Uittreding. 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader van de in het derde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. 2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden: a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader van de in het vierde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. 2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden: a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal één andere deelnemers van minimaal één jaar, met ingang van 1 januari van het jaar, met ingang van 1 januari van het opvolgende jaar. opvolgende jaar. b. bij afloop van de looptijd van voor b. bij afloop van de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal 15 andere deelnemers van minimaal 15 maanden voordat het contract afloopt. maanden voordat het contract afloopt. 3. Een uittredingsplan wordt vastgesteld als ten minste tweederde van de deelnemers waaronder de uittredende deelnemer, daartoe besluit. Het Bestuur kan een onafhankelijke derde opdracht geven een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden. 3. Met de uittredende deelnemer dient een vaststellingsovereenkomst gesloten te worden. 4. Bij het uittreden wordt door het Bestuur een uittredingsplan vastgesteld. Het Bestuur geeft een onafhankelijke derde opdracht om een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden. 5. Onderdeel van het uittredingsplan is het berekenen van de uittredingssom. Daaronder wordt verstaan de meerkosten, voor de komende 5 jaar of zoveel korter als de resterende duur van de contract(en), die de resterende gemeenten moeten maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren zonder de uittredende gemeente. Bij uittreding gedurende de looptijd van contract(en) zullen de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende deelnemer komen. Bij een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komen. 6. De kosten die niet direct aan de uittredende gemeente kunnen worden toegerekend, worden berekend door de totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de 4. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen. uittredingssom. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel van de begroting. 7. Bij uittreding blijft de uittredende deelnemer maximaal vijf jaar na uittreding aansprakelijk voor het intreden van risico’s voortvloeiende uit de periode dat de betreffende deelnemer deelnam aan de regeling indien en voor zover deze intredende risico’s leiden tot een kostenverhoging voor de basistaken in zijn geheel of voor de overige deelnemer. 8. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen.
Appears in 3 contracts
Samples: Gemeenschappelijke Regeling, Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen, Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen
Uittreding. 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader van de in het derde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. 2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden: a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader van de in het vierde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. .
2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden: :
a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal één andere deelnemers van minimaal één jaar, met ingang van 1 januari van het jaar, met ingang van 1 januari van het opvolgende jaar. opvolgende jaar. b. bij afloop van de looptijd van voor .
b. bij afloop van de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal 15 andere deelnemers van minimaal 15 maanden voordat het contract afloopt. maanden voordat het contract afloopt.
3. Een uittredingsplan wordt vastgesteld als ten minste tweederde van de deelnemers waaronder de uittredende deelnemer, daartoe besluit. Het Bestuur kan een onafhankelijke derde opdracht geven een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden. 3. Met de uittredende deelnemer dient een vaststellingsovereenkomst gesloten te worden. .
4. Bij het uittreden wordt door het Bestuur een uittredingsplan vastgesteld. Het Bestuur geeft een onafhankelijke derde opdracht om een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden. .
5. Onderdeel van het uittredingsplan is het berekenen van de uittredingssom. Daaronder wordt verstaan de meerkosten, voor de komende 5 jaar of zoveel korter als de resterende duur van de contract(en), die de resterende gemeenten moeten maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren zonder de uittredende gemeente. Bij uittreding gedurende de looptijd van contract(en) zullen de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende deelnemer komen. Bij een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komen. .
6. De kosten die niet direct aan de uittredende gemeente kunnen worden toegerekend, worden berekend door de totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de 4. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen. uittredingssom. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel van de begroting. .
7. Bij uittreding blijft de uittredende deelnemer maximaal vijf jaar na uittreding aansprakelijk voor het intreden van risico’s voortvloeiende uit de periode dat de betreffende deelnemer deelnam aan de regeling indien en voor zover deze intredende risico’s leiden tot een kostenverhoging voor de basistaken in zijn geheel of voor de overige deelnemer. .
8. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen.
Appears in 3 contracts
Samples: Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen, Samenwerkingsverband, Samenwerkingsverband
Uittreding. 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader van de in het derde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. 2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden: a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader van de in het vierde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. .
2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden: :
a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal één andere deelnemers van minimaal één jaar, met ingang van 1 januari van het jaar, met ingang van 1 januari van het opvolgende jaar. opvolgende jaar. b. bij afloop van de looptijd van voor ;
b. bij afloop van de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal 15 andere deelnemers van minimaal 15 maanden voordat het contract afloopt. maanden voordat het contract afloopt.
3. Een uittredingsplan wordt vastgesteld als ten minste tweederde van de deelnemers waaronder de uittredende deelnemer, daartoe besluit. Het Bestuur kan een onafhankelijke derde opdracht geven een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden. 3. Met de uittredende deelnemer dient een vaststellingsovereenkomst gesloten te worden. .
4. Bij het uittreden wordt door het Bestuur een uittredingsplan vastgesteld. Het Bestuur geeft een onafhankelijke derde opdracht om een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden. .
5. Onderdeel van het uittredingsplan is het berekenen van de uittredingssom. Daaronder wordt verstaan de meerkosten, voor de komende 5 jaar of zoveel korter als de resterende duur van de contract(en), die de resterende gemeenten moeten maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren zonder de uittredende gemeente. Bij uittreding gedurende de looptijd van contract(en) zullen de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende deelnemer komen. Bij een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komen. .
6. De kosten die niet direct aan de uittredende gemeente kunnen worden toegerekend, worden berekend door de totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de 4. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen. uittredingssom. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel van de begroting. .
7. Bij uittreding blijft de uittredende deelnemer maximaal vijf jaar na uittreding aansprakelijk voor het intreden van risico’s voortvloeiende uit de periode dat de betreffende deelnemer deelnam aan de regeling indien en voor zover deze intredende risico’s leiden tot een kostenverhoging voor de basistaken in zijn geheel of voor de overige deelnemer. .
8. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen.’
P. Artikel 28 wordt vervangen en komt te luiden: ‘Artikel 28
Appears in 3 contracts
Samples: Gemeenschappelijke Regeling, Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen, Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen