Verkorte werkweek Voorbeeldclausules

Verkorte werkweek. In afwijking van artikel 7:628 lid 1 BW is Vopak niet gehouden het basis maandinkomen aan u te betalen over uren waarin u geen arbeid verricht ten gevolge van invoering door Vopak van een verkorte werkweek, ook niet na het verstrijken van de termijn zoals in artikel 7:628 lid 5 BW genoemd. Vopak zal tijdig overleg voeren met de vakverenigingen en met de Ondernemingsraad wanneer overgegaan wordt tot het invoeren van een verkorte werkweek. Indien de desbetreffende wettelijke bepalingen worden gewijzigd, zullen Vopak en de vakverenigingen overleg plegen over een herziening van de in dit artikel getroffen regeling.
Verkorte werkweek. In afwijking van artikel 7:628 lid 1 BW is Evos niet gehouden het basis maandinkomen aan u te betalen over uren waarin u geen arbeid verricht ten gevolge van invoering door Xxxx van een verkorte werkweek, ook niet na het verstrijken van de termijn zoals in artikel 7:628 lid 5 BW genoemd. Evos zal tijdig overleg voeren met de vakverenigingen en met de ondernemingsraad wanneer overgegaan wordt tot het invoeren van een verkorte werkweek. Indien de desbetreffende wettelijke bepalingen worden gewijzigd, zullen Evos en de vakverenigingen overleg plegen over een herziening van de in dit artikel getroffen regeling.
Verkorte werkweek. De werkgever is niet gehouden het inkomen door te betalen: a. bij invoering van een verkorte werkweek (een zogenaamde 0-urenweek daaronder begrepen), mits de werkgever voor die invoering de volgens artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 vereiste vergunning heeft gekregen en hij niet tot het aanvragen van een vergunning overgaat dan nadat met de vakverenigingen overleg is gepleegd. Partijen achten een termijn van een week voor dit voorafgaand overleg voldoende-; b. bij verlenging van een vergunning voor een verkorte werkweek (een zogenaamde 0-urenweek daaronder begrepen) mits wanneer het betreft een verlenging welke ten aanzien van de aantallen betrokken werknemers en/of het aantal uren, dat verkort zal worden gewerkt, afwijkt van de oorspronkelijke vergunning, de werkgever de hierboven omschreven procedure zal hebben gevolgd en wanneer het betreft een verlenging, waarbij de oorspronkelijke vergunning ongewijzigd wordt overgenomen, hij de vakverenigingen tijdig - dat wil zeggen tenminste één week vóór het ingaan van de verlenging - daarvan mededeling doet.
Verkorte werkweek a. De werkgever is niet verplicht het salaris door te betalen bij de invoe­ring van een verkorte werkweek (daaronder mede begrepen een nul-urenweek) mits de werkgever hiervoor de ingevolge artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen vereiste vergunning heeft verkregen. Voordat tot de hiervoor bedoelde aanvraag wordt overge­gaan zal met de vakverenigingen overleg worden gepleegd. Partijen achten een termijn van een week voor dit voorafgaand overleg vol­doende. Evenmin is doorbetaling verplicht bij de voortzetting van de verkorte werkweek (daaronder mede begrepen een zgn. nul-urenweek). In dit geval zal de werkgever de vakverenigingen ten minste een week van tevoren inlichten. b. Bij invoering of verlenging van een verkorte werkweek alsmede indien ten gevolge van bedrijfsschade niet kan worden gewerkt, zal de werkgever op de uitkering krachtens de WW een aanvulling toekennen tot het maandinkomen van de werknemer indien en voor zover deze aanvulling niet in mindering wordt gebracht op de uitkering. Indien als gevolg van bedrijfsschade geen arbeid kan worden verricht, zal de werkgever, indien geen WW-uitkering wordt toege­kend, het maandinkomen doorbetalen.

Related to Verkorte werkweek

  • Arbeidsduur en werktijden 1. De arbeidsduur volgens dienstrooster bedraagt op jaarbasis gemiddeld 37,5 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters, zoals bedoeld in protocol 1, bedraagt de gemiddelde jaarlijkse arbeidsduur 36 uur per week. Voor werknemers werkzaam in roosters zoals bedoeld in protocol 2 bedraagt de gemiddelde arbeidsduur 33,6 uur per week, verdeeld over 7 dagen per week, op jaarbasis. a) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in dagdienst tussen 07.00 uur en 18.00 uur op de eerste 5 werkdagen van de week. b) De werktijden volgens dienstrooster liggen voor de werknemers in 2-ploegendienst als regel tussen 04.00 uur en 24.00 uur, behoudens in geval met een dag- respectievelijk ochtend- en nachtdienst wordt gewerkt. c) De werktijden volgens dienstrooster voor de werknemers in 3-ploegendienst worden zodanig vastgesteld, dat tussen het einde en het begin van de dienstroosters een ononderbroken rustperiode van tenminste 36 uur bestaat, waarvan 24 uur op zondag, die geacht wordt te lopen van 00.00 uur - 24.00 uur. d) Werknemers kunnen in geval van gewetensbezwaren de werkgever verzoeken om vrijgesteld te worden van de verplichting om roostermatig zondagsarbeid te verrichten. Werkgever zal in dat geval de werknemer niet verplichten tot het verrichten van genoemde zondagsarbeid, doch een ander tijdstip bepalen waarop deze arbeid wordt verricht. a) Een dienstrooster mag niet in strijd zijn met de bestaande wetgeving en het in dit artikel bepaalde. b) De werkgever zal, indien daarbij meer dan negen werknemers zijn betrokken, niet tot invoering van een andere werktijdenregeling overgaan dan in overleg met de vakbonden, onverminderd de bevoegdheid van de OR hierover overleg te plegen met de werkgever. c) Indien de nieuwe werktijdenregeling echter tot gevolg heeft dat arbeid op een zondag moet worden verricht, zal de werkgever overleg plegen met de vakbonden. 4. De werkgever kan voor chauffeurs, portiers, bewakingspersoneel en voor werknemers werkzaam in de energiediensten een regeling vaststellen die afwijkt van hetgeen in dit artikel en in artikel 10 is bepaald. In dat geval zal zij dit doen in overleg met de vakbonden. 5. De in lid 1 bedoelde gemiddelde arbeidstijd wordt geëffectueerd overeenkomstig de in bijlage 4 nader vastgestelde bepalingen.