Vergoeding van de Inbreng Voorbeeldclausules

Vergoeding van de Inbreng. De Inbreng zal uitsluitend worden vergoed door de toekenning aan de Inbrenger van nieuwe aandelen in Aedifica. Het aantal Nieuwe Aandelen dat in het kader van de voorgenomen Inbreng aan de Inbrenger zal worden toegekend, wordt bekomen door de Inbrengwaarde van EUR 7.955.000 te delen door de Uitgifteprijs (zoals hieronder gedefinieerd), met dien verstande dat als de uitkomst van deze breuk geen geheel getal kent, deze wordt afgerond naar de lagere eenheid. Overeenkomstig artikel 26, §2, 2° van de GVV-wet mag de Uitgifteprijs niet minder bedragen dan de laagste waarde van (a) de netto-waarde per aandeel die dateert van ten hoogste vier maanden vóór de datum van de Inbrengovereenkomst of, naar keuze van de OGVV, vóór de datum van de akte van kapitaalverhoging, en (b) de gemiddelde slotkoers gedurende de dertig kalenderdagen voorafgaand aan diezelfde datum. De peildatum werd door de partijen vastgelegd op de datum van de ondertekening van de Inbrengovereenkomst, zijnde 17 december 2020. De "Uitgifteprijs" van de Nieuwe Aandelen wordt conventioneel vastgesteld op (afgerond) EUR 88,07. Deze Uitgifteprijs werd bepaald rekening houdende met (i) het gemiddelde van de slotkoersen op Euronext Brussels en Euronext Amsterdam van het Aedifica-aandeel gedurende vijf beursdagen onmiddellijk voorafgaand aan de datum van de akte van de kapitaalverhoging, verminderd met (ii) het pro rata dividend verbonden aan coupon 27 (en volgende) voor de periode die loopt vanaf 27 oktober 2020 tot en met de datum van de inbreng in natura (te bepalen op basis van de dividendvooruitzichten die Aedifica heeft bekendgemaakt op 2 september 2020, i.e. 4,60 EUR bruto per aandeel voor het lopende verlengde boekjaar 2019/2020 eindigend op 31 december 2020); ten einde rekening te houden met het feit dat het verwachte dividend voor het lopende (verlengde) boekjaar met betrekking tot de periode van 27 oktober 2020 tot en met datum van de Inbreng pro rata door de Inbrenger ten gunste van Aedifica ten laste wordt genomen, en verminderd met (iii) een marktconforme discount van zes komma vijf procent (6,5) %. De raad van bestuur stelt derhalve vast dat de conventioneel overeengekomen uitgifteprijs van (afgerond) EUR 88,07 niet lager is dan de laagste waarde van de netto-waarde per Aedifica-aandeel (in de zin van artikel 2, 23° van de GVV-wet) op 30 september 2020 zijnde EUR 65,16 per aandeel, zoals gepubliceerd in de Tussentijdse verklaring 30.09.2020 van de Vennootschap van 13 november 2020 (d.i. niet ...
Vergoeding van de Inbreng. De Inbreng zal exclusief worden vergoed door de toekenning aan de Inbrenger van nieuw uitgegeven aandelen in de Vennootschap (de “Nieuwe Aandelen”). Het aantal Nieuwe Aandelen dat in het kader van de voorgenomen Inbreng aan de Inbrenger zal worden toegekend, wordt bekomen door de Inbrengwaarde (3.300.000 EUR) te delen door de Uitgifteprijs (zoals hieronder gedefinieerd), met dien verstande dat als de uitkomst van deze breuk geen geheel getal kent, deze wordt afgerond naar de lagere eenheid. De uitgifteprijs van de nieuwe aandelen (de “Uitgifteprijs”) werd conventioneel overeengekomen tussen de Inbrenger en de Vennootschap op 72 EUR per nieuw uitgegeven aandeel. De Uitgifteprijs werd bepaald op basis van een afweging van de volgende twee methoden:
Vergoeding van de Inbreng. De Inbreng zal exclusief worden vergoed door de toekenning aan de Inbrenger van nieuw uitgegeven aandelen in de Vennootschap (de “Nieuwe Aandelen”). Het aantal Nieuwe Aandelen dat in het kader van de voorgenomen Inbreng aan de Inbrenger zal worden toegekend, wordt bekomen door de Inbrengwaarde (3.300.000 EUR) te delen door de Uitgifteprijs (zoals hieronder gedefinieerd), met dien verstande dat als de uitkomst van deze breuk geen geheel getal kent, deze wordt afgerond naar de lagere eenheid. De uitgifteprijs van de nieuwe aandelen (de “Uitgifteprijs”) werd conventioneel overeengekomen tussen de Inbrenger en de Vennootschap op 72 EUR per nieuw uitgegeven aandeel. De Uitgifteprijs werd bepaald op basis van een afweging van de volgende twee methoden: 1) De boekhoudkundige netto-actiefwaarde De boekhoudkundige netto-actiefwaarde van de Vennootschap bedroeg 487 miljoen EUR op 31 december 202011, of 82,2 EUR per aandeel. Aangezien het dividend van 5,25 EUR per aandeel dat werd uitgekeerd in mei 2021 naar aanleiding van de jaarlijkse algemene vergadering hier nog in vervat zit, moet dit worden gecorrigeerd naar ca. 77 EUR per aandeel. De boekhoudkundige netto-
Vergoeding van de Inbreng. De Inbreng zal exclusief worden vergoed door de toekenning aan de Inbrenger van nieuw uitgegeven aandelen in de Vennootschap (de “Nieuwe Aandelen”). Het aantal Nieuwe Aandelen dat in het kader van de voorgenomen Inbreng aan de Inbrenger zal worden toegekend, wordt bekomen door de Inbrengwaarde (290.133.036 EUR) te delen door de Uitgifteprijs (zoals hieronder gedefinieerd), met dien verstande dat als de uitkomst van deze breuk geen geheel getal kent, deze wordt afgerond naar de lagere eenheid. De uitgifteprijs van de nieuwe aandelen (de “Uitgifteprijs”) werd conventioneel overeengekomen tussen de Inbrenger en de Vennootschap op 72 EUR per nieuw uitgegeven aandeel. De Uitgifteprijs werd bepaald op basis van een afweging van de volgende twee methoden: 1) De boekhoudkundige netto-actiefwaarde De boekhoudkundige netto-actiefwaarde van de Vennootschap bedroeg 487 miljoen EUR op 31 december 202015, of 82,2 EUR per aandeel. Aangezien het dividend van 5,25 EUR per aandeel dat werd uitgekeerd in mei 2021 naar aanleiding van de jaarlijkse algemene vergadering hier nog in vervat zit, moet dit worden gecorrigeerd naar ca. 77 EUR per aandeel. De boekhoudkundige netto- actiefwaarde van de Vennootschap op 31 maart 2021 bedroeg 499 miljoen EUR of 84,2 EUR per aandeel (vóór dividend). De boekhoudkundige netto-actiefwaarde van de Vennootschap wordt in belangrijke mate bepaald door de waardering van de vastgoedbeleggingen, deze is slechts licht gestegen tussen 31 december 2020 en 31 maart 2021. De reële waarde van de vastgoedportefeuille van de Vennootschap bedroeg 1,14 miljard per 31 december 2020 en 1,13 miljard per 31 maart 2021.16 Deze waardering wordt gedaan door Xxxxxxx & Wakefield volgens de algemene gebruikte methodes van vastgoedschatters, zijnde een combinatie van DCF-methode en kapitalisatiemethode. Voor meer details en verdere informatie wordt

Related to Vergoeding van de Inbreng

  • Vergoeding van de schade Is uw caravan gestolen? Dan vergoeden wij de waarde zoals die staat aangegeven op uw polisblad onder Waardegarantie. • Is uw caravan beschadigd, maar niet total loss? Dan vergoeden wij de volledige kosten van reparatie als u die binnen zes maanden na de schade aan uw caravan laat uitvoeren. Doet u dit niet of later? Dan vergoeden wij 50% van de reparatiekosten. • Heeft uw caravan een kleine beschadiging opgelopen die de functionaliteit van uw caravan niet aantast? Dan vergoeden wij het bedrag dat uw caravan minder waard is geworden. Wij vragen een deskundige om de hoogte van deze vergoeding vast te stellen. Onder kleine beschadigingen verstaan we krasjes en kleine deuken door bijvoorbeeld vallende tentstokken. • Wordt uw diefstalpreventiemateriaal beschadigd of gestolen? Dan vergoeden wij maximaal: - bij totaal verlies: de nieuwwaarde of de dagwaarde, verminderd met de waarde van de eventuele restanten. Wij vergoeden op basis van de dagwaarde als deze minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde; - bij beschadiging: de herstelkosten, tot maximaal het bij totaal verlies te vergoeden bedrag. Is een alternatieve of gedeeltelijke reparatie mogelijk? Vallen de reparatiekosten lager uit door een alternatieve reparatiemethode of een gedeeltelijke reparatie? Dan baseren wij onze schadevergoeding hierop. Het moet dan wel een technisch verantwoorde reparatie zijn en de functionaliteit van uw caravan mag niet worden aangetast. Voorbeelden hiervan zijn: • Een zijwand wordt gedeeltelijk vervangen, waarbij een extra sierlijst aan beide zijden van uw caravan geplaatst wordt. • Er wordt een serviceluik aangebracht, als de onderste beplating beschadigd is. Is uw caravan total loss? Kan uw caravan niet meer gerepareerd worden? Dan vergoeden wij de waarde zoals die staat aangegeven op uw polisblad onder Waardegarantie, min de waarde van de restanten. Kan uw caravan wel gerepareerd worden? Maar zijn de reparatiekosten hoger dan twee derde van de verzekerde waarde van uw caravan? Dan kunt u kiezen uit twee mogelijkheden: • We vergoeden de reparatiekosten tot maximaal de verzekerde waarde die op uw polisblad staat. • We vergoeden de waarde van uw caravan, zoals die staat aangegeven op uw polisblad onder Waardegarantie, min de restwaarde.

  • Vergoeding van kosten Heeft u kosten gemaakt om een direct dreigende schade te voorkomen of te verminderen? Dan vergoeden wij deze kosten. Dit geldt alleen als die schade onder deze verzekering valt. Bij een verzekerde gebeurtenis vergoeden wij ook de noodzakelijke kosten voor: • bewaking en vervoer van de verzekerde caravan naar de dichtstbijzijnde reparateur die de schade kan repareren. Dit geldt ook voor de eventueel meeverzekerde inboedel en voortent; • berging en opruiming van de caravan. Dit geldt ook voor de eventueel meeverzekerde inboedel en voortent.

  • Hoe wordt uw recht op een vergoeding vastgesteld? Uw bedrijfsarts beoordeelt of de verzekerde arbeidsongeschikt is en in hoeverre de verzekerde beperkt is in het verrichten van zijn werkzaamheden. Met de gegevens van de bedrijfsarts bepalen we of er recht op een vergoeding bestaat en wat de hoogte en duur hiervan is. Daarnaast beoordelen we of u en de verzekerde aan de polisvoorwaarden voldoen.

  • Omvang van de schadevergoeding 46.1 Wordt een inzittende gedood of gewond, dan zal bij de vaststelling van de omvang van de vergoeding en van de rechthebbenden op vergoeding, het bepaalde in de artikelen 6:107 en 6:108 BW dienovereenkomstig van kracht zijn. 46.2 Indien een inzittende burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de onder deze dekking verzekerde schade, zal de betaling geschieden krachtens de dekking aansprakelijkheid motorrijtuigen. 46.3 Op deze dekking kan geen beroep worden gedaan door anderen dan de rechtstreeks bij het schadegeval betrokken benadeelde natuurlijke personen of hun nagelaten betrekkingen. 46.4 Geen aanspraak op vergoeding bestaat voorzover de inzittende recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of op schadevergoedingen of verstrekkingen uit andere hoofde. 46.5 Het niet dragen van in het motorrijtuig aanwezige autogordels kan eigen schuld aan de schade opleveren. Deze eigen schuld zal naar de maatstaven van het burgerlijk recht bij de vaststelling van de schade worden toegerekend. 46.6 Indien het totale bedrag van de door de inzittenden c.q. hun rechtverkrijgenden geleden schade hoger is dan het verzekerd bedrag, wordt dit bedrag naar evenredigheid van de door ieder van hen geleden schade uitgekeerd.

  • Berekening van de vergoeding A. Bij een gedeeltelijk schadegeval vergoeden wij de volgende herstellingskosten: 1. de kosten voor het opsporen van de oorzaak van het schadegeval; 2. de loon- en verplaatsingskosten m.b.t. het demonteren, herstellen en opnieuw monteren; 3. de kosten van de gebruikte materialen en vervangingsstukken, alsook de kosten voor het vervoer ervan. 1. voor het informatica- en kantoormaterieel: de factuur van de herstelling; 2. voor elk ander verzekerde materieel: de factuur van de herstelling zonder toepassing van de slijtage behalve op de regelmatig te vervangen elementen waarvoor wij een forfaitaire slijtage van 50 % toepassen. B. Bij een volledig schadegeval vergoeden wij het beschadigde verzekerde materieel: 1. voor het informatica- en kantoormaterieel: wij vergoeden u in nieuwwaarde zonder de kost te overschrijden van vergelijkbaar nieuw materieel, met hetzelfde vermogen en dezelfde prestaties of, bij gebrek, indien het materieel niet meer beschikbaar is op de markt, het model van hetzelfde type dat dit onmiddellijkvervangt. 2. voor elk ander verzekerde materieel: wij vergoeden u in werkelijke waarde na aftrek van de waarde van de brokstukken en van de nog bruikbare stukken. C. Indien u beslist het beschadigde materieel niet te vervangen of niet te laten herstellen, vergoeden wij u voor: 1. het informatica- en kantoormaterieel: in nieuwwaarde met toepassing van een forfaitaire slijtage van 10 % per jaar te rekenen vanaf de aankoopdatum; 2. elk ander verzekerde materieel: in werkelijke waarde na aftrek van de waarde van de brokstukken en van de nog bruikbare stukken. D. Wij vergoeden de btw in de mate dat deze inbegrepen is in de aangegeven waarde en voor zover deze niet fiscaal recupereerbaar of aftrekbaar is. De vergoeding mag in geen geval de aangegeven waarde voor het verzekerde materieel overschrijden; E. In geval van onderverzekering van meer dan 10 %, passen wij de evenredigheidsregel toe. F. Wij dragen ook de reddingskosten; deze kosten zijn beperkt tot de aangegeven waarde met een maximum van 28.498.386,00 EUR. G. Indien een stuk of elk deel van het beschadigde materieel niet meer kan worden vervangen omdat het verzekerde materieel niet meer gemaakt wordt of de vervangingsstukken niet meer beschikbaar zijn op de markt, zijn wij enkel gehouden tot het bedrag, bij monde van de deskundige, van de kosten voor de vervanging of voor de herstelling van het stuk of het deel van het beschadigde verzekerde materieel. H. Het beschadigde verzekerde materieel wordt beschouwd als hersteld in zijn werkingstoestand van vóór het schadegeval wanneer het weer in gebruik gebracht wordt. Op dat ogenblik houden onze verplichtingen voor dat schadegeval op. I. Onder voorbehoud van artikel 6 B, heeft de verzekerde in geen geval het recht het beschadigde verzekerde materieel aan ons over te laten.

  • Wat zijn de gevolgen als u de melding niet op tijd doorgeeft? Ontvangen we de arbeidsongeschiktheidsmelding pas na 42 weken? Dan bestaat geen recht op aanvulling als wij door de late melding in onze belangen zijn geschaad.

  • Duur en verlenging van de Overeenkomst 1. De Overeenkomst wordt aangegaan voor de maximale termijn van het overeengekomen type Kinderopvang. 2. De maximale termijn voor Dagopvang duurt tot de leeftijd waarop het kind basisonderwijs volgt. 3. De maximale termijn voor Buitenschoolse opvang duurt van de leeftijd dat het kind basisonderwijs kan volgen, tot de dag waarop het voortgezet onderwijs voor het kind begint. 4. In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen Partijen een kortere duur overeenkomen van maximaal één jaar. 5. Na afloop van de Overeenkomst die conform lid 4 is aangegaan voor een kortere duur dan de maximale termijn, kunnen Partijen de Overeenkomst verlengen. Verlenging vindt niet stilzwijgend plaats. 6. Een verlenging van de Overeenkomst wordt Schriftelijk overeengekomen.

  • Aanvaarding van de opdracht 1. Opdrachtgever dient het aanbod expliciet en schriftelijk te aanvaarden. Indien opdrachtgever dit nalaat, maar er desondanks mee instemt, of althans die indruk wekt, dat fotograaf werk verricht in het kader van de overeenkomst, dan wordt het aanbod als aanvaard beschouwd. 2. Fotograaf houdt zich het recht voor een opdracht te weigeren indien na aanvaarding nieuwe informatie beschikbaar komt die uitvoering voor fotograaf onaanvaardbaar maken. 3. Na aanvaarding kan de overeenkomst slechts met wederzijdse instemming worden gewijzigd. Fotograaf is in dat geval gerechtigd de voor de overeenkomst verschuldigde prijs aan te passen.

  • Duur en afsluiting van de opdracht 11.1 De duur van de opdracht hangt af van de soort dienstverlening en wordt zoveel mogelijk tevoren overeengekomen in de opdrachtbevestiging. In de opdrachtbevestiging wordt indien mogelijk een inschatting van de duur van de opdracht en van het aantal te houden sessies gegeven. 11.2 Na het verstrijken van de duur van de opdracht kan geen aanspraak meer gemaakt worden op niet of nog niet opgenomen onderdelen van de opdracht zoals coachingsuren en lesmateriaal in welke vorm dan ook.

  • Wijziging van de opdracht c.q. meerwerk De opdrachtgever aanvaardt dat de tijdsplanning van de opdracht kan worden beïnvloed, indien partijen tussentijds overeenkomen de aanpak, werkwijze of omvang van de opdracht en/of de daaruit voortvloeiende werkzaamheden uit te breiden of te wijzigen. Indien de tussentijdse wijziging in de opdracht of opdrachtuitvoering ontstaat door toedoen van de opdrachtgever, zal Smart Group de noodzakelijke aanpassingen aanbrengen, indien de kwaliteit van de dienstverlening dit vergt. Indien zo n aanpassing leidt tot meerwerk, zal dit als een aanvullende opdracht aan de opdrachtgever worden bevestigd.