Vermindering schaalsalaris. 2.1 Een medewerker kan door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek in een lagere functie worden ingedeeld. Als gevolg hiervan komt hij in een lagere salarisgroep terecht. Hij ontvangt het schaalsalaris dat overeenkomt met de lager ingedeelde functie met ingang van de maand die volgt op de maand van terugplaatsing. 2.2 Een medewerker die als gevolg van omstandigheden (zie artikel 25 lid 1.2) een lagere functie gaat uitoefenen, blijft gedurende de lopende en de zeven daaropvolgende maanden in zijn oude salarisgroep ingedeeld. Tijdens deze periode ontvangt hij de toegezegde collectieve verhogingen, maar geen individuele salarisverhoging. 2.3 Na de in lid 2.2 genoemde periode wordt de medewerker in de salarisgroep geplaatst die bij de lagere functie hoort. Als het maximumsalaris in de lagere salarisgroep niet voldoende is om het niveau van het oude salaris te handhaven, ontvangt de medewerker het meerdere als een Persoonlijke Toeslag. Over de Persoonlijke Toeslag worden geen collectieve verhogingen en vaste of incidentele functietoeslagen berekend. De Persoonlijke Toeslag maakt wel deel uit van de grondslagen voor de berekening van de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering, het verzekeringsjaarinkomen en het pensioen. 2.4 De Persoonlijke Toeslag wordt afgebouwd met: a. een salarisgroepverhoging en/of b. een individuele salarisverhoging en/of c. verhogingen als gevolg van een structuurwijziging van de salarisschaal en/of d. de helft van de som van de collectieve verhogingen in enig contractjaar, met een maximum van 1% van het schaalsalaris van voor de verhoging. Voor de looptijd van deze cao is afgesproken dat deze afbouw alleen op de salarisverhoging per 1-7-2019 en 1-1- 2020 wordt toegepast. 2.5 Een medewerker van 55 jaar of ouder kan wegens de redenen die bij artikel 25 lid 1.2 zijn genoemd naar een andere functie worden overgeplaatst. Als gevolg daarvan kan hij in een lagere salarisgroep terecht komen. Deze lagere indeling wordt echter niet doorgevoerd. 2.6 Als een medewerker 55 jaar is geworden, vindt er geen afbouw meer plaats van de Persoonlijke Toeslag of het restant daarvan op grond van artikel 25 lid 2.4 sub d. Op deze Persoonlijke Toeslag of het restant daarvan is de collectieve inkomensontwikkeling van toepassing.
Appears in 2 contracts
Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement
Vermindering schaalsalaris. 2.1 Een medewerker kan door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek in een lagere functie worden ingedeeld. Als gevolg hiervan komt hij in een lagere salarisgroep terecht. Hij ontvangt het schaalsalaris dat overeenkomt met de lager ingedeelde functie met ingang van de maand die volgt op de maand van terugplaatsing.
2.2 Een medewerker die als gevolg van omstandigheden (zie artikel 25 lid 1.2) een lagere functie gaat uitoefenen, blijft gedurende de lopende en de zeven daaropvolgende maanden in zijn oude salarisgroep ingedeeld. Tijdens deze periode ontvangt hij de toegezegde collectieve verhogingen, maar geen individuele salarisverhoging.
2.3 Na de in lid 2.2 genoemde periode wordt de medewerker in de salarisgroep geplaatst die bij de lagere functie hoort. .Als het maximumsalaris in de lagere salarisgroep niet voldoende is om het niveau van het oude salaris te handhaven, ontvangt de medewerker het meerdere als een Persoonlijke Toeslag. Over de Persoonlijke Toeslag worden geen collectieve verhogingen en vaste of incidentele functietoeslagen berekend. De Persoonlijke Toeslag maakt wel deel uit van de grondslagen voor de berekening van de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering, het verzekeringsjaarinkomen en het pensioen.
2.4 De Persoonlijke Toeslag wordt afgebouwd met:
a. een salarisgroepverhoging en/of
b. een individuele salarisverhoging en/of
c. verhogingen als gevolg van een structuurwijziging van de salarisschaal en/of
d. de helft van de som van de collectieve verhogingen in enig contractjaar, met een maximum van 1% van het schaalsalaris van voor de verhoging. Voor de looptijd van deze cao is afgesproken dat deze afbouw alleen op de salarisverhoging per 1-7-2019 en 1-1- 2020 2017 wordt toegepast.
2.5 Een medewerker van 55 jaar of ouder kan wegens de redenen die bij artikel 25 lid 1.2 zijn genoemd naar een andere functie worden overgeplaatst. Als gevolg daarvan kan hij in een lagere salarisgroep terecht komen. Deze lagere indeling wordt echter niet doorgevoerd.
2.6 Als een medewerker 55 jaar is geworden, vindt er geen afbouw meer plaats van de Persoonlijke Toeslag of het restant daarvan op grond van artikel 25 lid 2.4 sub d. Op deze Persoonlijke Toeslag of het restant daarvan is de collectieve inkomensontwikkeling van toepassing.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Vermindering schaalsalaris. 2.1 Een medewerker kan door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek in een lagere functie worden ingedeeld. Als gevolg hiervan komt hij in een lagere salarisgroep terecht. Hij ontvangt het schaalsalaris dat overeenkomt met de lager ingedeelde functie met ingang van de maand die volgt op de maand van terugplaatsing.
2.2 Een medewerker die als gevolg van omstandigheden (zie artikel 25 lid punt 1.2) een lagere functie gaat uitoefenen, blijft gedurende de lopende en de zeven daaropvolgende maanden in zijn oude salarisgroep ingedeeld. Tijdens deze periode ontvangt hij de toegezegde collectieve verhogingen, maar geen individuele salarisverhoging.
2.3 Na de in lid punt 2.2 genoemde periode wordt de medewerker in de salarisgroep geplaatst die bij de lagere functie hoort. Als het maximumsalaris in de lagere salarisgroep niet voldoende is om het niveau van het oude salaris te handhaven, ontvangt de medewerker het meerdere als een Persoonlijke Toeslag. Over de Persoonlijke Toeslag worden geen collectieve verhogingen en vaste of incidentele functietoeslagen berekend. De Persoonlijke Toeslag maakt wel deel uit van de grondslagen voor de berekening van de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering, het verzekeringsjaarinkomen verzekeringsjaarinkomen, de uitkering Overgangsregeling Uittreden en het pensioen(vroeg)pensioen.
2.4 De Persoonlijke Toeslag wordt - zo mogelijk - afgebouwd met:
a. een salarisgroepverhoging en/of
b. een individuele salarisverhoging en/of
c. verhogingen als gevolg van een structuurwijziging van de salarisschaal en/of
d. de helft van de som van de collectieve verhogingen in enig contractjaarcontractsjaar, met een maximum van 1% van het schaalsalaris van voor de verhoging. Voor de looptijd van deze cao is afgesproken dat deze afbouw alleen op de salarisverhoging per 1-7-2019 en 1-1- 2020 wordt toegepast.
2.5 Een medewerker van 55 jaar of ouder kan wegens de redenen die bij artikel 25 lid punt 1.2 zijn genoemd of op eigen verzoek naar een andere functie worden overgeplaatst. Als gevolg daarvan kan hij in een lagere salarisgroep terecht komenterechtkomen. Deze lagere indeling wordt echter niet doorgevoerd.
2.6 Als een medewerker 55 jaar is geworden, vindt er geen afbouw meer plaats van de Persoonlijke Toeslag of het restant daarvan op grond van artikel 25 lid 2.4 sub d. punt 2.4.d. Op deze Persoonlijke Toeslag of het restant daarvan is de collectieve inkomensontwikkeling van toepassing.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement
Vermindering schaalsalaris. 2.1 a. Een medewerker kan door eigen toedoen, wegens onbekwaamheid of op eigen verzoek in een lagere functie worden ingedeeld. Als gevolg hiervan komt hij in een lagere eenlagere salarisgroep terecht. Hij ontvangt het schaalsalaris dat overeenkomt met de lager ingedeelde functie met ingang van de maand die volgt op de maand van terugplaatsing.
2.2 b. Een medewerker die als gevolg van omstandigheden (zie artikel 25 lid 1.2punt 1.b) een lagere functie gaat uitoefenen, blijft gedurende de lopende en de zeven daaropvolgende maanden in zijn oude salarisgroep ingedeeld. Tijdens deze periode ontvangt hij de toegezegde collectieve verhogingen, maar geen individuele salarisverhoging.
2.3 c. Na de in lid 2.2 punt 2.b genoemde periode wordt de medewerker in de salarisgroep geplaatst salarisgroepgeplaatst die bij de lagere functie hoort. Als het maximumsalaris in de lagere salarisgroep niet voldoende is om het niveau van het oude salaris te handhaven, ontvangt de medewerker het meerdere als een Persoonlijke eenPersoonlijke Toeslag. Over de Persoonlijke Toeslag worden geen collectieve verhogingen en vaste of incidentele functietoeslagen berekend. De Persoonlijke Toeslag maakt wel deel uit van de vande grondslagen voor de berekening van de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering,het verzekeringsjaarinkomen, het verzekeringsjaarinkomen de uitkering Overgangsregeling Uittreden en het pensioen(vroeg)pensioen.
2.4 d. De Persoonlijke Toeslag wordt - zo mogelijk - afgebouwd met:
a. een salarisgroepverhoging 1. Een salarisgroep verhoging; en/of
b. een 2. Een individuele salarisverhoging salarisverhoging; en/of
c. verhogingen 3. Verhogingen als gevolg van een structuurwijziging van de salarisschaal salarisschaal; en/of
d. de 4. De helft van de som van de collectieve verhogingen in enig contractjaar, met een maximum van 1% van het schaalsalaris hetschaalsalaris van voor de verhoging. Voor de looptijd van deze cao is afgesproken dat deze afbouw alleen op de salarisverhoging per 1-7-2019 en 1-1- 2020 wordt toegepast.
2.5 e. Een medewerker van 55 jaar of ouder kan wegens de redenen die bij artikel 25 lid 1.2 punt 1.b zijn genoemd of op eigen verzoek naar een andere functie worden overgeplaatst. .Als gevolg daarvan kan hij in een lagere salarisgroep terecht komenterechtkomen. Deze lagere indeling wordt echter niet doorgevoerd.
2.6 f. Als een medewerker 55 jaar is geworden, vindt er geen afbouw meer plaats van de Persoonlijke Toeslag of het restant daarvan op grond van artikel 25 lid 2.4 sub d. punt 2.d.4. Op deze Persoonlijke Toeslag of het restant daarvan is de collectieve inkomensontwikkeling van toepassing.
Appears in 1 contract
Samples: Collective Labor Agreement (Cao)