Uitstroom Voorbeeldclausules

Uitstroom. Onze organisatie staat de komende jaren voor een uitdagende opgave: de schaalsprong naar 350.000 inwoners. Dit heeft consequenties voor de eisen die wij aan onze medewerkers stellen. Dit kan ook tot gevolg hebben dat medewerkers zich niet of niet meer thuis zullen voelen in onze organisatie. Of dat we meer medewerkers voor specifieke programma’s en projecten zullen aantrekken, die we na afloop mogelijk een nieuw perspectief zullen bieden maar niet altijd vanuit een automatisme. Het moet wel steeds passen bij de organisatieontwikkeling en de ontwikkeling van de medewerker. Mede daarom willen wij blijvend investeren in permanente inzetbaarheid. De arbeidsmarkt maakt het nodig dat wij medewerkers beter aan ons binden door hun betrokkenheid bij en trots op de organisatie te vergroten. Als medewerker en organisatie niet meer matchen, dan vinden wij het van belang dat de medewerker goed toegerust (kennis, opleiding en ervaring) elders een baan kan vinden. Waar nodig gebeurt dat met begeleiding van de gemeente. Maar wel vanuit een eigen zelfvertrouwen en bewustzijn van de eigen inspanningsverplichting. Deze leidraad organisatieveranderingen 2008 is opgesteld en de uitgangspunten zijn toegelicht vanuit de wens ons te profileren als een herkenbare organisatie. Het geeft een kader aan voor het beleid bij de organisatiewijzigingen binnen onze organisatie.
Uitstroom. Het zorgtraject wordt beëindigd wanneer de jeugdige uitstroomt naar het perspectief dat in de eerste zes tot acht weken van het traject is vastgesteld. Jeugdigen stromen bij voorkeur uit naar hun eigen thuissituatie. Dat lukt niet altijd; dan gaan jeugdigen naar een vervolgopdrachtnemer, gezinshuis of pleeggezin.
Uitstroom. Ingrediënten Uitstroom van medewerkers
Uitstroom. Het CJG is bij uitstroom van een Jeugdige binnen het vrijwillige kader crisishulp, verantwoordelijk voor het organiseren van de uitstroom naar reguliere jeugdhulp of terugkeer naar het gezin. De CDJ meldt een crisisplaatsing binnen 24 uur aan het CJG. Het CJG neemt vervolgens binnen 24 uur contact op met de Aanbieder om gezamenlijk een plan van aanpak op te stellen voor de uitstroom naar huis of reguliere jeugdhulp van de Jeugdige.
Uitstroom. Het overgrote deel van de jongeren blijft nog aangewezen na behandeling op een vorm van (ambulante) vervolgzorg. Afhankelijk van de mate van maatschappelijke integratie moet er een woon- of begeleidingsvorm gekozen worden die op dat moment past bij de hulpvraag. Een aantal jongeren vertrekt na afstemming met het systeem weer naar huis.
Uitstroom. Nazorg: de BPO'er zal contact houden met de school waar de leerling komt na de periode in de Kansgroep. BPO'er zal zo nodig gesprekken voeren met de leerkracht en leerling
Uitstroom. Het zorgtraject wordt beëindigd wanneer de jeugdige uitstroomt naar zijn perspectief dat in de eerste zes weken van het traject is vastgesteld. Kinderen stromen bij voorkeur uit naar eigen thuissituatie. Dat lukt niet altijd; dan gaan kinderen naar vervolginstelling, gezinshuis of pleeggezin
Uitstroom a. Wat was er goed aan de begeleiding die je hebt ontvangen? Antwoord: b. Wat vond je niet zo fijn of goed van de begeleiding? Antwoord: c. Hoe werd je geholpen door de begeleiding om zelfstandig te gaan wonen. d. Antwoord: e. Hoe ben je uiteindelijk aan je nieuwe woning gekomen en ben je er tevreden mee? Antwoord: f. Mocht je zelf kiezen waar je wilde gaan wonen? Antwoord: g. Werd je goed geholpen bij je financiën? Antwoord:
Uitstroom. De gemeente zet instrumenten in om bij uitstroom de burger te beschermen. Hierbij kan gedacht worden aan budgetbeheer, budgetcoaching en life-coaching. De voorkeur gaat ernaar uit dat de dienstverlening wordt voortgezet bij de huidige bewindvoerder.
Uitstroom. De uitstroom van inwoners uit beschermingsbewind kun je als gemeente op verschillende manieren monitoren: