Uittreding. 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader van de in het vierde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. 2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden: a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal één jaar, met ingang van 1 januari van het opvolgende jaar; b. bij afloop van de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal 15 maanden voordat het contract afloopt. 3. Met de uittredende deelnemer dient een vaststellingsovereenkomst gesloten te worden. 4. Bij het uittreden wordt door het Bestuur een uittredingsplan vastgesteld. Het Bestuur geeft een onafhankelijke derde opdracht om een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden. 5. Onderdeel van het uittredingsplan is het berekenen van de uittredingssom. Daaronder wordt verstaan de meerkosten, voor de komende 5 jaar of zoveel korter als de resterende duur van de contract(en), die de resterende gemeenten moeten maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren zonder de uittredende gemeente. Bij uittreding gedurende de looptijd van contract(en) zullen de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende deelnemer komen. Bij een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komen. 6. De kosten die niet direct aan de uittredende gemeente kunnen worden toegerekend, worden berekend door de totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de uittredingssom. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel van de begroting. 7. Bij uittreding blijft de uittredende deelnemer maximaal vijf jaar na uittreding aansprakelijk voor het intreden van risico’s voortvloeiende uit de periode dat de betreffende deelnemer deelnam aan de regeling indien en voor zover deze intredende risico’s leiden tot een kostenverhoging voor de basistaken in zijn geheel of voor de overige deelnemer. 8. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen.’ P. Artikel 28 wordt vervangen en komt te luiden: ‘Artikel 28
Appears in 3 contracts
Samples: Gemeenschappelijke Regeling, Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen, Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen
Uittreding. 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader van de in het derde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen. 2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden: a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader van de in het vierde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen.
. 2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden:
: a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal één andere deelnemers van minimaal één jaar, met ingang van 1 januari van het jaar, met ingang van 1 januari van het opvolgende jaar;
. opvolgende jaar. b. bij afloop van de looptijd van voor b. bij afloop van de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal 15 andere deelnemers van minimaal 15 maanden voordat het contract afloopt. maanden voordat het contract afloopt.
3. Een uittredingsplan wordt vastgesteld als ten minste tweederde van de deelnemers waaronder de uittredende deelnemer, daartoe besluit. Het Bestuur kan een onafhankelijke derde opdracht geven een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden. 3. Met de uittredende deelnemer dient een vaststellingsovereenkomst gesloten te worden.
. 4. Bij het uittreden wordt door het Bestuur een uittredingsplan vastgesteld. Het Bestuur geeft een onafhankelijke derde opdracht om een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden.
. 5. Onderdeel van het uittredingsplan is het berekenen van de uittredingssom. Daaronder wordt verstaan de meerkosten, voor de komende 5 jaar of zoveel korter als de resterende duur van de contract(en), die de resterende gemeenten moeten maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren zonder de uittredende gemeente. Bij uittreding gedurende de looptijd van contract(en) zullen de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende deelnemer komen. Bij een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komen.
. 6. De kosten die niet direct aan de uittredende gemeente kunnen worden toegerekend, worden berekend door de totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de 4. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen. uittredingssom. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel van de begroting.
. 7. Bij uittreding blijft de uittredende deelnemer maximaal vijf jaar na uittreding aansprakelijk voor het intreden van risico’s voortvloeiende uit de periode dat de betreffende deelnemer deelnam aan de regeling indien en voor zover deze intredende risico’s leiden tot een kostenverhoging voor de basistaken in zijn geheel of voor de overige deelnemer.
. 8. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen.’
P. Artikel 28 wordt vervangen en komt te luiden: ‘Artikel 28
Appears in 3 contracts
Samples: Gemeenschappelijke Regeling, Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen, Regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen
Uittreding. 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader van de in het vierde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzen.
2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden:
a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal één jaar, met ingang van 1 januari van het opvolgende jaar;.
b. bij afloop van de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal 15 maanden voordat het contract afloopt.
3. Met de uittredende deelnemer dient een vaststellingsovereenkomst gesloten te worden.
4. Bij het uittreden wordt door het Bestuur een uittredingsplan vastgesteld. Het Bestuur geeft een onafhankelijke derde opdracht om een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden.
5. Onderdeel van het uittredingsplan is het berekenen van de uittredingssom. Daaronder wordt verstaan de meerkosten, voor de komende 5 jaar of zoveel korter als de resterende duur van de contract(en), die de resterende gemeenten moeten maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren zonder de uittredende gemeente. Bij uittreding gedurende de looptijd van contract(en) zullen de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende deelnemer komen. Bij een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komen.
6. De kosten die niet direct aan de uittredende gemeente kunnen worden toegerekend, worden berekend door de totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de uittredingssom. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel van de begroting.
7. Bij uittreding blijft de uittredende deelnemer maximaal vijf jaar na uittreding aansprakelijk voor het intreden van risico’s voortvloeiende uit de periode dat de betreffende deelnemer deelnam aan de regeling indien en voor zover deze intredende risico’s leiden tot een kostenverhoging voor de basistaken in zijn geheel of voor de overige deelnemer.
8. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen.’
P. Artikel 28 wordt vervangen en komt te luiden: ‘Artikel 28
Appears in 2 contracts
Samples: Samenwerkingsverband, Samenwerkingsverband
Uittreding. 1. Indien een Een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) kan uittreden uit wenst te tredende regeling, zal als voldaan is aan het Bestuur gestelde in het kader van de in het vierde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzenartikel 10, derde lid.
2. De deelnemer die uit wil treden, maakt na verkregen toestemming van de gemeenteraad, zijn voornemen tot uittreding kan op twee manieren plaatsvinden:
a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van bij aangetekende brief kenbaar aan het besluit bestuur en aan de andere deelnemers van minimaal één jaar, met ingang van 1 januari van het opvolgende jaar;
b. bij afloop van de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal 15 maanden voordat het contract aflooptoverige deelnemers.
3. Met Voor uittreding uit de uittredende deelnemer dient regeling wordt een vaststellingsovereenkomst gesloten te wordenopzegtermijn van ten minste één jaar in acht genomen.
4. Bij Na ontvangst van de in het uittreden tweede lid vermelde brief wijst het bestuur in overleg met de uittredende deelnemer een onafhankelijke registeraccountant aan, aan wie de opdracht wordt verleend een liquidatieplan op te stellen als ware tot opheffing van de gemeenschappelijke regeling besloten. Het liquidatieplan voorziet in ieder geval in de regeling van de personele gevolgen en de liquiditeit van de bedrijfsvoeringsorganisatie als die wordt voortgezet.
5. Het liquidatieplan wordt vastgesteld door het Bestuur een uittredingsplan vastgesteldbestuur en de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen zijn bindend. Het Bestuur geeft een onafhankelijke derde opdracht om een uittredingsplan op te stellen, nadat op Daarbij geldt als uitgangspunt dat de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van uittredende deelnemer de kosten draagt die het college rechtstreekse gevolg zijn van de uittreding en dat de overige deelnemers geen financieel nadeel van de uittreding ondervinden.
6. Nadat het liquidatieplan is vastgesteld is de uittredende deelnemer die wenst uit gehouden om binnen zes maanden na de vaststelling de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen aan de bedrijfsvoeringsorganisatie te tredenvoldoen.
7. De kosten van het inschakelen opstellen van de onafhankelijke derde zijn het liquidatieplan komen voor rekening van de deelnemer die wenst het voornemen heeft om uit te treden.
5. Onderdeel van het uittredingsplan is het berekenen van de uittredingssom. Daaronder wordt verstaan de meerkosten, voor de komende 5 jaar of zoveel korter als de resterende duur van de contract(en), die de resterende gemeenten moeten maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren zonder de uittredende gemeente. Bij uittreding gedurende de looptijd van contract(en) zullen de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende deelnemer komen. Bij een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komen.
6. De kosten die niet direct aan de uittredende gemeente kunnen worden toegerekend, worden berekend door de totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de uittredingssom. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel van de begroting.
7. Bij uittreding blijft de uittredende deelnemer maximaal vijf jaar na uittreding aansprakelijk voor het intreden van risico’s voortvloeiende uit de periode dat de betreffende deelnemer deelnam aan de regeling indien en voor zover deze intredende risico’s leiden tot een kostenverhoging voor de basistaken in zijn geheel of voor de overige deelnemer.
8. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede derde lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroependeeltaak. Voor uittredingsplan liquidatieplan moet in dat geval deeluittredingsplan deelliquidatieplan worden gelezen, waarbij het deelliquidatieplan niet door een onafhankelijk registeraccountant hoeft te worden opgesteld, als het dagelijks bestuur en de uittredende deelnemer het daarover eens zijn.’
P. Artikel 28 wordt vervangen en komt te luiden: ‘Artikel 28
Appears in 1 contract
Samples: Gemeenschappelijke Regeling
Uittreding. 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) Uittreding uit wenst te treden, zal het Bestuur in het kader deze regeling is slechts mogelijk na wijziging van de indeling van gemeenten in het vierde lid bedoelde afwikkeling regio’s zoals bedoeld in artikel 8 van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzenWet veiligheidsregio’s.
2. De uittreding kan op twee manieren plaatsvinden:
a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming Bij afwezigheid van een termijn van aanzegging wettelijke voorziening omtrent uittreding is uittreding slechts mogelijk na voltooiing van het besluit aan de andere deelnemers uittredingsproces zoals beschreven in lid 3 tot en met 12 van minimaal één jaar, met ingang van 1 januari van het opvolgende jaar;
b. bij afloop van de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal 15 maanden voordat het contract aflooptdit artikel.
3. Met De hoogte van de uittredende deelnemer dient een vaststellingsovereenkomst gesloten te wordenuittreedsom wordt bepaald door de frictiekosten en desintegratiekosten. Het algemeen bestuur stelt de uittreedsom vast bij besluit genomen bij meerderheid van stemmen.
4. Bij De deelnemende gemeenten hanteren als uitgangspunt dat de uittredende gemeente over een periode van vijf jaar de eigen bijdrage moet doorbetalen, waarbij deze bijdrage ieder jaar met twintig procent afneemt, zodat de uittredende gemeente in het uittreden zesde jaar niet meer hoeft te betalen, tenzij de bevindingen van de projectgroep aanleiding vormen tot bijstelling van dat uitgangspunt.
5. De gevolgen van de uittreding worden in kaart gebracht door een projectgroep.
6. De projectgroep wordt samengesteld door het Bestuur dagelijks bestuur en bestaat uit een uittredingsplan vastgesteld. Het Bestuur geeft een onafhankelijke derde opdracht om een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen afgevaardigde van het college dagelijks bestuur, een afgevaardigde van de deelnemer die wenst uit uittredende gemeente en één of meer onafhankelijk deskundigen, in gezamenlijkheid te tredenbenoemen. De kosten van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit in te treden.
5. Onderdeel van het uittredingsplan is het berekenen van de uittredingssom. Daaronder wordt verstaan de meerkosten, voor de komende 5 jaar of zoveel korter als de resterende duur van de contract(en), die de resterende gemeenten moeten maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren zonder de uittredende gemeente. Bij uittreding gedurende de looptijd van contract(en) zullen de financiële gevolgen van de uittreding schakelen deskundigen komen voor rekening van de uittredende deelnemer komen. Bij een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komen.
6. De kosten die niet direct aan de uittredende gemeente kunnen worden toegerekend, worden berekend door de totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de uittredingssom. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel van de begrotinggemeente.
7. Bij uittreding blijft de uittredende deelnemer maximaal vijf jaar na uittreding aansprakelijk voor De projectgroep rapporteert aan het intreden van risico’s voortvloeiende uit de periode dat de betreffende deelnemer deelnam aan de regeling indien en voor zover deze intredende risico’s leiden tot een kostenverhoging voor de basistaken in zijn geheel of voor de overige deelnemerdagelijks bestuur.
8. Het algemeen bestuur neemt het besluit tot vaststelling van de uittreedsom uiterlijk zes maanden na ontvangst van het gemeentelijke uittredingsbesluit als dat aan de orde is of zes maanden nadat de indeling in regio’s zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet veiligheidsregio’s is gewijzigd. De beslistermijn kan éénmaal worden verdaagd met drie maanden.
9. De raden van de deelnemende gemeenten kunnen bij het college van hun gemeente binnen acht weken hun zienswijze naar voren brengen over de uittreding.
10. De raden van de deelnemende gemeenten dienen toestemming te geven, alvorens de colleges overgaan tot het voltooien van het uittredingsproces.
11. De ondernemingsraad en/of het lokaal overleg worden betrokken bij het uittredingsproces en in de gelegenheid gesteld om hun bevoegdheden ten aanzien van de uittreding uit te oefenen.
12. De uittredende gemeente blijft tot aan het moment van daadwerkelijke uittreding volwaardig deelnemer en dient tot aan dat moment al zijn verplichtingen na te komen met betrekking tot deze gemeenschappelijke regeling.
13. Na uittreding van de betreffende gemeente stelt het dagelijks bestuur de aanpassing van de onderhavige gemeenschappelijke regeling op, met inachtneming van het bepaalde in artikel 1 van de vorige leden is, met uitzondering wet.
14. De aangepaste gemeenschappelijke regeling wordt bekend gemaakt overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezenwet.’
P. Artikel 28 wordt vervangen en komt te luiden: ‘Artikel 28
Appears in 1 contract
Samples: Gemeenschappelijke Regeling
Uittreding. 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal Het voornemen tot uittreding wordt bij aangetekende kennisgeving aan het Bestuur in het kader van de in het vierde lid bedoelde afwikkeling van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzendagelijks bestuur meegedeeld.
2. De Voor uittreding kan op uit de regeling wordt een opzegtermijn van tenminste twee manieren plaatsvinden:
a. gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van jaren in acht genomen vanaf het moment dat het besluit tot uittreden aan de andere deelnemers van minimaal één jaarhet dagelijks bestuur is meegedeeld.
3. Tenzij het algemeen bestuur anders besluit, met ingang van kan uittreding slechts plaatsvinden per 1 januari van het opvolgende aankomend jaar;
b. bij afloop van de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal 15 maanden voordat het contract afloopt.
3. Met de uittredende deelnemer dient een vaststellingsovereenkomst gesloten te worden.
4. Bij het uittreden wordt door het Bestuur een uittredingsplan vastgesteldHet algemeen bestuur is bevoegd de financiële gevolgen van de uittreding vast te stellen. Het Bestuur geeft algemeen bestuur stelt op grond van deze bevoegdheid een uittreedsom vast.
5. Het algemeen bestuur kan in overleg met de uittredende deelnemer besluiten een onafhankelijke derde partij opdracht om te geven tot het opstellen van een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college van de deelnemer die wenst uit te treden(procedure)plan.
6. De kosten voor het opstellen van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn (procedure)plan komen voor rekening van de deelnemer die wenst het voornemen heeft om uit te treden.
57. Onderdeel De door de uittredende deelnemer te betalen uittreedsom wordt berekend aan de hand van kosten, welke bestaan uit:
a. de directe kosten van uittreding en de schade die het rechtstreekse gevolg is van het uittredingsplan is uittreden uit de gemeenschappelijke regeling;
b. voor het berekenen bepalen van toekomstige schade bestaande uit langlopende verplichtingen en personele aanpassingen wordt een overbruggingsperiode van maximaal vijf jaar gehanteerd, gerekend vanaf de datum van uittreding. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de uittredende gemeente de kosten draagt die het rechtstreekse gevolg zijn van de uittredingssom. Daaronder wordt verstaan uittreding en dat de meerkosten, voor de komende 5 jaar of zoveel korter als de resterende duur overige gemeenten geen financieel nadeel van de contract(en), die de resterende gemeenten moeten maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren zonder uittreding ervaren.
8. Het aandeel van de uittredende gemeentedeelnemer in het vermogen en de reserves per de datum van uittreden van het samenwerkingsverband wordt bepaald op basis van het inwonertal en wordt binnen een periode van vijf jaar uitgekeerd.
9. Bij uittreding gedurende de looptijd van contract(en) zullen de De financiële gevolgen van de uittreding voor rekening en de uittreedsom, zoals bedoeld in het vierde lid, worden door het algemeen bestuur pas vastgesteld als blijkt dat de raden en colleges van burgemeester en wethouders van ten minste tweederde van de uittredende deelnemer komen. Bij een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komengemeenten hiermee instemmen.
6. De kosten die niet direct aan de uittredende gemeente kunnen worden toegerekend, worden berekend door de totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de uittredingssom. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel van de begroting.
7. Bij uittreding blijft de uittredende deelnemer maximaal vijf jaar na uittreding aansprakelijk voor het intreden van risico’s voortvloeiende uit de periode dat de betreffende deelnemer deelnam aan de regeling indien en voor zover deze intredende risico’s leiden tot een kostenverhoging voor de basistaken in zijn geheel of voor de overige deelnemer.
8. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen.’
P. Artikel 28 wordt vervangen en komt te luiden: ‘Artikel 28
Appears in 1 contract
Samples: Samenwerkingsregeling
Uittreding. 1. Indien een deelnemer geheel of deels (per doelgroep) uit wenst te treden, zal Een deelnemende gemeente kan uittreden door toezending aan het Algemeen Bestuur in het kader van de in het vierde lid bedoelde afwikkeling daartoe strekkende besluiten van de gevolgen daarvan op basis van een sociaal plan personeel aan deze deelnemer toewijzenhaar bestuursorganen.
2. De Het Dagelijks Bestuur zendt een besluit tot uittreding van een gemeente aan de Gemeenteraden van de overige deelnemende gemeenten.
3. Uittreding van deelname aan de milieutaakuitvoering kan niet plaatsvinden gedurende de eerste twee jaar na de instelling van het openbaar lichaam. Voor uittreding van deelname aan de afvaltaakuitvoering geldt een termijn van 10 jaar na instelling van het openbaar lichaam.
4. Onverkort lid 3 van dit artikel, kan de uittreding niet eerder plaatsvinden dan op twee manieren plaatsvinden:31 december van het tweede kalenderjaar volgende op dat waarin de goedkeuring van het besluit tot uittreding heeft plaatsgevonden, tenzij het Algemeen Bestuur een kortere termijn bepaalt.
a. 5. Onverminderd lid 3 van dit artikel, kan gedurende de looptijd van voor deelnemer betreffende contract(en) de Uitvoeringsovereenkomst een deelnemende gemeente niet uittreden voordat een adequate financiële regeling met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit Algemeen Bestuur is overeengekomen, waarin in ieder geval moet zijn vastgelegd dat de uittredende gemeente na haar uittreden steeds tijdig aan de andere deelnemers van minimaal één jaar, met ingang van 1 januari van het opvolgende jaar;
b. bij afloop Regeling zal betalen hetgeen de Regeling uit hoofde van de looptijd van Uitvoeringsovereenkomst aan HVC verschuldigd is voor deelnemer betreffende contract(en) met inachtneming van een termijn van aanzegging van het besluit aan de andere deelnemers van minimaal 15 maanden voordat het contract afloopt.
3. Met de uittredende deelnemer dient een vaststellingsovereenkomst gesloten te worden.
4. Bij het uittreden wordt door het Bestuur een uittredingsplan vastgesteld. Het Bestuur geeft een onafhankelijke derde opdracht om een uittredingsplan op te stellen, nadat op de inhoud van deze opdracht instemming is verkregen van het college uitvoering van de deelnemer die wenst uit te treden. De kosten in de Uitvoeringsovereenkomst vermelde taken op het grondgebied van het inschakelen van de onafhankelijke derde zijn voor rekening van de deelnemer die wenst uit te treden.
5. Onderdeel van het uittredingsplan is het berekenen van de uittredingssom. Daaronder wordt verstaan de meerkosten, voor de komende 5 jaar of zoveel korter als de resterende duur van de contract(en), die de resterende gemeenten moeten maken om de werkzaamheden uit te kunnen blijven voeren zonder de uittredende gemeente. Bij uittreding gedurende HVC kan jegens de looptijd van contract(en) zullen Regeling en de financiële gevolgen van de uittreding voor rekening van de uittredende deelnemer komen. Bij deelnemende gemeenten een uittreding na afloop van de looptijd van het contract zullen alleen de directe kosten voor rekening van de uittredende deelnemer komenberoep doen op dit artikel 43.5.
6. De Het Algemeen Bestuur stelt de verplichtingen van de uittredende gemeente vast. Deze verplichtingen bestaan uit de vergoeding van de kosten die niet direct rechtstreeks het gevolg zijn van de uittreding. Geschillen vallen onder de werking van de geschillenregeling van deze Regeling.
7. De financiële schade die door de uittreding aan de Milieudienst is toegebracht, wordt, inclusief de hierdoor ontstane wachtgeldverplichtingen, aan de uittredende gemeente kunnen worden toegerekend, worden berekend door de totalen per kostensoort naar rato te berekenen. Middelen die onderdeel uitmaken van een reserve, worden naar rato in mindering gebracht op de uittredingssom. Voor het bepalen van de kostenverdeelsleutel wordt aangesloten bij de kostenverdeelsleutel van de begrotingrekening gebracht.
7. Bij uittreding blijft de uittredende deelnemer maximaal vijf jaar na uittreding aansprakelijk voor het intreden van risico’s voortvloeiende uit de periode dat de betreffende deelnemer deelnam aan de regeling indien en voor zover deze intredende risico’s leiden tot een kostenverhoging voor de basistaken in zijn geheel of voor de overige deelnemer.
8. Het bepaalde in de vorige leden is, met uitzondering van het tweede lid, van overeenkomstige toepassing als de uittreding van een deelnemer betrekking heeft op een of meerdere doelgroepen. Voor uittredingsplan moet in dat geval deeluittredingsplan worden gelezen.’
P. Artikel 28 wordt vervangen en komt te luiden: ‘Artikel 28
Appears in 1 contract
Samples: Gemeenschappelijke Regeling