal) indien het niet mogelijk is om in een nationale databank in een lidstaat, die gratis toegankelijk is, de certificaten of relevante informatie recht- streeks te verkrijgen. De toepassing van de impliciete verklaring geldt enkel voor de documenten of certificaten met betrekking tot de uitsluitingsgronden die gratis toegankelijk zijn voor de aanbestedende over- heid door middel van een nationale databank in een lidstaat. Voor de elementen die niet onder de impliciete verklaring vallen, kunnen de inschrijvers die dit wensen, reeds bij hun offerte alle vereiste documenten en attesten voegen om aan te tonen dat ze zich niet in een uitsluitingstoestand bevinden. Voor wat de selectiecriteria betreft, kunnen de inschrijvers die dit wensen, reeds bij hun offerte alle vereiste documenten en attesten voegen om aan te tonen dat ze voldoen aan de vereisten van die criteria.
Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie. De inschrijvers worden beoordeeld op basis van het toegangsrecht en de kwalitatieve selectie zoals hierna vermeld. De aanbestedende overheid gaat, na verificatie of er geen uitsluitingsgronden zijn en of de selectiecriteria op basis van het UEA werden nageleefd, over tot controle van de offertes. De offertes worden beoordeeld op basis van gunningscriteria vermeld in punt 4.3 van het luik C. Gunning van dit bestek zonder een grondig onderzoek van het ontbreken van uitsluitingsgronden en van het naleven van de uitsluitingsgronden. De aanbestedende overheid zal echter controleren of er geen fiscale en sociale schulden zijn overeenkomstig artikel 68 van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten. Vooraleer de opdracht te gunnen, eist de aanbestedende overheid van de inschrijver aan wie hij besloten heeft om de opdracht te gunnen, dat hij bewijsstukken voorlegt (certificaten, aangiftes, referenties en ander bewijsmateriaal) indien het niet mogelijk is om in een nationale databank in een lidstaat, die gratis toegankelijk is, de certificaten of relevante informatie rechtstreeks te verkrijgen. De toepassing van de impliciete verklaring geldt enkel voor de documenten of certificaten met betrekking tot de uitsluitingsgronden die gratis toegankelijk zijn voor de aanbestedende overheid door middel van een nationale databank in een lidstaat. Voor de elementen die niet behoren tot de impliciete verklaring, mogen de inschrijvers die dat wensen, al in hun offerte alle documenten en certificaten toevoegen die nodig zijn om aan te tonen dat zij niet in een situatie van uitsluiting zijn. Wat de selectiecriteria betreft, mogen de inschrijvers die dat wensen al in hun inschrijving alle documenten en certificaten toevoegen die nodig zijn om aan te tonen dat zij aan de vereisten van deze criteria voldoen. De loutere indiening van de offerte vormt een impliciete verklaring op eer dat de inschrijver zich niet in een van de hieronder vermelde gevallen van uitsluiting bevindt. Wanneer de inschrijver zich in een van de uitsluitingsgevallen bevindt en hij overeenkomstig artikel 70 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten corrigerende maatregelen naar voren schuift, slaat de impliciete verklaring niet op elementen die betrekking hebben op de betreffende uitsluitingsgrond. In dat geval legt de inschrijver de schriftelijke beschrijving van de genomen maatregelen voor. Overeenkomstig artikel 67 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en artikel 61...
Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie. Het offerteformulier moet vergezeld zijn van volgende stukken: OPDRACHTGEVER Ref.: xxxx De inschrijver legt het door hem ingevulde Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) voor, dat bestaat uit een bijgewerkte eigen verklaring en dat door de aanbestedende overheid als voorlopig bewijs wordt aanvaard ter vervanging van door overheidsinstanties of derden afgegeven documenten of certificaten die bevestigen dat de betrokken inschrijver aan alle hierna vermelde voorwaarden voldoet : 1° hij bevindt zich niet in een van de uitsluitingssituaties als bedoeld in de artikelen 67 tot 69 van de wet van 17 juni 2016; 2° hij voldoet aan onderstaande selectiecriteria; - Ga naar de website xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en kies uw taal. - Op de vraag 'Wie bent u' antwoordt u 'Ik ben een ondernemer'. - Op de vraag 'Wat wilt u doen' antwoordt u 'Een antwoord aanmaken'. - Selecteer uw land en klik op 'Volgende'. - Doorloop het formulier en antwoord op de vragen in de onderdelen 'Procedure' en 'Uitsluiting'. - In het onderdeel 'Selectie' mag u 'Nee' antwoorden op de vraag 'Wilt u de selectiecriteria van A tot en met D gebruiken?' In dit geval wordt u een algemene aanwijzing voor alle selectiecriteria gevraagd. - Geef aan of u voldoet aan de voorgeschreven selectiecriteria. - Zodra het volledige formulier ingevuld is, klikt u op 'Overzicht' onderaan de pagina. Het door u ingevulde UEA wordt weergegeven en kan wordengedownload in PDF en/ofxmlformaatzodatdezeopelektronischewijze bij uwoffertekan worden gevoegd. Ondernemers kunnen het reeds in een vorige overheidsopdrachtenprocedure gebruikte UEA opnieuw gebruiken, mits zij bevestigen dat de daarin opgenomen gegevens nog steeds correct zijn. Nr. Selectiecriteria Minimumvereisten 1 Bankverklaring De kandidaat legt een attest voor opgesteld in het kader van huidige overheidsopdracht ondertekend door een erkende en in Europa gevestigde financiële maatschappij waarin verklaard wordt dat: - geen ongunstige elementen werden vastgesteld m.b.t. de kandidaat en dat de kandidaat tot op heden de financiële capaciteit heeft gehad om de contracten of projecten uit te voeren die hem werden xxxxxxxxxx.xx financiële maatschappij de kredietlijnen in verband met de uitvoering van deze opdracht daadwerkelijk ter beschikking stelt of bereid is te onderzoeken. 2 Attest beroepsaansprakelijkheidsverzekering met vermelding van de verzekerde bedragen. Attest met bewijs van verzekering tegen EHURHSVULVLFR¶V %$ beroepsaansprakelijkheid ) met vermeldin...
Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie. 2.8.1. Juridische situatie van de inschrijver (uitsluitingsgronden)
Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie. Het offerteformulier moet vergezeld zijn van volgende stukken: * Een attest dat uitgereikt werd door de bevoegde overheid en waarin bevestigd wordt dat de inschrijver voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid, tot en met diegene die slaan op het laatste afgelopen kalenderkwartaal vóór de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming of voor de ontvangst van de offertes, overeenkomstig de Belgische wetgeving of die van het land waar de werknemers gevestigd zijn. * In toepassing van artikel 62 van het koninklijk besluit van 18 april 2017 dient de Belgische inschrijver geen rsz-attest bij zijn offerte te voegen. De aanbestedende overheid zal deze informatie zelf opvragen. * Indien van toepassing, een attest waaruit blijkt dat de kandidaat of inschrijver voldaan heeft aan de betaling van zijn bijdragen inzake sociale zekerheid van de zelfstandigen. * In navolging van art. 63 van het KB van 18 april 2017 moet de kandidaat of inschrijver bij zijn aanvraag tot deelneming of zijn offerte een attest toevoegen waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan zijn fiscale verplichtingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is. Voor een Belgische kandidaat of inschrijver betreft dit de naleving van de fiscale verplichtingen ten opzichte van de FOD Financiën. * In navolging van art. 63 §2 van het KB van 18 april 2017 dient de Belgische inschrijver geen attest toe te voegen waaruit blijkt dat hij voldaan heeft aan zijn fiscale verplichtingen. De aanbestedende overheid zal deze informatie zelf opvragen. * Uittreksel uit het strafregister of evenwaardig document waaruit blijkt dat de inschrijver: - niet in staat van faillissement of vereffening verkeert; - geen aangifte van faillissement heeft gedaan of geen procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is tegen hem. * De Belgische inschrijver dient geen attest van niet-faillissement of soortgelijke toestanden bij zijn offerte te voegen. De aanbestedende overheid zal deze informatie zelf opvragen. Niet van toepassing.
Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie. De inschrijvers worden beoordeeld op basis van het toegangsrecht en de kwalitatieve selectie zoals hierna vermeld. De aanbestedende overheid controleert de offertes na de verificatie van de uitsluitingsgronden en van de naleving van de selectiecriteria op basis van het Uniform Europees Aanbestedings- document (UEA). De offertes worden geëvalueerd op basis van de gunningscriteria uit punt
Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie. Het offerteformulier moet vergezeld zijn van volgende stukken: Door in te schrijven op deze opdracht verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in artikels 67 tot en met 69 van de wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten.
Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie. C4.1.1 Uitsluitingsgronden 1° deelname aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 324bis, van het Strafwetboek of in artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit; 2° omkoping als bedoeld in de artikelen 246 en 250 van het Strafwetboek, in artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn en in artikel 2.1 van Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privésector; 3° fraude, zoals bedoeld in artikel 1 van de overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschap, goedgekeurd door de Wet van 17 februari 2002; 4° terroristisch misdrijf of strafbaar feit in verband met terroristische activiteiten als bedoeld in de artikelen 137 van het Strafwetboek of in de zin van respectievelijk de artikelen 1 en 3 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad van 3 juni 2002, dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of strafbaar feit als bedoeld in artikel 4 van genoemd kaderbesluit; 5° witwassen van geld of financiering van terrorisme als bedoeld in artikel 5 van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme of in de zin van artikel 1 van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme; 6° kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel als bedoeld in artikel 433quinquies van het Strafwetboek of in artikel 2 van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en van de Raad inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan en ter vervanging van het kaderbesluit 2002/629/XXX xxx xx Xxxx; 7° tewerkstelling van onderdanen van derde landen die illegaal in ons land verblijven in de zin van artikel 35/7 van de Wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers of in de zin van de Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. Overeenkomstig artikel 68 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten en artikel 62 van het Koninklijk B...
Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie. De inschrijvers worden beoordeeld op basis van het toegangsrecht en de kwalitatieve selectie zoals hierna vermeld.
Uitsluitingsgronden en kwalitatieve selectie. Het offerteformulier moet vergezeld zijn van volgende stukken: A. Uitsluitingscriteria (art. 67-70 Wet, art. 61-64 en 73 KB Plaatsing)