Common use of Verloop van de procedure Clause in Contracts

Verloop van de procedure. 1. Het Bureau behandelt de oppositie binnen een redelijke termijn overeenkomstig de bepalingen vastgelegd in het uitvoeringsreglement en met inachtneming van het beginsel van hoor en wederhoor. 2. De oppositieprocedure wordt opgeschort: a. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub a, wanneer het oudere merk: i. nog niet is ingeschreven; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden of een oppositie; iii. het voorwerp is van een vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; b. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub c, wanneer ze is gebaseerd op een aanvraag voor een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding, totdat daarover een definitieve beslissing is genomen; c. wanneer het betwiste merk: i. het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een gerechtelijke vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; d. op gezamenlijk verzoek van partijen; e. indien de opschorting om andere redenen passend is. 3. De oppositieprocedure wordt afgesloten: a. wanneer de opposant niet langer de hoedanigheid heeft om op te kunnen treden; b. wanneer verweerder niet reageert op de ingestelde oppositie. In dit geval vervalt de aanvraag; c. wanneer aan de oppositie de grondslag is ontvallen hetzij omdat zij is ingetrokken, hetzij omdat de aanvraag waartegen oppositie is ingesteld is vervallen; d. wanneer het oudere merk of het oudere recht niet meer geldig is; e. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub a, en de opposant binnen de gestelde termijn geen bewijsstukken van gebruik van zijn oudere merk als bedoeld in artikel 2.16bis heeft overgelegd. In deze gevallen wordt een deel van de betaalde taksen gerestitueerd. 4. Nadat het onderzoek van de oppositie is beëindigd, neemt het Bureau zo spoedig mogelijk een beslissing. Indien de oppositie gegrond bevonden wordt, weigert het Bureau het merk geheel of gedeeltelijk in te schrijven of besluit het de in artikel 2.20ter, lid 1, sub b, bedoelde overdracht in het register aan te tekenen. In het tegengestelde geval wordt de oppositie afgewezen. Van de beslissing geeft het Bureau onverwijld schriftelijk kennis aan de partijen, onder vermelding van het in artikel 1.15bis genoemde rechtsmiddel tegen die beslissing. De beslissing van het Bureau wordt eerst definitief nadat ze niet meer vatbaar is voor enig rechtsmiddel. Het Bureau is geen partij bij een beroep tegen zijn beslissing. 5. De in het ongelijk gestelde partij wordt in de kosten verwezen. Deze worden vastgesteld conform het bepaalde in het uitvoeringsreglement. De kosten zijn niet verschuldigd indien de oppositie gedeeltelijk toegewezen wordt. De beslissing van het Bureau tot vaststelling van de kosten vormt executoriale titel; de gedwongen tenuitvoerlegging geschiedt volgens de bepalingen die van kracht zijn in de staat van executie.

Verloop van de procedure. 1. Het Bureau behandelt Behandeling van een geschil vangt aan binnen 7 dagen na de oppositie binnen dag waarop een redelijke termijn overeenkomstig van de bepalingen vastgelegd partijen het geschil bij DigiDispuut heeft aangemeld. De behandeling is in beginsel digitaal (online) maar kan op verzoek van een van de partijen eveneens schriftelijk (hard-copy) worden gevoerd. Een verzoek tot behandeling op papier dient bij het uitvoeringsreglement en met inachtneming aanmelden van het beginsel van hoor en wederhoorgeschil te worden gedaan. 2. De oppositieprocedure wordt opgeschort: a. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub a, wanneer digitale behandeling van het oudere merk: i. nog niet is ingeschreven; iigeschil houdt in dat alle stukken over en weer per e-mail verstuurd worden en dat alle overige communicatie ook via deze weg verloopt. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp De hoorzitting is van dit regime uitgezonderd, deze vindt plaats via een weigeringsprocedure op absolute gronden of een oppositie; iii. het voorwerp door de beoordelaar te kiezen digitaal platform welke geschikt is van een vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; b. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub c, wanneer ze is gebaseerd op een aanvraag voor een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding, totdat daarover een definitieve beslissing is genomen; c. wanneer het betwiste merk: i. het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een gerechtelijke vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; d. op gezamenlijk verzoek van partijen; e. indien de opschorting om andere redenen passend isvideo-gesprekken. 3. De oppositieprocedure wordt afgesloten: a. wanneer de opposant niet langer de hoedanigheid heeft om Behandeling van een geschil eindigt door het buiten behandeling stellen van een geschil op te kunnen treden; b. wanneer verweerder niet reageert op de ingestelde oppositie. In dit geval vervalt de aanvraag; c. wanneer aan de oppositie de grondslag is ontvallen hetzij omdat zij is ingetrokken, hetzij omdat de aanvraag waartegen oppositie is ingesteld is vervallen; d. wanneer grond van het oudere merk of het oudere recht niet meer geldig is; e. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub a, en de opposant binnen de gestelde termijn geen bewijsstukken van gebruik van zijn oudere merk als bedoeld in artikel 2.16bis 1 lid 3 van dit reglement bepaalde, door intrekking door de partij die het geschil heeft overgelegd. In deze gevallen wordt aangemeld of door een deel van de betaalde taksen gerestitueerdbindende einduitspraak. 4. Nadat het onderzoek Behandeling van een geschil kan voor de duur van maximaal 3 maanden worden aangehouden op verzoek van een van de oppositie is beëindigd, neemt het Bureau zo spoedig mogelijk een beslissing. Indien de oppositie gegrond bevonden wordt, weigert het Bureau het merk geheel betrokken partijen of gedeeltelijk in te schrijven of besluit het de in artikel 2.20ter, lid 1, sub b, bedoelde overdracht in het register aan te tekenen. In het tegengestelde geval wordt de oppositie afgewezen. Van de beslissing geeft het Bureau onverwijld schriftelijk kennis aan de partijen, onder vermelding op initiatief van het in artikel 1.15bis genoemde rechtsmiddel tegen die beslissing. De beslissing van het Bureau wordt eerst definitief nadat ze niet meer vatbaar is voor enig rechtsmiddel. Het Bureau is geen partij bij een beroep tegen zijn beslissingDigiDispuut. 5. De Een verzoek tot aanhouding van de behandeling zoals bedoeld in het ongelijk gestelde partij voorgaande lid dient schriftelijk en met redenen omkleed bij de behandelaar te worden ingediend. De behandelaar laat zich over het aanhouden van de zaak uit binnen 7 dagen. In het geval dat de behandeling wordt aangehouden informeert de beoordelaar partijen hiervan schriftelijk in de kosten verwezenvorm van een tussentijdse uitspraak. 6. Deze worden vastgesteld conform het bepaalde Een procedure bij DigiDispuut bestaat uit twee schriftelijke rondes. Partijen krijgen in het uitvoeringsreglementde eerste ronde ruimte om stukken aan te voeren, in de tweede ronde wordt de ruimte geboden aan partijen om te reageren op de aangevoerde stukken. De kosten zijn niet verschuldigd indien beoordelaar kan daarna nog een schriftelijke ronde gelasten en/of een online hoorzitting gelasten. 7. In het geval dat een online hoorzitting door de oppositie gedeeltelijk toegewezen wordtbeoordelaar wordt gelast, informeert hij partijen hierover middels een tussentijdse uitspraak waarbij partijen wordt gevraagd hun verhinderdata voor de op de tussentijdse uitspraak volgende kalendermaand op te geven. De beslissing van beoordelaar informeert partijen vervolgens over de datum waarop de online hoorzitting plaats zal hebben. 8. Partijen zijn verplicht te verschijnen bij een online hoorzitting, verschijnt een partij niet dan kan de beoordelaar daaraan de conclusie verbinden die hij geraden acht. 9. DigiDispuut streeft er naar de gehele behandeling niet langer dan drie kalendermaanden te laten duren. In het Bureau tot vaststelling van geval dat de kosten vormt executoriale titel; de gedwongen tenuitvoerlegging geschiedt volgens de bepalingen die van kracht zijn in de staat van executiezaak tussentijds wordt aangehouden wordt deze termijn verruimd naar maximaal zes kalendermaanden. 10. Uitspraken worden op een per e-mail of op papier aan partijen bekend gemaakt.

Verloop van de procedure. §1. Het Bureau behandelt De Concessiegever zal in eerste instantie onderzoeken of de oppositie binnen een redelijke termijn overeenkomstig Kandidaten voldoen aan de bepalingen vastgelegd deelnemingsvoorwaarden. §2. Vervolgens zal zij controleren of de voorstellen voldoen aan de gestelde minimale voorwaarden en hen beoordelen en vergelijken in het uitvoeringsreglement licht van de beoordelingscriteria. Daarbij zal een eerste rangschikking worden opgemaakt. Indien een voorstel niet zou beantwoorden aan een of meerdere van de minimale voorwaarden, kan de Concessiegever de betreffende Kandidaat, desgewenst, verzoeken om zijn voorstel aan te passen zodat dit wel aan de betreffende voorwaarde(n) beantwoordt. De Concessiegever is daartoe evenwel niet verplicht en de Kandidaten kunnen aan deze mogelijkheid voor de Concessiegever dus geen enkel recht ontlenen. §3. Op grond van deze rangschikking beslist de Concessiegever op discretionaire wijze of het al dan niet aangewezen is om: • Onmiddellijk over te gaan tot toewijzing van de Concessie op basis van de het eerste voorstel (dus zonder onderhandeling); • Een presentatie / toelichting van de voorstellen te organiseren; • Enkel te onderhandelen met inachtneming de best gerangschikte Kandidaat, waarbij een of meerdere andere Kandidaten in de “wachtkamer” kunnen worden geplaatst; • Gelijktijdig/achtereenvolgens te onderhandelen met meerdere Kandidaten; • … De Concessiegever is niet verplicht om deze keuze te motiveren. Hij kan er eveneens voor opteren om uitsluitend met de eerstgerangschikte Kandidaat in onderhandeling te treden louter met het oog op een mogelijke inkorting van de duurtijd van de plaatsingsprocedure. Aan de Kandidaten wordt derhalve aangeraden om er bij het opstellen van het beginsel voorstel niet van hoor uit te gaan dat er nog zal worden onderhandeld en wederhoormeteen “het beste voorstel” op tafel te leggen. Wanneer de Concessiegever beslist geen onderhandelingen te voeren, geldt het eerste voorstel immers als het definitieve voorstel. Ingeval er wel onderhandeld wordt met een of meerdere Kandidaten, kunnen zij worden verzocht een verbeterd voorstel (BAFO) in te dienen. 2§4. De oppositieprocedure wordt opgeschort: a. indien Concessiegever zal een gemotiveerde toewijzingsbeslissing opstellen, dewelke aan alle Kandidaten zal worden bezorgd per e-mail en per aangetekend schrijven. Er zal vrijwillig toepassing worden gemaakt van een wachttermijn van vijftien (15) kalenderdagen, te rekenen vanaf de oppositie berust datum van de (laatste) verzending, binnen dewelke de Kandidaten de toewijzingsbeslissing in rechte kunnen bestrijden. Na deze wachttermijn zullen de Concessiegever en de Concessiehouder een Concessieovereenkomst, opgesteld op artikel 2.14, lid 2, sub a, wanneer het oudere merk: i. nog niet is ingeschreven; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, basis van onderhavig Concessiedocument (en de bijhorende Bijlagen) en het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden of een oppositie; iii. het voorwerp is van een vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; b. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub c, wanneer ze is gebaseerd op een aanvraag voor een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding, totdat daarover een definitieve beslissing is genomen; c. wanneer het betwiste merk: i. het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een gerechtelijke vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; d. op gezamenlijk verzoek van partijen; e. indien de opschorting om andere redenen passend is. 3. De oppositieprocedure wordt afgesloten: a. wanneer de opposant niet langer de hoedanigheid heeft om op te kunnen treden; b. wanneer verweerder niet reageert op de ingestelde oppositie. In dit geval vervalt de aanvraag; c. wanneer aan de oppositie de grondslag is ontvallen hetzij omdat zij is ingetrokken, hetzij omdat de aanvraag waartegen oppositie is ingesteld is vervallen; d. wanneer het oudere merk of het oudere recht niet meer geldig is; e. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub a, en de opposant binnen de gestelde termijn geen bewijsstukken van gebruik van zijn oudere merk als bedoeld in artikel 2.16bis heeft overgelegd. In deze gevallen wordt een deel goedgekeurde voorstel van de betaalde taksen gerestitueerdConcessiehouder, ondertekenen / sluiten. 4. Nadat het onderzoek van de oppositie is beëindigd, neemt het Bureau zo spoedig mogelijk een beslissing. Indien de oppositie gegrond bevonden wordt, weigert het Bureau het merk geheel of gedeeltelijk in te schrijven of besluit het de in artikel 2.20ter, lid 1, sub b, bedoelde overdracht in het register aan te tekenen. In het tegengestelde geval wordt de oppositie afgewezen. Van de beslissing geeft het Bureau onverwijld schriftelijk kennis aan de partijen, onder vermelding van het in artikel 1.15bis genoemde rechtsmiddel tegen die beslissing. De beslissing van het Bureau wordt eerst definitief nadat ze niet meer vatbaar is voor enig rechtsmiddel. Het Bureau is geen partij bij een beroep tegen zijn beslissing. 5. De in het ongelijk gestelde partij wordt in de kosten verwezen. Deze worden vastgesteld conform het bepaalde in het uitvoeringsreglement. De kosten zijn niet verschuldigd indien de oppositie gedeeltelijk toegewezen wordt. De beslissing van het Bureau tot vaststelling van de kosten vormt executoriale titel; de gedwongen tenuitvoerlegging geschiedt volgens de bepalingen die van kracht zijn in de staat van executie.

Verloop van de procedure. 1. Het Bureau behandelt de oppositie binnen een redelijke termijn overeenkomstig de bepalingen vastgelegd in het uitvoeringsreglement en met inachtneming van het beginsel van hoor en wederhoor. 2. De oppositieprocedure wordt opgeschort: a. indien wanneer de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub a, wanneer het oudere merk: i. nog niet is ingeschreveneen merkdepot berust; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden of een oppositie; iii. het voorwerp is van b. wanneer een vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; b. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub c, wanneer ze vervallenverklaring is gebaseerd op een aanvraag voor een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding, totdat daarover een definitieve beslissing is genomeningesteld; c. wanneer het betwiste merk: i. het voorwerp is tijdens de duur van een de weigeringsprocedure op absolute gronden; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een gerechtelijke vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; d. op gezamenlijk verzoek van partijen; e. indien de opschorting om andere redenen passend is. 3. De oppositieprocedure wordt afgesloten: a. wanneer de opposant niet langer de hoedanigheid heeft om op te kunnen tredentreden of binnen de gestelde termijn geen stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat het recht op zijn merk niet ingevolge artikel 2.26, lid 2, sub a, vervallen kan worden verklaard; b. wanneer verweerder niet reageert op de ingestelde oppositie. In dit geval vervalt de aanvraagwordt hij geacht afstand te hebben gedaan van zijn rechten op het depot; c. wanneer aan de oppositie de grondslag is ontvallen hetzij omdat zij is ingetrokken, hetzij omdat de aanvraag het depot waartegen oppositie is ingesteld is vervallen; d. wanneer het oudere merk of het oudere recht niet meer geldig is; e. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub a, en de opposant binnen de gestelde termijn geen bewijsstukken van gebruik van zijn oudere merk als bedoeld in artikel 2.16bis heeft overgelegd. In deze gevallen wordt een deel van de betaalde taksen rechten gerestitueerd. 4. Nadat het onderzoek van de oppositie is beëindigd, neemt het Bureau zo spoedig mogelijk een beslissing. Indien de oppositie gegrond bevonden wordt, weigert het Bureau het merk geheel of gedeeltelijk in te schrijven of besluit het de in artikel 2.20ter, lid 1, sub b, bedoelde overdracht in het register aan te tekenenschrijven. In het tegengestelde geval wordt de oppositie afgewezen. Van de beslissing geeft het Bureau onverwijld schriftelijk kennis aan de partijen, onder vermelding van het in artikel 1.15bis genoemde rechtsmiddel tegen die beslissing. De beslissing van het Bureau wordt eerst definitief nadat ze deze niet meer vatbaar is voor enig rechtsmiddel. Het Bureau beroep, dan wel in voorkomend geval nadat de beslissing van de appèlrechter niet meer vatbaar is geen partij bij een beroep tegen zijn beslissingvoor voorziening in cassatie. 5. De in het ongelijk gestelde partij wordt in de kosten verwezen. Deze worden vastgesteld conform het bepaalde in het uitvoeringsreglement. De kosten zijn niet verschuldigd indien de oppositie gedeeltelijk toegewezen wordt. De beslissing van het Bureau tot vaststelling van de kosten vormt executoriale titel; de gedwongen tenuitvoerlegging geschiedt volgens de bepalingen die van kracht zijn in de staat van executie.

Verloop van de procedure. 1. Het Bureau behandelt de oppositie binnen een redelijke termijn overeenkomstig de bepalingen vastgelegd in het uitvoeringsreglement en met inachtneming van het beginsel van hoor en wederhoor. 2. De oppositieprocedure wordt opgeschort: a. indien wanneer de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub a, wanneer het oudere merk: i. nog niet is ingeschreveneen merkdepot berust; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een weigeringsprocedure op absolute gronden of een oppositie; iii. het voorwerp is van b. wanneer een vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; b. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub c, wanneer ze vervallenverklaring is gebaseerd op een aanvraag voor een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding, totdat daarover een definitieve beslissing is genomeningesteld; c. wanneer het betwiste merk: i. het voorwerp is tijdens de duur van een de weigeringsprocedure op absolute gronden; ii. onverwijld is ingeschreven overeenkomstig artikel 2.8, lid 2, en het voorwerp is van een gerechtelijke vordering tot nietigverklaring of vervallenverklaring; d. op gezamenlijk verzoek van partijen; e. indien de opschorting om andere redenen passend is. 3. De oppositieprocedure wordt afgesloten: a. wanneer de opposant niet langer de hoedanigheid heeft om op te kunnen tredentreden of binnen de gestelde termijn geen stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat het recht op zijn merk niet ingevolge artikel 2.26, lid 2, sub a, vervallen kan worden verklaard; b. wanneer verweerder niet reageert op de ingestelde oppositie. In dit geval vervalt de aanvraagwordt hij geacht afstand te hebben gedaan van zijn rechten op het depot; c. wanneer aan de oppositie de grondslag is ontvallen hetzij omdat zij is ingetrokken, hetzij omdat de aanvraag het depot waartegen oppositie is ingesteld is vervallen; d. wanneer het oudere merk of het oudere recht niet meer geldig is; e. indien de oppositie berust op artikel 2.14, lid 2, sub a, en de opposant binnen de gestelde termijn geen bewijsstukken van gebruik van zijn oudere merk als bedoeld in artikel 2.16bis heeft overgelegd. In deze gevallen wordt een deel van de betaalde taksen rechten gerestitueerd. 4. Nadat het onderzoek van de oppositie is beëindigd, neemt het Bureau Bur eau zo spoedig mogelijk een beslissing. Indien de oppositie gegrond bevonden wordt, weigert het Bureau het merk geheel of gedeeltelijk in te schrijven of besluit het de in artikel 2.20ter, lid 1, sub b, bedoelde overdracht in het register aan te tekenenschrijven. In het tegengestelde geval wordt de oppositie afgewezen. Van de beslissing geeft het Bureau onverwijld schriftelijk kennis aan de partijen, onder vermelding van het in artikel 1.15bis genoemde rechtsmiddel tegen die beslissing. De beslissing van het Bureau wordt eerst definitief nadat ze deze niet meer vatbaar is voor enig rechtsmiddel. Het Bureau beroep, dan wel in voorkomend geval nadat de beslissing van de appèlrechter niet meer vatbaar is geen partij bij een beroep tegen zijn beslissingvoor voorziening in cassatie. 5. De in het ongelijk gestelde partij wordt in de kosten verwezen. Deze worden vastgesteld vastges teld conform het bepaalde in het uitvoeringsreglement. De kosten zijn niet verschuldigd indien de oppositie gedeeltelijk toegewezen wordt. De beslissing van het Bureau tot vaststelling van de kosten vormt executoriale titel; de gedwongen tenuitvoerlegging geschiedt volgens de bepalingen die van kracht zijn in de staat van executie.