Hoe berekenen we uw vergoeding? We berekenen de vergoeding per werkdag. Dat doen we door het verzekerde loon te delen door 260 dagen. Voor iedere werkdag dat de verzekerde arbeidsongeschikt is, ontvangt u dus een deel van de vergoeding. U ontvangt deze vergoeding echter niet over de wachtdagen. We stellen de vergoeding als volgt vast: - Mate van arbeidsongeschiktheid Is de verzekerde volledig arbeidsongeschikt? Dan is uw vergoeding voor hem gelijk aan het verzekerde loon vermenigvuldigd met het verzekerde dekkingspercentage. Heeft u de werkgeverslasten meeverzekerd? Dan verhogen we het verzekerde loon eerst met de werkgeverslasten. Is de verzekerde gedeeltelijk arbeidsongeschikt? Dan is de vergoeding voor hem gelijk aan de vergoeding bij volledige arbeidsongeschiktheid, vermenigvuldigd met zijn arbeidsongeschiktheidspercentage. - Passende arbeid Verricht de arbeidsongeschikte verzekerde passende arbeid? Dan bepaalt de casemanager, in overleg met u, welke loonwaarde aan deze arbeid gekoppeld is. Die loonwaarde trekken we af van het verzekerde loon. De uitkomst hiervan vermenigvuldigen we met het verzekerde dekkingspercentage. - Werk op arbeidstherapeutische basis Gaat de verzekerde op arbeidstherapeutische basis aan het werk? Dan behoudt u maximaal vier weken uw oorspronkelijke vergoeding. Daarna beschouwen we de arbeidstherapeutische arbeid als passende arbeid. We berekenen uw vergoeding dan zoals aangegeven bij Passende arbeid. - Andere wettelijke uitkering Heeft de verzekerde voor zijn arbeidsongeschiktheid ook recht op een wettelijke uitkering? En kunt u deze uitkering in mindering brengen op uw loondoorbetalingsplicht? Dan is de vergoeding gelijk aan het verzekerd loon maal het dekkingspercentage minus de in mindering te brengen wettelijke uitkering. We vergoeden nooit meer dan het loon dat u verplicht bent om door te betalen. Als u werkgeverslasten heeft meeverzekerd, dan verhogen we de vergoeding met deze werkgeverslasten.
Maaltijdvergoeding Indien de werkgever geen maaltijd verstrekt, heeft de medewerker recht op een vergoeding. Deze vergoeding is per 1 januari 2021 ten minste € 4,30. Overlegt de medewerker een kassabon van een genoten maaltijd op die dag met een hoger bedrag, dan ontvangt hij het bonbedrag tot een maximum van € 8,80.
Overige vergoedingen De kosten van lesboeken, examens (materiaal en inschrijving) en theorieopleiding (inschrijfkosten school) worden vergoed door de werkgever zonder dat deze kosten bij de leerling-werknemer mogen worden teruggevorderd. Tevens zal de werkgever de leerling-werknemer de benodigde gereedschappen, bedrijfskleding en veiligheidsmiddelen ter beschikking stellen, alsmede een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering ten behoeve van de leerling-werknemer afsluiten.
Vergoedingen en betaling 9.1. De door de Klant aan CCV verschuldigde vergoedingen voor de te leveren Producten en Diensten zijn door de Klant geaccepteerd bij de totstandkoming van de Overeenkomst. 9.2. Tenzij anders is overeengekomen, zullen alle door de Klant aan CCV verschuldigde bedragen vooraf per automatische incasso worden geïncasseerd vanaf het rekeningnummer van de Klant dat op de Overeenkomst vermeld staat, dan wel anderszins door de Klant aan CCV gecommuniceerd is. De Klant staat ervoor in dat op de desbetreffende rekening steeds voldoende saldo staat. De Klant zal zo nodig mee werken aan de verlening van de noodzakelijke machtigingen, die het voor CCV mogelijk maakt om de automatische incasso uit te voeren. De Klant staat in dit kader in voor de juistheid van de door hem aan CCV verstrekte gegevens. 9.3. Uiterlijk 5 dagen voor de incassodatum wordt de Klant geïnformeerd over de exacte incassodatum en bedrag. Bij periodieke afschrijvingen worden de periodieke incasso afschrijvingen met de bedragen en incassodata eveneens uiterlijk 5 dagen voor de desbetreffende incassodatum aangekondigd. 9.4. Indien met de Klant betaling achteraf per factuur wordt overeengekomen, geldt een betalingstermijn van veertien (14) dagen na de factuurdatum. 9.5. Betalingen van de Klant aan CCV zullen steeds worden geacht te strekken tot voldoening van de langst openstaande vordering, ook indien de Klant bij betaling anders vermeldt. 9.6. CCV behoudt zich het recht voor haar tarieven en vergoedingen jaarlijks per 1 januari te wijzigen overeenkomstig het CBS consumenten prijs indexcijfer totale bestedingen (2006 = 100) van augustus. Daarnaast heeft CCV te allen tijde het recht aantoonbare prijsstijgingen van leveranciers van CCV aan de Klant door te berekenen. 9.7. De Klant is niet bevoegd op het door hem verschuldigde bedrag enig bedrag in mindering te brengen of het door hem verschuldigde bedrag te verrekenen met enige tegenvordering die hij mocht of meent te hebben op CCV. Evenmin is de Klant gerechtigd zijn betalingsverplichtingen op te schorten. 9.8. Indien enig door de Klant verschuldigd bedrag niet kan worden geïncasseerd via automatische incasso of de Klant anderszins niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen voldoet, is de Klant van rechtswege in verzuim zonder dat daartoe een nadere aanmaning en/of ingebrekestelling vereist is. CCV is in dat geval gerechtigd vanaf de vervaldatum van de factuur intresten in rekening te brengen conform de wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties van 2 augustus 2002, tot aan de dag van algehele voldoening, een en ander onverminderd de overige rechten van CCV, waaronder onder meer begrepen maar niet beperkt tot het recht van CCV haar verplichtingen (waaronder in ieder geval begrepen de dienstverlening door CCV) onmiddellijk geheel of gedeeltelijk op te schorten. Alle eventuele kosten, zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke, die door CCV worden gemaakt om de nakoming van de (betalings-)verplichtingen van de Klant af te dwingen, komen ten laste van de Klant. De buitengerechtelijke kosten worden hierbij vastgesteld op 15% van het factuurbedrag, zulks met een minimum van € 40,-. 9.9. Indien de Klant in verzuim is met betaling, is hij tevens gehouden om op eerste verzoek van CCV alle reeds afgeleverde Producten waarvan de eigendom niet aan Klant is overgedragen op haar kosten aan CCV te (doen) retourneren. 9.10. De Klant is bij of na het aangaan van de Overeenkomst op eerste verzoek daartoe van CCV telkens gehouden tot verschaffing van voldoende zekerheid in verband met zijn betalingsverplichtingen en andere uit de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. In afwachting van deze zekerheidsverschaffing is CCV gerechtigd tot gehele of gedeeltelijke opschorting van haar verplichtingen. 9.11. Alle kosten van welke aard dan ook, voortvloeiend uit of gemaakt in verband met de Overeenkomst en/of de uitvoering daarvan, zowel in als buiten rechte, waaronder begrepen de kosten van juridische bijstand en proceskosten, zijn voor rekening van de Klant.
WANNEER KRIJGT U GEEN VERGOEDING? Premie niet betaald 6.1 Wij vergoeden geen kosten en verlenen geen hulp als u de premie voor deze verzekering niet heeft betaald.
Hoe wordt uw recht op een vergoeding vastgesteld? Uw bedrijfsarts beoordeelt of de verzekerde arbeidsongeschikt is en in hoeverre de verzekerde beperkt is in het verrichten van zijn werkzaamheden. Met de gegevens van de bedrijfsarts bepalen we of er recht op een vergoeding bestaat en wat de hoogte en duur hiervan is. Daarnaast beoordelen we of u en de verzekerde aan de polisvoorwaarden voldoen.
Wat vergoeden we? U krijgt bij uw geschil juridische hulp van deskundigen in loondienst van DAS. De kosten van deze medewerkers krijgt u volledig vergoed. Daarnaast vergoeden wij ook tot maximaal € 25.000,- per geschil het volgende: • de redelijke en noodzakelijk gemaakte kosten van een deskundige die niet bij DAS werkt en die DAS voor u heeft ingeschakeld; • kosten van een mediator die DAS voor u heeft ingeschakeld. Maar alleen als deze kosten echt nodig waren voor de mediation (bemiddeling). DAS vergoedt alleen uw deel van de kosten; • kosten van getuigen in een rechtszaak. Maar alleen als de rechter het goed vond dat deze mensen getuigen waren; • proceskosten voor een rechtszaak, waarvan de rechter vond dat u deze moet betalen; • reis- en verblijfkosten die u heeft gemaakt, doordat u bij een rechter in het buitenland moet komen. Maar alleen als uw advocaat heeft gezegd dat u daar inderdaad heen moet. En ook alleen als u deze kosten van tevoren met DAS besproken heeft; • kosten die u heeft gemaakt om een uitspraak van de rechter uit te (laten) voeren. Moet er een gerechtelijke of administratieve procedure gevoerd worden? En bent u niet verplicht om hiervoor een advocaat in te schakelen? Dan mag u kiezen of u zich in die procedure laat bijstaan door: • een juridisch specialist in dienst van DAS. Dan vergoedt DAS de kosten hiervoor volledig. Bijkomende externe kosten vergoedt DAS dan tot maximaal € 25.000,- • een andere rechtshulpverlener die u zelf heeft gekozen. Dan vergoedt DAS de noodzakelijke en redelijke behandelkosten van de door u gekozen rechtshulpverlener in die procedure tot maximaal € 5.000. Bijkomende externe kosten vergoedt DAS ook, maar in totaal zal DAS nooit meer vergoeden dan € 25.000,-. U moet in dat geval ook een eigen risico van € 250,- aan DAS betalen. DAS schakelt de door u aangewezen rechtshulpverlener pas in nadat u het eigen risico aan DAS heeft betaald. Moet u een waarborgsom betalen voor uw vrijlating of om uw paspoort, rij- of vaarbewijs terug te krijgen? Of om een beslag op uw spullen op te heffen? Dan betaalt DAS die waarborgsom tot maximaal € 12.500,-. Maar alleen als u de waarborgsom aan een bevoegde overheidsinstantie moet betalen. Krijgt u het bedrag van de waarborgsom terug? Dan moet u dat bedrag zo snel mogelijk aan DAS terugbetalen. Krijgt u het bedrag van de waarborgsom niet terug? Xxx moet u het bedrag uiterlijk binnen één jaar terugbetalen. Kunt u de schade niet verhalen op degene die daar aansprakelijk voor is, omdat die dat niet kan betalen? Dan vergoedt DAS deze schade tot maximaal € 750,-. Maar alleen als de schade minimaal € 125,- is. Is de behandeling van het geschil te duur of kost die te veel tijd? Dan kan DAS beslissen om u een bedrag te geven en de zaak daarmee af te handelen. Dat bedrag is dan even groot als de schade die u heeft. 1. Algemene Contractvoorwaarden voor onze doorlopende verzekeringen 2. Voorwaarden voor onze reisverzekering
Thuiswerkvergoeding a. De werknemer die anders dan incidenteel thuis werkt, heeft recht op een vergoeding van € 2,00 netto per thuiswerkdag om de dienstbetrekking vanuit thuis goed te kunnen uitvoeren. Onder anders dan incidenteel thuiswerken in dit artikel wordt verstaan: a. de werknemer werkt over een tijde- lijke periode van tenminste één maand minimaal 50% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van twee werkdagen per werkweek of b. de werknemer werkt structureel minimaal 20% van zijn werktijd thuis, waarbij een minimum geldt van één werkdag per werkweek. b. Het recht op de (standaard) thuiswerkvergoeding wordt door deugdelijke administratie bijgehouden door de werkgever. c. De werknemer die recht heeft op de in lid a genoemde vergoeding, heeft op een thuiswerkdag geen recht op een kostenvergoeding woon-werkverkeer zoals genoemd in artikel 6.2 van deze cao. De werknemer die op een thuiswerkdag een noodzakelijke dienstreis maakt, heeft aanspraak op een vergoeding voor de gemaakte reiskosten.
Wat vergoeden wij? U krijgt van ons een vergoeding voor de betalingsverplichtingen die u heeft als eigenrisicodrager voor de WGA voor uw (ex-)werknemer, als: • deze (ex-)werknemer op de eerste dag van de wachttijd voor de WIA, werknemer in uw bedrijf was; • de eerste dag van de wachttijd voor de WIA, binnen de verzekeringsperiode van de module WGA Eigenrisicodragen ligt.
Overwerkvergoeding 1 Aan de werknemer voor wie het salaris wordt vastgesteld volgens een van de schalen 1 tot en met 10 en die in opdracht van de werkgever overwerk verricht, wordt, behoudens het derde lid van dit artikel, een vergoeding toegekend. 2 Onder overwerk wordt verstaan arbeid verricht buiten de voor werknemer vastgestelde dagelijkse werktijd, voor zover daardoor deze werktijd wordt overschreden. 3 Voor overwerk dat korter dan een uur aansluitend aan de vastgestelde dagelijkse werktijd wordt verricht, wordt geen vergoeding toegekend. Overwerk kan alleen worden verricht in opdracht van de werkgever. 4 De vergoeding voor overwerk, tenzij sprake is van onregelmatige dienst als bedoeld in artikel H-8, bestaat uit: a verlof, gelijk aan het aantal uren overschrijding van de voor de werknemer vastgestelde dagelijkse werktijd, en b een bedrag in geld, dat voor elk uur van die overschrijding een percentage bedraagt van het voor de werknemer geldende salaris per uur, met dien verstande dat het bedrag in geld voor overwerk op maandag tot en met vrijdag tussen 08.00 en 18.00 uur slechts wordt toegekend voor zover door het verrichten van overwerk de arbeidsduur bij een normbetrekking wordt overschreden. 5 De vergoeding wordt zo spoedig mogelijk toegekend, doch in de regel niet later dan in de kalendermaand volgende op die waarin de overschrijding plaats had, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de werknemer. Hierbij is artikel G-2 van toepassing. 6 De werkgever kan bepalen dat, in plaats van het toekennen van verlof, bedoeld in het vierde lid van dit artikel, onder a voor ieder uur een bedrag in geld wordt toegekend gelijk aan het voor de werknemer geldende salaris per uur. 7 Het in het vierde lid onder b bedoelde percentage bedraagt: a behoudens het gestelde onder b en c: Overwerk verricht: Zaterdag en zondag Maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 en 06.00 uur 100 50 tussen 06.00 en 22.00 uur 50 25 tussen 22.00 en 24.00 uur 100 50