Vergoeding kosten scholing Voorbeeldclausules

Vergoeding kosten scholing. 8.1.3.1 Kosten van scholing in het belang van werknemers en organisatie worden door de werkgever betaald. 8.1.3.2 Kosten van scholing alleen in het belang van of gewenst door werknemer, moeten door de werknemer zelf geheel worden betaald. Behalve als de werkgever anders beslist. 8.1.3.3 Met kosten genoemd in de leden 8.1.3.1 t/m 8.1.3.2 worden bedoeld: opleidings- of cursuskosten (inclusief inschrijvingskosten), noodzakelijke reis- en verblijfkosten, examenkosten, kosten voor aanschaf van voorgeschreven studiemateriaal.
Vergoeding kosten scholing. Voor alle decentrale politieke ambtsdragers is expliciet bepaald dat de kosten van niet-partijpolitiek georiënteerde functionele scholing, zoals deelname aan congressen en opleidingen, ten laste worden gebracht van het overheidsorgaan, in casu de provincie. Deze kosten hoeven dus niet voor eigen rekening te worden genomen of te worden betaald uit de onkostenvergoeding. Overigens kan de provincie ook zelf dit soort scholing (laten) verzorgen. Ook die lasten komen ten laste van de provincie. Er is ruimte voor lokale accenten. Op grond van het tweede lid van het artikel kunnen provinciale staten nadere regels stellen voor de scholing van hun leden; gedeputeerde staten kunnen dit doen voor de scholing van de commissaris en de gedeputeerden. Die regels zijn het kader waaraan individuele scholingsaanvragen moeten worden getoetst. Dit kader kan bijvoorbeeld worden vorm- gegeven als een scholingsplan. Hierin kunnen ook procedureregels voor individuele scholings- verzoeken worden opgenomen alsook regels over de hoogte van de tegemoetkoming. Wat betreft de procedure voor scholingsaanvragen van statenleden is het denkbaar dat bepaald wordt dat gedeputeerde staten deze (aan de hand van het daarvoor gestelde kader) beoordelen, maar ook kan worden bepaald dat een (daartoe gemandateerde) commissie van provinciale staten dit doet. Partijpolitieke scholing komt niet voor vergoeding door de provincie in aanmerking. De inhoud van de scholing is bepalend of deze al dan niet partijpolitiek georiënteerd is. Wanneer scholing verzorgd wordt door een politieke partij, betekent dat niet automatisch dat die scholing partijpolitiek georiënteerd is. Om voor kostenvergoeding in aanmerking te komen, moet gemotiveerd worden dat het gaat om functiegerichte scholing. Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden. Scholing is partijpolitiek georiënteerd als zij geheel of gedeeltelijk tot doel heeft betrokkene op te leiden in het gedachtegoed van de desbetreffende partij. Een door een partij verzorgde communicatie- training is bijvoorbeeld functiegericht als de gegeven lessen algemeen toepasbaar zijn; indien deze communicatietraining erop is gericht de beginselen van de partij zo effectief mogelijk uit te dragen, is zij eerder als partijpolitiek aan te merken.

Related to Vergoeding kosten scholing

  • Welke kosten vergoeden wij niet? De volgende kosten vergoeden wij niet. - Kosten die de tegenpartij maakt buiten de rechtszaak om (buitengerechtelijke kosten). Ook niet als u die moet betalen. - Kosten die u kunt terugkrijgen van een ander. Bijvoorbeeld van de overheid, of van een andere verzekeraar. - Boetes en dwangsommen die u van de rechter moet betalen. - Kunt u de btw die u betaalt voor juridische hulp verrekenen met de btw die u betaalt voor andere zaken? Dan vergoeden wij de btw niet. - Spreekt u af dat een juridisch specialist een extra beloning krijgt als hij uw zaak wint? Dan betaalt u die beloning zelf. In sommige gevallen vergoeden we niet alle kosten. - Als niet alle onderdelen van uw conflict verzekerd zijn. We vergoeden dan het deel dat wel verzekerd is. - Als er ook anderen zijn die belang hebben bij de oplossing van uw conflict. We vergoeden dan voor uw aandeel in de totale kosten. Daarbij maakt het niet uit of die anderen meedoen met uw zaak. Hieronder vindt u een voorbeeld. U wilt samen met veel buurtbewoners bezwaar maken tegen een bestemmingsplan van de gemeente Bijvoorbeeld om de komst van een torenflat tegen te houden. Hiervoor wilt u samen 1 juridisch specialist inschakelen. De andere buurtbewoners hebben dus ook belang bij de uitkomst van uw bezwaar. ARAG betaalt dan alleen uw aandeel in de kosten.

  • Vergoeding van kosten Heeft u kosten gemaakt om een direct dreigende schade te voorkomen of te verminderen? Dan vergoeden wij deze kosten. Dit geldt alleen als die schade onder deze verzekering valt. Bij een verzekerde gebeurtenis vergoeden wij ook de noodzakelijke kosten voor: • bewaking en vervoer van de verzekerde caravan naar de dichtstbijzijnde reparateur die de schade kan repareren. Dit geldt ook voor de eventueel meeverzekerde inboedel en voortent; • berging en opruiming van de caravan. Dit geldt ook voor de eventueel meeverzekerde inboedel en voortent.

  • Reiskostenvergoeding Lid 1 De werknemer ontvangt voor het reizen met eigen vervoer, een vergoeding van de reiskosten voor het vervoer heen en terug van zijn woning naar de vestiging, dan wel een door de werkgever aangewezen opstappunt, conform Artikel 38 Lid 6. De vergoeding is gebaseerd op het aantal gereden kilometers per dag en bedraagt: Aantal gereden kilometers totaal per dag Vergoeding Maximum vergoeding per dag 1 t/m 10 km heen en terug € 0,19 per km € 1,90 Vanaf 11 t/m 20 km heen en terug € 0,19 per km € 2,65 Vanaf 21 km heen en terug € 0,19 per km € 3,00 Lid 2 Bij vrijwillige verhuizing verder van de onderneming ontstaat geen recht op een hogere reiskostenvergoeding. Lid 3 Indien de werknemer voor het vervoer van zijn woning naar de plaats waar de werkzaamheden feitelijk worden uitgevoerd, niet zijnde de hoofd- of nevenvestiging van de onderneming, per dag tot en met 30 kilometer reist (totaal heen en terug), ontvangt hij een vergoeding conform de tabel in Lid 1. Over de meerdere kilometers boven 30 kilometer (totaal heen en terug) ontvangt de werknemer € 0,27 per kilometer. Lid 4 Indien, naar het oordeel van de werkgever, de werknemer gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, of indien de werknemer tijdens de werktijd ten behoeve van de werkzaamheden gebruik moet maken van een eigen vervoermiddel, dan ontvangt hij hiervoor een vergoeding van € 0,27 per kilometer. Lid 5 Indien de werkzaamheden worden verricht op een zodanige afstand van de woonplaats van de werknemer, dat het voor hem noodzakelijk is elders te overnachten, zal op ondernemingsniveau een passende regeling worden getroffen voor een zogenaamde nachtvergoeding. Lid 6 De werkgever zal binnen de kaders van de fiscale wet- en regelgeving, maandelijks zijn medewerking verlenen aan het fiscaal vriendelijk geheel of gedeeltelijk verrekenen van eventuele niet-benutte ruimte met betrekking tot de vergoeding voor reiskosten voor woon- werkverkeer. Als een maandelijkse verwerking niet mogelijk is, kan de werkgever er ook voor kiezen om dit per kwartaal, halfjaarlijks of jaarlijks te verrekenen. Indien de fiscale regelgeving wijzigt wordt deze regeling dienovereenkomstig aangepast. Lid 7 Bij verplaatsing van de vestiging of het opstappunt op initiatief van de werkgever waarbij de afstand voor woon-werkverkeer met meer dan 10 kilometer toeneemt, ontvangt de werknemer een vergoeding van € 0,19 per kilometer over het meerdere van 10 kilometer. Deze vergoeding wordt in 3 jaar in 3 gelijke stappen afgebouwd.

  • WANNEER XXXX U GEEN VERGOEDING MEER OPEISEN? 9.1 Hebben wij u een brief gestuurd waarin wij u meedelen dat wij definitief het besluit hebben genomen om geen (verdere) vergoeding(en) uit te keren? Xxx verjaart uw vordering op ons 3 jaar na de datum van deze brief. Dat betekent dat uw vordering dan volgens de wet niet meer geldig is.

  • Kostenvergoeding De werknemer krijgt de kosten, die hij voor de onderneming heeft gemaakt, terug betaald.

  • Kostenvergoedingen a. De werknemer kan in aanmerking komen voor de volgende kostenvergoedingen: - woon-werkverkeer (artikel 6.2); - functiegerichte scholing (artikel 6.3), loopbaan- gerichte scholing (artikel 6.4), en maaltijdkosten (artikel 6.7). b. Voorts kunnen door de werkgever een aantal facultatieve kostenvergoedingen toegekend worden. In bijlage 6 zijn de aanbevelingen opgenomen met betrekking tot deze regelingen: - zakelijke kilometers; - telefoon; - verblijf. Deze niet verplichte kostenvergoedingen zullen individueel in de arbeidsovereenkomst worden overeengekomen. Daarbij worden zoveel als mogelijk de richtlijnen gevolgd zoals deze in bijlage 6 zijn op- genomen. De werkgever heeft echter te allen tijde de bevoegdheid om daar van af te wijken. c. De vergoedingen worden maandelijks met het salaris uitbetaald, dan wel rechtstreeks per kas onder overleg- ging van de originele betalingsbewijzen of nota’s, (eventueel) de kilometerstaten en de door de werk- gever voor akkoord getekende opgave. d. Indien de werknemer de functie langer dan 1 maand niet uitoefent, behoudt de werkgever zich het recht voor om de voor de werknemer geldende kosten ver- goeding(en) stop te zetten, zonder dat de werkgever jegens de werknemer gehouden zal zijn tot betaling van enige (schade-) vergoeding. e. Alle kostenvergoedingsregelingen zijn erop gebaseerd dat voor de werkgever, ten aanzien van de vergoedin- gen, geen inhoudingplicht in het kader van de Wet op de Loonbelasting aanwezig is.

  • Onkostenvergoeding De vrijwilliger ontvangt geen beloning voor de verrichte werkzaamheden. De vrijwilliger ontvangt een vergoeding voor de werkelijk gemaakte kosten. Uitgangspunt is dat de vrijwilliger vooraf toestemming heeft gekregen van de contactpersoon voor het maken van deze kosten. Vergoeding vindt plaats na overlegging van een declaratieformulier en evt. ook een betalingsbewijs bij de contactpersoon van Jeugd GGZ.

  • Verhuiskostenvergoeding De werknemer die een dienstverband aangaat met een nieuwe werkgever komt op dat moment in aanmerking voor de verhuiskostenvergoeding volgens de arbeidsvoorwaardenregeling indien de nieuwe werkgever een dergelijke vergoeding niet ter beschikking stelt.

  • WANNEER KRIJGT U GEEN VERGOEDING? Premie niet betaald 6.1 Wij vergoeden geen kosten en verlenen geen hulp als u de premie voor deze verzekering niet heeft betaald.

  • Hoe berekenen we uw vergoeding? We berekenen de vergoeding per werkdag. Dat doen we door het verzekerde loon te delen door 260 dagen. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, ontvangt u dus een deel van de vergoeding. U ontvangt deze vergoeding echter niet over de wachtdagen. We stellen de vergoeding als volgt vast: - Mate van arbeidsongeschiktheid Is de verzekerde volledig arbeidsongeschikt? Dan is uw vergoeding voor hem gelijk aan het verzekerde loon vermenigvuldigd met het verzekerde dekkingspercentage. Heeft u de werkgeverslasten meeverzekerd? Dan verhogen we het verzekerde loon eerst met de werkgeverslasten. Is de verzekerde gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan is de vergoeding voor hem gelijk aan de vergoeding bij volledige arbeidsongeschiktheid, vermenigvuldigd met zijn arbeidsongeschiktheidspercentage. - Passende arbeid Verricht de arbeidsongeschikte verzekerde passende arbeid? Dan bepaalt de casemanager, in overleg met u, welke loonwaarde aan deze arbeid gekoppeld is. Die loonwaarde trekken we af van het verzekerde loon. De uitkomst hiervan vermenigvuldigen we met het verzekerde dekkingspercentage. - Werk op arbeidstherapeutische basis Gaat de verzekerde op arbeidstherapeutische basis aan het werk? Dan behoudt u maximaal vier weken uw oorspronkelijke vergoeding. Daarna beschouwen we de arbeidstherapeutische arbeid als passende arbeid. We berekenen uw vergoeding dan zoals aangegeven bij Passende arbeid. - Andere wettelijke uitkering Heeft de verzekerde voor zijn arbeidsongeschiktheid ook recht op een wettelijke uitkering? En kunt u deze uitkering in mindering brengen op uw loondoorbetalingsplicht? Dan is de vergoeding gelijk aan het verzekerd loon maal het dekkingspercentage minus de in mindering te brengen wettelijke uitkering. We vergoeden nooit meer dan het loon dat u verplicht bent om door te betalen. Als u werkgeverslasten heeft meeverzekerd, dan verhogen we de vergoeding met deze werkgeverslasten.